De bestreden uiting
Het betreft diverse onderdelen van het blad Swinglevend, nummer 3, 2011.
De klacht
Klager acht het blad, in de klacht aangeduid als “folder “Swing levend” van de firma Pharma Nord”, op de volgende punten misleidend.
A.
Volgens de pagina’s 2, 3, 4 en 5 van de folder is het daarin aangeprezen middel Q10 goed voor het volgende:
1.
Vertraging van de ziekte van Parkinson (pag. 5);
2.
Vermindering migraineaanvallen (pag. 5);
3.
Gezonder tandvlees (pag. 2);
4.
Goed voor het hart (pag. 5);
5.
Verlaging bloeddruk, zonder aanwijsbare bijwerkingen (pag. 5);
6.
Meer energie (pag. 5);
7.
Verlaging van de risico’s van type 2 diabetes (pag. 5);
8.
Beperking van het risico op aderverkalking (pag. 5);
9.
Celbescherming (pag. 5);
10.
Bestrijding van chronische vermoeidheid (pag. 4);
11.
Lager cholesterol zonder bijwerking (pag. 3);
12.
Het volkomen verdwijnen van spierpijnen (pag. 3)
13.
Brandstof voor cellen (pag. 5).
Het middel Q10 wordt een co-enzym genoemd. Klager vraagt zich af of dit enzym ook bekend is in de medische wetenschap.
Q10 wordt aangeprezen als een geneesmiddel tegen spierpijnen, paradontitis en hoge bloeddruk. Volgens klager is reclame voor geneesmiddelen in Nederland niet toegelaten.
B.
Ook de uiting met de aanhef “Ik heb weer de BLOEDDRUK van een jonge vent” op pagina 6 is misleidend. Volgens deze uiting is de heer Ravestein verlost van zijn hoge bloeddruk door een “nieuw supplement, dat speciaal ontwikkeld werd om hoge bloeddruk op een natuurlijke manier tegen te gaan”.
De naam van het supplement wordt niet genoemd, noch is vermeld dat het supplement te koop is bij Pharma Nord en wat de prijs daarvan is.
C.
In de uiting met de aanhef ‘Ik ben sterker geworden’ op pagina 9 van de folder zegt Linda Wagenmakers:
“Ik geloof wel in de werking van voedingssupplementen. Carnitine slik ik geregeld. Het is een middel dat je verbranding op peil houdt, daar voel ik me fit bij”.
Klager acht de uiting misleidend, nu het middel Carnitine in de hele folder niet te vinden is. Men kan ook niet weten wat het middel kost.
Ad D.
Op pagina 6 wordt het middel Bio-Seleen + Zink aangeprezen. Gesteld wordt dat dit middel goed is voor het volgende:
1.
Draagt bij aan het behoud van normaal gezond haar.
2.
Ondersteunt mentale processen in de hersenen.
3.
Draagt bij aan gezonde nagels.
4.
Helpt bij het behoud van een normale oogfunctie.
5.
Helpt bij het behoud van een gezonde huid.
6.
Draagt bij aan een normale collageen omzetting.
7.
Ondersteunt een goede schildklierfunctie.
8.
Verhoogt de opname van ijzer uit groente.
9.
Draagt bij aan een normaal zuur/base evenwicht.
E.
Op pagina 5 staat een advertentie met de kop:
“Hulp om daddy te worden”.
Daarin staan de misleidende beweringen:
“bescherm het DNA in de zaadcellen” en
“verhoog het energieniveau van de zaadcellen”.
Informatie Keuringsraad KOAG/KAG
De Keuringsraad heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Het blad valt onder de competentie van de Keuringsraad en is niet ter preventieve toetsing aan deze voorgelegd. Indien dat wel was gebeurd, dan zou het blad niet van een toelatingsnummer zijn voorzien, onder meer omdat de in de klacht aangehaalde uitingen met betrekking tot Q10, de uiting ten aanzien van een “nieuw supplement” en de twee bestreden advertenties in strijd zijn met artikel 84 Geneesmiddelenwet.
Het verweer van verweerder sub 1, Pharma Nord
Pharma Nord heeft onder meer het volgende meegedeeld.
De klacht heeft betrekking op redactionele inhoud van Swinglevend, die voor rekening komt van de uitgever van dit blad, Partner Medien Services GmbH, en op twee advertenties van Pharma Nord, betreffende de producten Bio-Seleen+Zink en B-Daddy. Pharma Nord zal reageren op klagers bezwaren tegen de advertenties.
Deze bezwaren zijn ongegrond, omdat de gebruikte claims voldoen aan de nieuwe standaard: opinies van de EFSA op basis van wetenschappelijk bewijs.
Met betrekking tot de verschillende advertenties (hierna uiting D en uiting E) stelt Pharma Nord het volgende.
Ad D (Bio-Seleen+Zink).
In deze advertentie wil Pharma Nord laten zien welke claims door de EFSA (European Food Safety Authority) zijn toegelaten voor dit product en dus niet misleidend zijn. Pharma Nord legt samenvattingen over van 11 Scientific Opinions van de EFSA betreffende Selenium, Zink, Vitamine B6, Vitamine C, Vitamine E en Selenium enriched yeast en haalt in verband met de claims uit de advertentie conclusies, neergelegd in die samenvattingen aan. Daarbij heeft Pharma Nord deze conclusies ook in het Nederlands vertaald.
Ad E.
B-DADDY
De claims in deze advertentie zijn gebaseerd op de EFSA opinie 1220, gepubliceerd in het EFSA Journal 2009 7(9) en zijn dus niet misleidend. Pharma Nord legt een samenvatting over van de desbetreffende Scientific Opinion en haalt in verband met de claims uit de advertentie conclusies aan, neergelegd in die samenvatting. Daarbij heeft Pharma Nord deze conclusies ook in het Nederlands vertaald.
Het verweer van verweerder sub 2, Partner Medien
De klacht is gemotiveerd weersproken.
Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.
De mondelinge behandeling
De standpunten van verweerders zijn nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
De onderhavige uitgave van Swinglevend, nr. 3, 2011, bevat enerzijds uitingen die in redactionele vorm zijn opgezet en waarin enkel positief wordt gesproken over voedingssupplementen, grotendeels over supplementen met het co-enzym Q10, en anderzijds uitingen waarin staat: “Advertentie” en waarin -uitsluitend- diverse voedingssupplementen van Pharma Nord worden aangeprezen. Het blad bevat geen advertenties van andere adverteerders.
Gelet op deze samenstelling van het blad acht de Commissie het aannemelijk dat de gemiddelde consument een verband zal leggen tussen enerzijds eerstgenoemde uitingen over voedingssupplementen en anderzijds Pharma Nord, met betrekking tot welk bedrijf op pagina 6, in de advertentie voor Bio-Seleen + Zink overigens wordt gesteld:
“Pharma Nord is wereldwijd een van de leidende producenten van preventieve geneesmiddelen en voedingssupplementen, die in 50 landen verkocht worden”. Hieraan doet niet af dat de in het blad opgenomen advertenties van Pharma Nord, op de advertentie voor StatiQinon op pagina 11 na, geen betrekking hebben op voedingssupplementen met een bepaalde werkzame stof, zoals bijvoorbeeld Q10, die worden besproken in de uitingen die in redactionele vorm zijn opgezet.
Gelet op het bovenstaande houdt de onderhavige uitgave van Swinglevend naar het oordeel van de Commissie een openbare aanprijzing in van voedingssupplementen van de adverteerder Pharma Nord, zowel uitdrukkelijk door Pharma Nord zelf (de advertenties) als ten behoeve van Pharma Nord, met behulp van een derde, te weten de uitgever van Swinglevend, Partner Medien Services GmbH, een en ander als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie acht het niet aannemelijk dat de uitingen die in redactionele vorm zijn opgezet, en daardoor neutraal ogen, maar waarvan de inhoud wervend is voor voedingssupplementen, onafhankelijk van Pharma Nord tot stand zijn gekomen.
Het verweer dat anderen dan Pharma Nord ook voedingssupplementen verkopen met Q10, leidt niet tot een ander oordeel. Het komt de Commissie voor dat consumenten door de onderhavige uitgave worden bewogen om bij aankoop van voedingssupplementen, die op positieve wijze worden besproken in de redactioneel opgezette uitingen, te vragen naar een supplement van Pharma Nord.
Met betrekking tot de verschillende in de klachtbrief genoemde bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
Ad A.
Door de hiervoor in de klacht onder A sub 1 tot en met 12 vermelde zinsneden worden voedingssupplementen met Q10 gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek of pijn bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 aanhef en onder b van de Geneesmiddelenwet (Gmw). Gelet daarop is er sprake van reclame voor geneesmiddelen. Nu niet is gebleken dat voor deze geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, is de reclame in strijd met artikel 84 Gmw.
Het verweer van verweerder sub 2 dat er geen sprake kan zijn van strijd met artikel 84 Gmw, nu het niet gaat om “eindproducten”, kan niet slagen. De bestreden zinsneden hebben immers niet alleen betrekking op de werkzame stof Q10, maar op de in de bewuste uitingen besproken voedingssupplementen met die stof.
Ter onderbouwing van de bestreden zinsneden heeft verweerder sub 2 verwezen naar diverse bronnen, waaronder artikelen op Wikipedia en in Arts & Apotheker, waarin de werking van Q10 of van een supplement met Q10 aan de orde komt. Daarmee is de juistheid van de bestreden zinsneden echter nog niet aangetoond.
Nu de juistheid van de bewuste zinsneden niet is aangetoond, wordt aangenomen dat klager met juistheid stelt dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 7 NRC.
Het verweer dat er deels sprake is van testimonials, te weten van mevrouw Franken op pagina 3 en van mevrouw Laverman op pagina 4, leidt niet tot andere dan bovenstaande oordelen. Doordat deze testimonials in de onderhavige, als reclame aan te merken uitgave van Swinglevend zijn opgenomen, worden deze gemaakt tot uitingen van de adverteerder.
Ad B.
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument een verband leggen tussen de uiting op pagina 6 betreffende “een nieuw supplement dat speciaal ontwikkeld werd om hoge bloeddruk op natuurlijke wijze tegen te gaan” en de uiting op pagina 5 over Q10 supplementen, waarin onder de aanhef “Verlaging bloeddruk” onder meer staat:
“Q10 kan de bloeddruk van mensen met hypertensie verlagen, zonder aanwijsbare bijwerkingen”.
Naar het oordeel van de Commissie wordt aldus op vergelijkbare wijze als vermeld onder Ad A ook op pagina 6 reclame gemaakt voor een geneesmiddel. Nu niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, wordt artikel 84 Gmw overtreden.
Voorts is de juistheid van de mededeling “nieuw supplement, dat speciaal ontwikkeld werd om hoge bloeddruk op een natuurlijke manier tegen te gaan” niet aangetoond. In zoverre wordt aangenomen dat klager met juistheid stelt dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 7 NRC.
Aan bovenstaande oordelen doet -om dezelfde reden als hiervoor vermeld onder Ad A- niet af dat er in het geval van de uiting op pagina 6 sprake is van een testimonial van de heer Ravestein.
Klagers bezwaar dat niet is vermeld:
– de naam van het supplement
– dat het supplement te koop is bij Pharma Nord en
– wat het middel kost,
leidt niet tot het oordeel dat de uiting om (één van) die redenen in strijd is met de NRC.
Ad C.
Ook in de uiting op pagina 9 wordt reclame gemaakt voor voedingssupplementen, en wel in de vorm van een weergave van de mening daarover en ervaring daarmee van Linda Wagenmakers. Klagers bezwaren tegen deze uiting, te weten dat het middel Carnitine elders in de folder niet wordt genoemd en dat de prijs daarvan niet is vermeld, leiden echter niet tot het oordeel dat de uiting op (één van) die punten in strijd is met de NRC.
Ad D.
De Commissie heeft informatie ingewonnen bij de Keuringsraad KOAG/KAG. De Commissie deelt het standpunt van de Keuringsraad dat de advertentie in strijd is met artikel 84 Gmw, waar wordt gesteld:
“Ondersteunt het lichaam in het beschermen van cellen tegen oxidatieve schade” en
“Kan vermoeidheid en gebrek aan energie helpen verminderen”.
Nu er aldus naar het oordeel van de Commissie sprake is van medische claims, treft het ter vergadering door verweerder sub 1 gevoerde verweer, dat er sprake is van goedgekeurde gezondheidsclaims, geen doel.
Ter onderbouwing van de in de advertentie voor Bio-Seleen + Zink opgenomen claims heeft verweerder sub 1 samenvattingen overgelegd van Scientific Opinions van de EFSA betreffende Selenium, Zink, Vitamine B6, Vitamine E en Selenium enriched yeast. De Commissie stelt vast dat in de in deze samenvattingen opgenomen conclusies een “oorzaak en gevolg relatie” wordt vastgesteld tussen bijvoorbeeld de consumptie van selenium en het behoud van normaal haar en de consumptie van zink en het behoud van normaal haar, maar dat betekent nog niet dat de juistheid van de in de advertentie opgenomen claim “Draagt bij aan het behoud van normaal gezond haar” met betrekking tot het gehele product Bio-Seleen+Zink is aangetoond. Daargelaten dat in de bewuste conclusie alleen wordt gesproken over “normaal haar”, en niet over “normaal gezond haar”, is niet komen vast te staan dat het product in zijn geheel zowel wat betreft de hoeveelheid van de ingrediënten als wat betreft de combinatie van ingrediënten de werking heeft die aan het product wordt toegeschreven.
De Commissie oordeelt op dezelfde wijze met betrekking tot de overige in de advertentie opgenomen claims.
Nu de juistheid van de bewuste claims niet is aangetoond, wordt aangenomen dat klager met juistheid stelt dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 7 NRC.
Ad E.
De Commissie heeft informatie ingewonnen bij de Keuringsraad KOAG/KAG. De Commissie deelt het standpunt van de Keuringsraad dat de advertentie in strijd is met artikel 84 Gmw, waar wordt gesteld:
“Bescherm het DNA in de zaadcellen”.
Nu er aldus naar het oordeel van de Commissie sprake is van een medische claim, treft het ter vergadering door verweerder sub 1 gevoerde verweer, dat er sprake is van goedgekeurde gezondheidsclaims, geen doel.
Ook met betrekking tot de in de advertentie voor B-Daddy gebruikte claims heeft verweerder sub 1 samenvattingen van Scientific Opinions van de EFSA overgelegd.
Blijkens de daarin vervatte conclusies wordt bijvoorbeeld een “oorzaak en gevolg relatie” vastgesteld tussen de consumptie van selenium en de bescherming van DNA tegen oxidatieve schade, maar dat betekent nog niet dat de juistheid van de claim “bescherm het DNA in de zaadcellen” met betrekking tot het gehele product B-Daddy is aangetoond. Niet is komen vast te staan dat het product in zijn geheel zowel wat betreft de hoeveelheid van de ingrediënten als wat betreft de combinatie van ingrediënten de werking heeft die aan het product wordt toegeschreven.
Nu de juistheid van de in de uiting opgenomen claims niet is aangetoond, wordt aangenomen dat klager met juistheid stelt dat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 7 NRC.
Aangezien de Commissie beide verweerders al eerder naar aanleiding van medische claims in reclame heeft aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, heeft de Commissie besloten om deze beslissing onder de aandacht van een breed publiek te brengen als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h juncto 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.
Het verweer van verweerder sub 2 dat er geen sprake is van recidive, nu er thans sprake is van een andere situatie dan destijds, toen er in artikelen verwezen werd naar specifieke producten, maakt dit besluit niet anders, aangezien het in beide gevallen om reclame gaat die ten onrechte medische claims bevat.
De beslissing
Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen onder Ad A en Ad B acht de Commissie de bestreden uitgave van Swinglevend, voor zover daartegen bezwaar is gemaakt in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt beide verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen onder Ad D en Ad E acht de Commissie de bestreden advertenties eveneens in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt verweerder sub 1 aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.
De Commissie zal de beslissing onder de aandacht van een breed publiek brengen, als bovenvermeld.