a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2011/01086

Datum:

01-12-2011

Uitspraak:

Tussenbeslissing RCC

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale marketing communicatie

 

De procedure

 

Klager heeft op 4 november 2011 door middel van het online klachtenformulier bezwaar gemaakt tegen de hierna te noemen reclame-uiting van adverteerder.

 

De klacht is in behandeling genomen op 17 november 2011.

 

Namens adverteerder heeft A. Verhoeven bij e-mail van 17 november 2011 op de klacht gereageerd en daarbij onder meer gesteld dat klager het doet voorkomen de klacht te hebben ingediend als particulier, maar blijkens de extensie van zijn e-mailadres (spoedpost.nu) werkzaam is in de gezondheidszorg en daarom tot een concurrerende partij gerekend moet worden.

 

Naar aanleiding van dit verweer is bij brief van 22 november 2011 aan klager meegedeeld dat de voorzitter van de Reclame Code Commissie vooralsnog van oordeel is dat artikel 9 lid 1 onder b van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep (verder: het Reglement) van toepassing is, hetgeen betekent dat klachtengeld ten bedrage van € 1.000 verschuldigd is. Klager heeft bij e-mail van 24 november 2011 gebruik gemaakt van de hem geboden mogelijkheid hierop te reageren.

 

De voorzitter van de Reclame Code Commissie (verder: de Commissie) heeft besloten de kwestie van het klachtengeld afzonderlijk te behandelen en daarop te beslissen.

 

De beoordeling

 

Klager heeft meegedeeld werkzaam te zijn als directeur van een huisartsenpost. De voorzitter ziet hierin voldoende aanleiding om klager, wiens klacht is gericht tegen de mededeling in de reclame-uiting van SOS-arts dat de huisarts weer aan huis komt, niet als particulier te zien. Het gegeven dat klager werkzaam is in het zuiden van het land, terwijl de SOS-arts op dit moment alleen werkzaam is in de regio Amsterdam, doet hieraan niet af.

 

Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat klager de klacht heeft ingediend in het belang van de uitoefening van een bedrijf of beroep als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder b van het Reglement, en dat het bepaalde in artikel 28 lid 2 van het Reglement van toepassing is. Dit brengt mee dat klager klachtengeld verschuldigd is.

 

       

De beslissing van de voorzitter
 

 

De voorzitter bepaalt dat klachtengeld ad € 1.000 verschuldigd is. Het klachtengeld dient binnen 14 dagen na dagtekening van deze beslissing in het bezit te zijn van de Stichting Reclame Code.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken