De bestreden reclame-uiting

Het betreft een “PERSOONLIJK” geadresseerde envelop waarop staat:

“Landelijke oproep

 voor de controle van uw gehoor”.

In de linkerbovenhoek van de envelop staat, in kleine letters: “Schoonenberg” met daarbij het postbusadres.

In de envelop zit een brief met in de rechterbovenhoek het logo van Schoonenberg.

De kop van de brief luidt:

“Hoe goed is uw gehoor?

Landelijke oproep voor Gratis Hoortest op 7 en 8 april.”

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Door op de envelop in dikke letters “Landelijke oproep” te zetten en door deze te adresseren aan een persoon met bij de adresgegevens de uitdrukkelijke vermelding “PERSOONLIJK”, wordt de indruk gewekt dat het om een brief van de overheid gaat. Pas na opening van de envelop en lezing van de brief blijkt dat het om een gratis hoortest door Schoonenberg gaat. Hierdoor maakt adverteerder misbruik van het feit dat mensen bekend zijn met landelijke oproepen in het kader van gezondheidsonderzoeken, waardoor zij zullen denken dat dit ook een overheidsonderzoek betreft, terwijl hier een commercieel bedrijf probeert de geadresseerde naar de winkel te lokken.

Het verweer

Adverteerder voert aan dat de uiting niet de indruk wekt dat deze van de overheid afkomstig is, omdat op de envelop in de linkerbovenhoek vermeld wordt dat Schoonenberg de afzender is. Dit wordt in de brief nog verder duidelijk door het grote logo in de rechterbovenhoek en de ondertekening door Schoonenberg audicien. Adverteerder wijst in dit verband op de uitspraak van de Commissie van 28 juli 2014 (dossier 2014/00459).

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de envelop onvoldoende als reclame herkenbaar acht als bedoeld in artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In dit artikel is bepaald dat reclame duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor de reclame is bestemd. Volgens de vaste lijn van uitspraken van de Commissie en het College van Beroep is aan dit vereiste voldaan indien de geadresseerde zonder moeite, reeds op grond van de envelop, kan vaststellen dat een bepaalde uiting reclame is.

Met betrekking tot de onderhavige envelop overweegt de Commissie als volgt. De mededeling “Landelijke oproep voor de controle van uw gehoor” trekt onmiskenbaar de meeste aandacht. Nu echter in de linkerbovenhoek van de envelop, de gebruikelijke plaats voor de vermelding van de afzender van een poststuk, de naam en adresgegevens van Schoonenberg staan, is voor het publiek waarvoor de uiting bestemd is voldoende duidelijk dat sprake is van een reclame-uiting van Schoonenberg, en niet van een van de overheid afkomstige brief betreffende een bevolkingsonderzoek.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.