De bestreden uitingen
Het betreft mededelingen met betrekking tot de “jaarlijkse griepprik”:
– in een aan een patiënt gerichte brief van een huisarts waarin de patiënt wordt uitgenodigd voor een griepprik, waaronder de volgende tekst:
“Waarom een griepprik?
Alle mensen van 60 jaar en ouder komen in aanmerking voor een griepprik. Ook bij mensen onder de 60 jaar met hart-, long- of suikerziekte, nierpatiënten en mensen met weinig afweer kan griep ernstige gevolgen hebben.
Omdat u tot een van deze groepen behoort, is het voor u belangrijk een griepprik te halen.”
– op de website www.rivm.nl, waaronder de volgende tekst:
“60-plus? Griepprik dus!
De griepprik beschermt u tegen ernstige gevolgen van de meest voorkomende griepvirussen. Iedereen die extra risico loopt om ernstig ziek te worden door griep, krijgt de griepprik gratis aangeboden. Dat zijn mensen van 60 jaar en ouder en bepaalde risicogroepen. Voor deze mensen is het belangrijk dat zij jaarlijks de griepprik krijgen. De griepprik maakt de kans om griep te krijgen veel kleiner. Als u toch griep krijgt, dan verloopt de ziekte meestal minder ernstig. Bovendien verkleint de griepprik de kans op complicaties zoals longontsteking of op verergering van uw ‘eigen’ ziekte.”
Tevens betreft het folders over de griepprik op deze website die gedownload kunnen worden via www.rivm.nl/bibliotheek en uitingen op de website die evenals de hiervoor geciteerde tekst kunnen worden opgevraagd via www.rivm.nl/onderwerpen. Deze folders/uitingen zijn wat betreft inhoud en strekking vergelijkbaar met de hiervoor geciteerde tekst.
De bij de klacht overgelegde afdrukken van voornoemde uitingen zijn in kopie aan deze uitsprak gehecht.
De klacht
Voor zover de door huisartsen en/of verweerder verspreide informatie als reclame dient te worden aangemerkt, stelt klager, kort weergegeven, dat sprake is van misleidende reclame met een gezondheidsclaim, die niet conform de huidige wetenschappelijke criteria is onderbouwd. Klager verwijst naar een informatiebron (een artikel in het Pharmaceutisch Week-blad) waarin de effectiviteit van de griepprik ter discussie wordt gesteld.
Het verweer
Dit wordt als volgt samengevat.
Het artikel in het Pharmaceutisch Weekblad waarop de klacht is gebaseerd, belicht slechts één kant van de discussie over de effectiviteit van de griepprik. Grootschalig onderzoek naar deze kwestie stuit af op bezwaren van ethische aard. De minister van VWS bepaalt of er een griepprik aan bepaalde groepen ter beschikking wordt gesteld. Deze beslissing wordt gebaseerd op een advies van de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad heeft in september 2011 beslist dat het advies om het griepvaccin aan te bieden aan risicogroepen gehandhaafd dient te blijven. Verweerder coördineert het Nationaal Programma Grieppreventie in opdracht van de minister. De voorlichting over de griepprik wordt afgestemd met een commissie van deskundigen. In de voorlichting wordt duidelijk gemaakt dat de griepprik de kans op griep verkleint. Dit is in lijn met het onderbouwde advies van de Gezondheidsraad. De website
van het RIVM biedt patiënten/consumenten alle mogelijke informatie over de griepprik.
Het oordeel van de Commissie
1.
De klacht betreft informatie die aan de consument wordt gegeven in verband met de griepprik.
2.
Voor zover het de informatie betreft die in de brief van een huisarts staat, komt het de Commissie voor dat verweerder voor deze uiting niet verantwoordelijk is. Overigens is de Commissie van oordeel dat deze brief niets anders dan een oproep aan de geadresseerde bevat om de griepprik te komen halen, met de reden waarom de griepprik aan de geadresseerde wordt aangeboden, te weten het behoren tot een risicogroep. Nu in deze oproep elke vorm van aanprijzing ontbreekt, is geen sprake van reclame in de zin van de artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Los daarvan merkt de Commissie op dat het tot de zorgplicht van de huisarts behoort om patiënten die tot een risicogroep behoren de mogelijkheid te bieden tot het krijgen van een griepprik. Het aanbieden van deze griepprik kan, zoals verweerder voldoende heeft onderbouwd, op basis van de huidige stand van de wetenschap gerechtvaardigd worden geacht. Niet valt in te zien waarom huisartsen onder deze omstandigheden geen oproep aan patiënten zouden mogen sturen in verband met het krijgen van de griepprik.
3.
Ten aanzien van de informatie op de website www.rivm.nl is de Commissie eveneens van oordeel dat geen sprake is van een aanprijzing in de zin van artikel 1 NRC. De informatie op deze website dient te worden beschouwd als een toelichting van zuiver feitelijke aard op
de griepprik en de reden waarom deze wordt aangeboden. Dat daarbij in bepaalde opzichten wordt gewezen op positieve aspecten van de griepprik, te weten de vermindering van de kans op griep en de aan griep verbonden risico’s, leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat
om informatie waarin uitsluitend wordt verantwoord waarom de griepprik wordt aangeboden.
4.
Overigens geldt ook ten aanzien van de bestreden uitingen op de website dat op grond van hetgeen verweerder gemotiveerd heeft aangevoerd, de informatie die daarop over de griepprik wordt gegeven, geacht moet worden te zijn opgesteld overeenkomstig de huidige stand van de wetenschap. Naar het oordeel van de Commissie bevat de informatie op de website niets anders dan een voor de patiënt begrijpelijke weergave van de geldende wetenschappelijke opvattingen op dit terrein, teneinde de consument de noodzakelijke informatie over de griepprik te bieden. Dat blijkbaar ook anders kan worden gedacht over het te verwachten effect van de griepprik, doet voor het onderhavige geschil niet ter zake, nu dit op grond van het voorgaande niet tot het oordeel kan leiden dat de bestreden uitingen in strijd met de Nederlandse Reclame Code zijn.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.