De bestreden reclame-uiting
Het betreft een radiocommercial waarin wordt gezegd: “Heeft u een laag libido? Dan weten wij van Erectieshop wat u bedoelt. Een goed erectiemiddel koopt u veilig discreet en snel op erectieshop.nl.”
De klacht
In de radiocommercial wordt een medicament als “erectiemiddel” aangeprezen. Dat suggereert dat het medicament een erectie tot stand brengt. Een dergelijk middel is echter (nog) niet op de markt. De tot op heden bekende middelen verlengen de duur en stevigte van de erectie. Die moet echter nog steeds tot stand worden gebracht door “opwinding”. De bewering dat het aangeprezen middel zelf een erectie tot stand kan brengen, is onwaar.
De reactie van adverteerder
Eerdere klachten zijn altijd ongegrond verklaard.
Het standpunt van de Keuringsraad KOAG/KAG
Dit wordt als volgt samengevat.
De uiting is niet ter preventieve toetsing aan de Keuringsraad KOAG/KAG voorgelegd en derhalve niet van een toelatingsnummer voorzien. Indien de uiting wel zou zijn voorgelegd, dan had de Keuringsraad KOAG/KAG deze niet van een toelating voorzien. Allereerst wordt uit de radiocommercial niet direct duidelijk naar welk(e) erectiemiddel(en) wordt verwezen. Uit de website blijkt dat erectieshop.nl voedingssupplementen verkoopt. Zelfregulerend toezicht op publieksreclame voor gezondheidsproducten (waaronder voedingssupplementen) valt onder de bevoegdheid van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG). De normen waaraan wordt getoetst, zijn opgenomen in de Code voor de Aanprijzing Gezondheidsproducten (CAG). In de radiocommercial wordt de suggestie gewekt dat “een goed erectiemiddel” van adverteerder iets kan doen aan een laag libido. Dit is een medische claim. Deze claim is onder andere in strijd met artikel 19 en 20 Warenwet, artikel 84 Geneesmiddelenwet en artikel 10 CAG. Dat wil zeggen dat sprake is van een aanprijzing met geneeskundige inhoud of een toespeling daarop. Ook de website is niet ter preventieve toetsing aan de Keuringsraad KOAG/KAG voorgelegd en derhalve niet van een toelatingsnummer voorzien.
Het oordeel van de voorzitter
1) Voor zover adverteerder naar de afdoening van eerdere klachten verwijst, betreft het klachten met een andere strekking, te weten de vraag of de reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. Dat die eerdere klachten zijn afgewezen, staat niet in de weg aan de inhoudelijke beoordeling van de huidige klacht, die specifiek ziet op de beweerdelijke werking van de aangeprezen producten, die door klager worden aangeduid als medicament. De voorzitter zal om die reden beoordelen of in de bestreden radiocommercial sprake is van een medische claim waarbij de producten als geneesmiddel worden gepositioneerd. Daarbij gaat het om mededelingen die bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat de aangeprezen producten bepaalde therapeutische eigenschappen hebben bij ziekte of gebrek.
2) In de bestreden uiting wordt volgens de Keuringsraad KOAG/KAG een medische claim gebruikt door de mededeling dat “een goed erectiemiddel” van Erectieshop.nl iets kan doen aan een laag libido. De gezondheidsproblemen waarnaar aldus in de uiting wordt verwezen, zullen door de gemiddelde consument kunnen worden opgevat als een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens (vgl. de definitie van geneesmiddel in artikel 1 aanhef en onder b sub 1 Geneesmiddelenwet). Adverteerder suggereert dit probleem met haar producten te kunnen verhelpen. Mededelingen die inhouden dat dankzij een product gezondheidsproblemen worden bestreden of verbeterd, impliceren dat het product een medische werking heeft. De werking die daarbij wordt gesuggereerd, kan worden opgevat als het genezen, verminderen of het voorkomen daarvan. De voorzitter oordeelt op grond van het voorgaande, in navolging van de Keuringsraad KOAG/ KAG, dat de producten door de hiervoor weergegeven mededelingen volgens het aandieningscriterium als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet als een geneesmiddel dienen te worden gekwalificeerd.
3) Voor reclame voor een geneesmiddel is vereist dat hiervoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet. Niet gesteld of gebleken is dat voor de aangeprezen producten een dergelijke handelsvergunning is verleend. Om die reden is de uiting in strijd met het verbod van artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC. Tevens is de uiting daardoor in strijd met artikel 4 Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015. Het feit dat het adverteerder om die reden niet is toegestaan voor de onderhavige producten reclame te maken, impliceert dat niet meer wordt toegekomen aan de beantwoording van de vraag of adverteerder haar producten in de radiocommercial terecht aanprijst als “een goed erectiemiddel”.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht op grond van het voorgaande de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en met artikel 4 CPG 2015. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.