De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende twee reclame-uitingen op de website www.tattoocreme.nl:
1.
Een uiting op www.tattoocreme.nl/shop/pijnloze-cremes.
Daarin staat onder het kopje “Pijnloze zalf” onder meer:
“Wilt u een tattoo zetten, laserbehaneling ondergaan of permanente make-up laten zetten?
Dan is pijnloze zalf aan te raden. In onze webshop kunt u terecht voor verschillende zalven. Pijnloze zalf kan ervoor zorgen dat de pijn tijdens de behandeling vermindert.”
En onder het kopje “Wat doet pijnloze zalf precies?”:
“Pijnloze zalf vermindert de pijn tijdens een tattoo, laserbehandeling of permanente make-up. De zalf werkt door de huid pijnloos te maken en zo de pijn te verminderen. (…) De werkzame stoffen helpen bij een plaatselijke pijnloos gevoel (…)
Het middel verlicht pijn (…).”
2.
Een uiting op www.tattoocreme.nl/info-pijnloze-cremes.
Daarin staat onder het kopje “info pijnloze cremes – Nederland & België” onder meer:
“Pijnloze crème specialist
Wij zijn een officiële Nederlandse / Belgische leverancier (tegenwoordig ook internationaal) van de tattoo pijnloze crème (…). Pijnloze crème is een product dat is ontworpen om de pijn van bijvoorbeeld tatoeages te verminderen. Al onze crèmes bevatten de ingrediënten
lidocaïne, prilocaïne en epinefrine om ervoor te zorgen dat u geen pijn ervaart wanneer u uw behandeling ondergaat. Wij bieden een selectie crèmes die helpen om de pijn te elimineren.”
en
“Eigen merk
• Tattoo Creme Original 75% is ons eigen product (…) Het elimineert de pijn net als alle andere pijnloze crèmes en tegelijkertijd verzorgt de zalf ook uw huid.”
Samenvatting van de klacht
Klager heeft de volgende bezwaren.
a.
De uitingen zijn in strijd met artikel 1 lid 1 sub b in verbinding met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet (Gw) en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Door de aanprijzing en presentatiewijze, waarbij gebruik wordt gemaakt van medische claims en/of toespelingen daarop, dienen de aangeboden producten te worden beschouwd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b van de Gw. Artikel 84 Gw verbiedt reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Voor de betreffende producten is geen handelsvergunning verleend, zodat de uitingen in strijd zijn met artikel 84 Gw.
b.
De uitingen zijn in strijd met artikel 5.2 CAG. Op grond hiervan is reclame voor gezondheidsproducten, waarbij sprake is van een aanprijzing met een geneeskundige inhoud of toespeling, niet toegestaan.
c.
De uitingen zijn misleidend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a en b NRC en daardoor in strijd met artikel 7 NRC.
Bij het bovenstaande heeft klager voor wat betreft de verschillende uitingen het oog op de volgende tekstgedeelten:
Ad uiting 1.
De volgende “medische claims” die “een verdovend effect suggereren”, aldus klager:
“Pijnloze zalf kan ervoor zorgen dat de pijn tijdens de behandeling vermindert”;
“Pijnloze zalf vermindert de pijn tijdens een tattoo (..)”;
“De zalf werkt door de huid pijnloos te maken en zo de pijn te verminderen”;
“De werkzame stoffen helpen bij een plaatselijk pijnloos gevoel” en
“Het middel verlicht pijn (..).”
Ad uiting 2.
“Pijnloze crème is een product dat is ontworpen om de pijn van bijvoorbeeld tatoeages te verminderen”;
“(..) zorgen dat u geen pijn ervaart”;
“(..) die helpen om pijn te elimineren”;
“Tattoo Creme Original 75% (..) elimineert de pijn (…).”
Samenvatting van het verweer
Adverteerder is van mening dat de klacht bij voorzittersbeslissing kan worden afgedaan. Op grond van artikel 11 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep (verder: “het reglement”) kan de voorzitter de klacht afwijzen dan wel ter zijde schuiven als hij van oordeel is dat de reclame grensoverschrijdend is als bedoeld in bijlage 1 bij het reglement.
In dit geval is er is sprake van zodanige grensoverschrijdende reclame. Adverteerder is in Spanje gevestigd en ook de website wordt vanuit Spanje gehost. Dat maakt dat de klacht moet worden behandeld in Spanje en dat de Commissie niet bevoegd is deze te behandelen.
Subsidiair neemt adverteerder het volgende standpunt in.
De Keuringsraad stelt dat er sprake is van overtreding van de Geneesmiddelenwet, van artikel 5.2 CAG en van artikel 7 jo 8.2 NRC.
Op de website van adverteerder zijn producten opgenomen die zonder recept verkrijgbaar zijn. Voor dergelijke producten geldt geen reclameverbod.
Artikel 1 onder b van de Gw bevat een brede definitie van “geneesmiddel”. Gelet op deze definitie zou gesteld kunnen worden dat er in dit geval sprake is van een geneesmiddel.
Indien er sprake is van een geneesmiddel, dan betreft het echter een algemeen verkrijgbaar geneesmiddel; de samenstelling van het product is van dien aard dat het zonder recept verkrijgbaar is.
Onduidelijk is waarom er volgens de Keuringsraad sprake is van misleidende reclame. Dat op de website is vermeld dat de crème de pijn vermindert, betreft geen misleidende reclame. Onderdelen van het product -Lidocaïne en Prilocaïne- hebben een pijnstillende werking. Daarvoor bestaat in Nederland ook een medicijnregistratie. Uiteraard gaat het hierbij niet om hetzelfde product als dat van adverteerder, “maar de werking van het product is bekend”, aldus adverteerder.
Artikel 86 Gw bevat voorschriften waaraan publieksreclame moet voldoen. Deze voorschriften zijn in acht genomen.
Waar klager stelt dat dat er sprake is van een gezondheidsproduct acht adverteerder de klacht onbegrijpelijk. Een product kan niet zowel een geneesmiddel als een gezondheidsproduct zijn, aldus adverteerder.
Adverteerder concludeert als volgt.
Primair stelt zij zich op het standpunt dat het gaat om een klacht die (eventueel) in Spanje beoordeeld moet worden.
Subsidiair is adverteerder van mening dat er is sprake van een geneesmiddel zoals omschreven in artikel 1 Gw, maar dat de aangeboden producten zonder recept verkrijgbaar zijn. Bij de “aanprijzingen (het betreft meer een toelichting/omschrijving dan een aanprijzing)”, aldus adverteerder, wordt voldaan aan de Gw. Van misleiding is geen sprake.
Het oordeel van de voorzitter
1.
Volgens adverteerder is er sprake van grensoverschrijdende reclame en zou de klacht in Spanje moeten worden behandeld. In dit verband heeft adverteerder verwezen naar artikel 11 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Deze bepaling luidt, voor zover hier van belang:
“Artikel 11
lid 1
De voorzitter kan een klacht afwijzen dan wel terzijde leggen, indien hij van oordeel is dat:
(…)
b. deze betrekking heeft op grensoverschrijdende reclame als bedoeld in de aan dit reglement gehechte bijlage I en hij geen reden aanwezig acht om de klacht door de Commissie te laten behandelen;
(…).”
In dit geval is er sprake van een klacht over grensoverschrijdende reclame als bedoeld in voornoemde bijlage I, omdat de bestreden uitingen openbaar zijn gemaakt in Nederland, terwijl deze afkomstig zijn uit een ander land, namelijk Spanje, maar de voorzitter van de Commissie ziet aanleiding om de klacht zelf te behandelen. Die aanleiding is dat de bestreden uitingen in de Nederlandse taal zijn gesteld en zich bevinden op een Nederlandse website, en daarmee specifiek zijn gericht op de Nederlandse consument.
2.
De voorzitter van de Commissie deelt het standpunt van klager dat de in de bestreden uitingen bedoelde crèmes op zodanige wijze worden aangeprezen dat er sprake is van niet toegestane, medische claims. In dit verband overweegt zij het volgende.
In de bestreden uitingen worden deze crèmes, gezondheidsproducten als bedoeld in artikel 1 CAG, op zodanige wijze gepresenteerd dat deze moeten worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 b onder 1 Geneesmiddelenwet (hierna: Gw). Deze bepaling luidt:
“In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
(…)
b. geneesmiddel: een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor:
1. Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens.” Er wordt immers specifiek een functie van het product geclaimd met betrekking tot het verminderen of voorkomen van pijn. Ingevolge artikel 84 Gw is het verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Nu niet is gesteld of gebleken dat een dergelijke vergunning in dit geval is verleend, zijn de reclame-uitingen in strijd met artikel 84 Gw en daardoor in strijd met artikel 2 NRC. De Geneesmiddelenwet is naar vaste jurisprudentie ook van toepassing op een website van een in het buitenland gevestigde onderneming, zoals hier. Dit is het geval wanneer sprake is van een op Nederland gerichte website waarvan hier sprake is, zoals hiervoor is geoordeeld.
Verder acht de Commissie de uitingen in strijd met artikel 5.2 CAG. Deze bepaling luidt:
“Reclame voor gezondheidsproducten waarin sprake is van een aanprijzing met geneeskundige inhoud of een toespeling daarop mag niet”.
3.
Het verweer dat de producten, opgenomen op adverteerders website, zonder recept verkrijgbaar zijn, doet niet af aan bovenstaand oordeel dat geen reclame mag worden gemaakt voor geneesmiddelen waarvoor geen vergunning is verleend.
4.
Nu de uitingen reeds op bovenstaande gronden in strijd zijn met de NRC, komt de voorzitter niet toe aan het beantwoorden van de vraag of er ook sprake is van misleidende reclame.
5.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter acht de bestreden uitingen in strijd met artikel 2 NRC en met artikel 5.2 CAG. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.