De bestreden reclame-uiting
Het betreft een artikel met de titel “Schaamlipcorrectie is meer dan een cosmetische ingreep” in de rubriek Gezondheid&Co van het door verweerder sub 2 uitgegeven Harener Weekblad. In het artikel wordt de (aanleiding voor de) desbetreffende medische behandeling beschreven, waarbij onder meer wordt gezegd dat een ervaren en gespecialiseerde plastisch chirurg van Kliniek Veldhoven onder plaatselijke verdoving een schaamlipverkleining kan uitvoeren. Voor meer informatie wordt in de uiting verwezen naar de website gezondheidenco.nl.
De klacht
Klaagster stelt, samengevat, dat in het artikel een medische behandeling wordt aangeraden. Op de pagina staat nergens dat het om een advertentie of om reclame (een advertorial) gaat. Er is sprake van beïnvloeding onder het mom van een objectief gezondheidsadvies in een gezondheidskatern. Klaagster stelt dat op deze wijze redactionele inhoud in de media wordt gebruikt om reclame te maken voor een product, zonder dat dit duidelijk uit de uiting blijkt.
De reacties van verweerders
Hierop zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) Niet in geschil is dat de uiting waartegen de klacht is gericht een reclame-uiting is en dat deze uiting als redactionele inhoud in het Harener Weekblad is geplaatst zonder dat daarbij duidelijk werd gemaakt dat het in feite een ‘advertorial’ betrof. De voorzitter begrijpt dat dit laatste het gevolg was van een misverstand bij de redactie van verweerder sub 2. Blijkens hetgeen zij als verweer heeft aangevoerd, heeft de redactie van verweerder sub 2 per abuis gemeend dat dat de uiting geen reclame betreft en dus zonder toevoeging van de aanduiding ‘advertorial’ geplaatst kon worden. Nu in de uiting een vermelding ontbreekt die duidelijk maakt dat daarin in feite ten behoeve van verweerder sub 1 reclame wordt gemaakt voor een medische behandeling (een schaamlipcorrectie) en dit ook overigens onvoldoende uit de inhoud van de uiting blijkt, dient deze in strijd te worden geacht met nummer 10 van de bij artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) behorende bijlage 1. De voorzitter acht het aannemelijk dat verweerder sub 1 voor de uiting heeft betaald, nu daarin wordt verwezen naar de website gezondheidenco.nl, waar een uitvoeriger artikel staat over de door verweerder sub 1 uit te voeren medische behandelingen. Dit laatste artikel wordt overigens wel als advertorial aangeduid. Op grond van het voorgaande is ten aanzien van de in het Harener Weekblad gepubliceerde uiting sprake van oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 NRC.
2) De voorzitter ziet in het feit dat verweerder sub 2 uitdrukkelijk heeft verklaard dat sprake is van een fout die geheel aan haar is te wijten, hetgeen door verweerder sub 1 wordt onderschreven, aanleiding de overtreding van artikel 7 NRC uitsluitend aan verweerder sub 2 toe te rekenen. De voorzitter is verder van oordeel dat verweerder sub 2 voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een eenmalige fout die is veroorzaakt door “Sinterklaasdrukte”. Verweerder sub 2 stelt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Gelet hierop en op het feit dat op de (blijkbaar door verweerder sub 2 beheerde) website gezondheidenco.nl wel de aanduiding ‘advertorial’ is gebruikt, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. De voorzitter zal dus een aanbeveling achterwege laten en volstaan met te beslissen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen hiervoor is vermeld acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC, welk handelen wordt toegerekend aan verweerder sub 2.
Ten aanzien van verweerder sub 1 wordt de klacht afgewezen.