a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2012/00907

Datum:

18-12-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misl. Ontbrekende informatie

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft de mededelingen op de website medinova.com (tabblad “Behandelingen”) betreffende de herniaoperatie. Onder het kopje “Hernia operatie” staat (vetgedrukt):

“Loop niet langer rond met uw lage rug hernia. In Medinova Kliniek Klein Rosendael wordt u binnen 10 dagen gezien. Bovendien mag Kliniek Klein Rosendael zich TopZorg aanbieder van de lage rughernia noemen.”

 

De klacht

 

De klacht wordt als volgt samengevat.

 

Op de website wordt niet verwezen naar de Ketenzorgrichtlijn aspecifieke lage rugklachten uit 2003 en 2010, op grond waarvan patiënten met lage rugpijn eerst moeten worden behandeld door een fysiotherapeut, manueel therapeut of chiropractor, en waarin staat dat herniaoperaties niet effectiever zijn dan de goedkopere behandelingen door een fysiotherapeut, manueel therapeut of chiropractor. Op de website wordt niet vermeld dat in 70 tot 80% van de gevallen een hernia vanzelf overgaat. Evenmin  wordt gewezen op de risico’s van een herniaoperatie, terwijl vaststaat dat in bijna de helft van de operaties (42,5%) complicaties optreden, waaronder dodelijke. Nu op de website onvolledige informatie wordt verstrekt, worden patiënten misleid.

 

Het verweer

 

Medinova vermeldt in het op de website beschikbare kwaliteitsjaarverslag dat wordt gewerkt volgens de richtlijnen en behandelprotocollen die zijn opgesteld door de diverse beroepsgroepen. Medinova is in het bezit van het ZKN-keurmerk en heeft voor wat betreft de herniaoperatie voldaan aan de zeer strenge aanbestedingseisen voor het Menzis TopZorg keurmerk. De patiënten die zich in Kliniek Klein Rosendael melden voor een eerste consult hebben veelal lange conservatieve of behandeltrajecten in andere ziekenhuizen doorlopen. Iedere patiënt heeft – ook voor het eerste consult – een verwijsbrief van zijn (huis)arts nodig. Een nieuwe patiënt met recent ontstane klachten wordt nooit direct geopereerd. Medinova werkt samen met fysiotherapeuten, manueel therapeuten en pijnspecialisten om patiënten een goed conservatief traject aan te kunnen bieden. Van de patiënten die zich bij Kliniek Klein Rosendael melden met lage rugklachten wordt uiteindelijk minder dan 40% geopereerd.

Aan iedere operatie zijn risico’s verbonden. Patiënten worden daarover door Medinova zowel mondeling als schriftelijk geïnformeerd. In een gesprek met de specialist worden de voor- en nadelen van een operatie gewogen en wordt gezamenlijk een behandelplan opgesteld. Voorts wordt een bedenktijd van minimaal 7 dagen gehanteerd alvorens een operatie wordt ingepland.

In 2011 zijn in Kliniek Klein Rosendael  ruim 600 patiënten geopereerd, waarbij 4 complicaties zijn ontstaan, geen van alle met blijvende schade. Het door klager genoemde percentage van 42,5 wordt daarom niet onderschreven.

Op de betreffende webpagina staat een beknopte samenvatting van een behandeling die bij Medinova wordt uitgevoerd. Onder “Meer informatie” wordt verwezen naar de mogelijkheden om nadere informatie te ontvangen, een vraag te stellen of een afspraak te maken.

 

Ter wille van een duidelijke communicatie zal de bestreden uiting op twee punten worden aangepast. In de aanhef wordt het woord “onnodig” toegevoegd: “Loop niet langer onnodig rond met uw lage rug hernia”. Als laatste zin vóór het onderdeel “Meer informatie” wordt toegevoegd: “Met u zal bekeken worden welke behandeling de geëigende oplossing is.”

 

De repliek

 

Het standpunt van klager wordt gehandhaafd en als volgt – zakelijk weergegeven – nader toegelicht.

 

In de uiting adverteert Medinova met de mededeling “Loop niet langer rond met uw lage rug hernia”, zonder daarbij te vermelden:

–        welke risico’s er verbonden zijn aan herniaoperaties;

–        dat in 42,5% van de gevallen bij herniaoperaties complicaties optreden;

–        dat in 74% van de gevallen de geopereerden nooit meer aan het werk kunnen;

–        dat in 41% van de gevallen de klachten verergeren en meer pijnstillers moeten worden gebruikt;

–        dat de richtlijnen voor huisartsen, neurochirurgen en andere artsen behandeling door een fysiotherapeut, manueel therapeut of chiropractor voorschrijven en stellen dat dure herniaoperaties niet bewezen effectiever zijn dan fysiotherapie of chiropraxie;

–        dat in 70 tot 80% van de gevallen hernia’s vanzelf weer overgaan;

–        dat de patiëntveiligheid bij minimaal invasieve chirurgie (endoscopische behandelmethode) onvoldoende gewaarborgd is.

 

De wijze waarop Medinova in de uiting informatie verstrekt over de door haar aangeboden diensten is strijdig met de wettelijke verplichtingen krachtens de Wet Marktordening Gezondheidszorg (met name de inleiding alsmede de artikelen 38 lid 4 en 39 lid 1) en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO, artikel 448). Door de patiënt de inlichtingen en informatie waar hij recht op heeft te onthouden, wordt door Medinova het machtsverschil met de patiënt uitgebuit. Het is niet voldoende de patiënt achteraf, in een besloten en daardoor niet controleerbaar gesprek te informeren over de verwachtingen en de risico’s van een herniaoperatie. Het bezit van keurmerken en de doorverwijzing door een (huis)arts ontslaat Medinova niet van de verplichting eerlijk te adverteren. Door de uiting worden patiënten tot een beslissing (herniaoperatie) gebracht die zij niet zouden nemen indien zij reeds in de uiting werden geïnformeerd over de risico’s van de operatie, de vooruitzichten en de alternatieve behandelmogelijkheden. De uiting is om die reden misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Door klager zijn ter onderbouwing van bovengenoemde stellingen diverse stukken overgelegd waarop, voor zover nodig voor de beslissing, in het oordeel van de Commissie wordt ingegaan.

 

De dupliek

 

In reactie op de klacht en de repliek is namens Medinova het volgende – kort samengevat –  aangevoerd.

 

De uiting is gericht op een bepaalde doelgroep, te weten (potentiële) patiënten met een gediagnosticeerd LRS (lumbaal radiculair syndroom), die een verwijzing hebben van de huisarts, ARBO-arts of een specialist uit een andere zorginstelling. In dit voortraject is al duidelijk geworden dat de klachten niet vanzelf zijn overgegaan. Als de patiënt Medinova benadert kan hij binnen 10 dagen worden gezien voor een eerste consult. Vervolgens wordt in overleg met de patiënt bekeken wat de geëigende behandeling is. Dit hoeft geen operatie te zijn, maar kan ook bestaan uit een conservatieve behandeling. In minder dan 40% van de gevallen wordt een operatie uitgevoerd. Het risico van complicaties is inherent aan iedere operatie en wordt in de folders die door middel van een directe link leesbaar zijn op de website beschreven.

Met betrekking tot klagers stellingen dat in 42,5% van de gevallen bij herniaoperaties complicaties optreden, in 74% van de gevallen geopereerden nooit meer terug aan het werk kunnen, bij 41% de klachten verergeren en meer pijnstillers moeten worden gebruikt, en dat de patiëntveiligheid bij minimaal invasieve chirurgie niet gewaarborgd is, voert Medinova aan – kort gezegd – dat klager zich hierbij veelal baseert op onderzoeken die niet voldoen aan de in Nederland geldende (wetenschappelijke) vereisten en die bovendien geen betrekking hebben op de situatie bij Medinova. Nu de gestelde risico’s zich bij Medinova niet voordoen, behoeft daarvoor niet te worden gewaarschuwd, waarbij onbesproken wordt gelaten of er een eventuele plicht tot waarschuwen zou bestaan.

De Ketenzorgrichtlijn Aspecifieke Lage Rugklachten 2010 (die de richtlijn uit 2003 heeft vervangen), waarop klager zich beroept, is niet van toepassing. LRS betreft een specifieke rugklacht, terwijl genoemde richtlijn betrekking heeft op aspecifieke rugklachten.

Op grond van  al het voorgaande concludeert Medinova dat het verwijt dat klager Medinova maakt feitelijk onjuist is.

 

Voorts wordt aangevoerd dat Medinova niet handelt in strijd met de door klager aangehaalde wettelijke bepalingen, dat niet op basis van de website een besluit tot een transactie (i.c. de herniaoperatie) wordt genomen en dus het economisch gedrag van de gemiddelde consument kan worden verstoord, en dat op de website voldoende informatie wordt gegeven aan de potentiële patiënt voor de afweging om al dan niet een afspraak voor een eerste consult te maken. In het rechtstreekse contact tussen patiënt en hulpverlener wordt vervolgens alle op de individuele patiënt afgestemde informatie verstrekt.

 

De mondelinge behandeling

 

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en daarbij pleitaantekeningen overgelegd.

Voor zover nodig voor de beslissing wordt op hetgeen door partijen is aangevoerd ingegaan op het oordeel.

 

Het oordeel van de Commissie

 

De Commissie begrijpt de klacht aldus dat Medinova volgens klager in de bestreden uiting verzuimt te vermelden wat de risico’s en vooruitzichten van een herniaoperatie zijn en welke alternatieve behandelmethoden er bestaan, waardoor sprake is van een omis­sie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Neder­landse Reclame Code (NRC), te weten het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. 

 

Het wervende element van de uiting bestaat, naar het oordeel van de Commissie, uit de vetgedrukte aanhef, zoals onder “De bestreden reclame-uiting” is aangehaald. Hiermee wordt de aandacht  gevestigd op de punten waarop de door Kliniek Klein Rosendael geboden dienst zich kennelijk van andere aanbieders wil onderscheiden, te weten de korte periode van 10 dagen voordat men wordt “gezien” en het TopZorg ‘keurmerk’.

Naar het oordeel van de Commissie  kan de bestreden uiting (slechts) leiden tot een besluit om al dan niet contact op te nemen met Kliniek Klein Rosendael voor het vragen van meer informatie of het maken van een afspraak. Over een eventuele operatie of alternatieve behandeling kan eerst worden beslist na ontvangst van op de patiënt toegespitste informatie en in overleg met de specialist.

 

Met betrekking tot de vraag of de door klager gewenste informatie over risico’s, vooruitzichten en alternatieve behandelmethoden in de uiting moet worden vermeld, stelt de Commissie voorop dat daartoe naar haar oordeel geen wettelijke verplichting bestaat. Het door klager aangehaalde artikel 7:448 BW (WGBO) ziet op de informatieplicht van de hulpverlener jegens de patiënt over – onder meer – de voorgenomen behandeling. Dit betreft op de individuele patiënt afgestemde informatie die niet in een uiting met een algemeen karakter als de onderhavige kan en behoeft te worden vermeld.

In de Wet Marktordening Gezondheidszorg, die ziet op de wenselijkheid van bescherming en bevordering van de positie van de consument gelet op diens informatieachterstand en het machtsverschil tussen partijen in de zorg, kan naar het oordeel van de Commissie evenmin de verplichting worden gelezen om in de bestreden uiting meer informatie op te nemen dan thans het geval is.

 

Ook kan niet geoordeeld worden dat informatie over risico’s, vooruitzichten en alternatieve behandelmethoden in de uiting opgenomen dient te worden als essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een herniaoperatie te kunnen nemen. De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat de uiting is gericht op mensen die van hun huisarts of een andere arts te horen hebben gekregen dat zij een specialist moeten raadplegen om te bezien of een herniaoperatie geïndiceerd is. In de uiting wordt niet gesteld of gesuggereerd dat een operatie de enige oplossing voor een lage rughernia is of dat iedereen die zich met LRS bij Kliniek Klein Rosendael meldt een operatie ondergaat. De uiting bevat een beschrijving van wat een hernia is, de mededeling dat in Kliniek Klein Rosendael de hernia door middel van een endoscopische operatie kan worden verwijderd, een link naar informatiefolders waarin het algemene risico bij operaties wordt vermeld,  en een verwijzing naar de mogelijkheden om meer informatie op te vragen. In de gegeven omstandigheden mocht adverteerder met deze informatie volstaan.

 

Gelet op het vorenstaande is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van het ontbreken van essentiële informatie in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. De klacht wordt daarom afgewezen.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken