De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclame op de website www.vitalenk.nl.
Onder het kopje:
“VITALENK
Klinisch bewezen natuurlijke ondersteuning
bij de strijd voor gezond tandvlees.”
staat onder meer de tekst:
“Consument
Vitalenk richt zich op het ontwikkelen en op markt brengen van gezondheidsproducten.
Exparovit helpt u in de strijd voor gezond tandvlees. Tegelijkertijd heeft Exparovit een gunstige invloed op de gezondheid onder andere door de weerstand te verhogen. Een Exparovit verpakking is goed voor 3 maanden.”
De klacht
De klacht luidt -samengevat en voor zover van belang voor het oordeel van de Commissie- als volgt.
De mededeling: “Klinisch bewezen natuurlijke ondersteuning bij de strijd voor gezond tandvlees” is niet gegrond op een wetenschappelijk onderzoek. Uit de uiting blijkt niet wat de onderliggende wetenschappelijke artikelen zijn.
Klager is bekend met een onderzoek dat naar het betreffende product is verricht. Dit onderzoek is niet onafhankelijk.
Klager acht de reclame in strijd met de artikelen 9, 10, 8.2 b, c en f en 8.4 a, b, d en e van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het oordeel van de Commissie
Nu klager zich op het standpunt heeft gesteld dat de werking van het betreffende product niet bewezen is, ligt het op adverteerders weg om het in de uiting genoemde effect van het product aannemelijk te maken. Adverteerder heeft geen verweer gevoerd en derhalve de geclaimde werkzaamheid niet aangetoond of aannemelijk gemaakt.
Gelet op het voorgaande is, naar het oordeel van de Commissie, onjuiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product zoals de van het gebruik te verwachte resultaten, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Nu reeds op bovengenoemde gronden de reclame misleidend is, kan een oordeel met betrekking tot de artikelen 8.2 c en 8.4 a, b, d en e NRC, die eveneens misleidende reclame betreffen, achterwege blijven.
Ook klagers opmerkingen met betrekking tot de vraag of het door hem genoemde onderzoek naar het product onafhankelijk is, laat de Commissie, nu haar bevoegdheid zich beperkt tot het beoordelen van reclame-uitingen, bij dit oordeel buiten beschouwing.
De Commissie acht de reclame-uiting niet van dien aard dat deze in strijd zou zijn met artikel 9 of artikel 10 NRC.
De beslissing
Gelet op het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel
7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.