De bestreden reclame-uitingen
1.
Een uiting op de website van Vitamine Spot waarin op de subpagina voor het product “Multivitamine Vrouw” de volgende zinsneden staan (voor zover voor de klacht relevant):
1.“1 gummy a day keeps the doctor away”
2. “Verhoogt stemming en energie [onder een afbeelding van een smiley]
3. Versterkt de schildklier” [onder een afbeelding van spierballen]”.
2.
Een uiting op de website van Vitamine Spot waarin op de subpagina voor het product “Energie Gummies” het volgende staat (voor zover voor de klacht relevant):
“Energie Gummies geven jou in no time de ultieme boost! De gummies zorgen
voor meer focus gedurende de dag en meer power. Neem een paar gummies
in de ochtend of in de middag voor een energieboost om de dag door te
komen. Haal alles uit je dag met de Energie Gummies.
– Goed tegen vermoeidheid en moeheid
– Vermindert uw gebrek aan energie
– Goed voor de concentratie
[…]”.
Samenvatting van de klacht en de repliek
Klager heeft de volgende bezwaren:
a. Ten aanzien van uiting 1.1
Er wordt in strijd gehandeld met de wet en daardoor met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC). De uitingen op de website zijn in strijd met de artikelen 1 lid 1 sub b en 84 van de Geneesmiddelenwet. Door de aanprijzing en presentatiewijze waarbij gebruik wordt gemaakt van medische claims en/of toespelingen daarop dienen de producten die worden aangeboden als geneesmiddel te worden beschouwd in de zin van artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelwet. Artikel 84 verbiedt expliciet reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Voor deze producten is geen handelsvergunning verleend, zodat de reclame-uitingen in strijd zijn met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daarmee in strijd met artikel 2 NRC.
b. Ten aanzien van uiting 1.1
Er wordt in strijd gehandeld met artikel 5.2 van de Code aanprijzing gezondheidsproducten (hierna: CAG) op grond waarvan reclame voor gezondheidsproducten waarbij sprake is van een aanprijzing met een geneeskundige inhoud of toespeling daarop niet is toegestaan.
c. Ten aanzien van uiting 1.2, 1.3 en 2
Er wordt in strijd gehandeld met artikel 5.1 van de CAG op grond waarvan reclame voor voedingssupplementen in overeenstemming moet zijn met het richtsnoerdocument. Meer specifiek kunnen enkel gezondheidsclaims worden gebezigd die op een lijst met toegelaten claims staan of nog ‘on hold’ staan. Verder dienen in reclame voor gezondheidsproducten claims te worden gekoppeld aan de stoffen die de claim kunnen onderbouwen.
d. Ten aanzien van uiting 1.1, 1.2, 1.3 en 2.
Er wordt in strijd gehandeld met artikel 7 juncto 8.2 onder a en b NRC op grond waarvan reclame niet misleidend mag zijn. Uitingen mogen niet gepaard gaan met onjuiste informatie of informatie die voor de gemiddelde consument onduidelijk of ondubbelzinnig is ten aanzien van de voornaamste kenmerken of de aard van het product, en die de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.
Bij het bovenstaande heeft klager voor wat betreft de verschillende uitingen het oog op de volgende tekstgedeelten:
uiting 1
“1 gummy a day keeps the doctor away”
“Verhoogt stemming en energie”
“Versterkt de schildklier”.
uiting 2
“meer focus”
“Goed tegen vermoeidheid en moeheid”.
Adverteerder is in het kader van de monitoringsactiviteiten van de Keuringsraad reeds aangeschreven. Dat heeft echter niet geleid tot de gewenste aanpassingen.
Samenvatting van het verweer en de dupliek
Adverteerder legt uit dat er wordt gewerkt aan een nieuwe website. De verschillende klachtonderdelen zullen worden meegenomen bij het vernieuwen van de website. Dit kost echter wel tijd en adverteerder is hierbij afhankelijk van derden.
Adverteerder heeft niet beoogd medische claims te plaatsen op zijn website en heeft zich altijd bereid verklaard om mee te werken aan aanpassingen van de website.
Het oordeel van de voorzitter
1. Klager maakt bezwaar tegen de wijze waarop adverteerder voedingssupplementen aanprijst op zijn website. De voorzitter oordeelt hieronder per afzonderlijk klachtonderdeel.
Ten aanzien van klachtonderdeel a.
2. In uiting 1 wordt het product “Multivitamine Vrouw” op zodanige wijze gepresenteerd dat dit product moet worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Er staat immers “1 gummy a day keeps the doctor away”. Gelet op de aard van het product (bedoeld voor de gezondheid) en zijn verschijningsvorm (verpakt in een potje en blijkbaar in tabletvorm) suggereert deze zin dat het product een geneeskundige behandeling van een ziekte (‘de dokter’) kan voorkomen. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat het product een geneeskundige werking heeft. Op grond van artikel 84 van de Geneesmiddelenwet is het verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Er staat niet ter discussie dat geen handelsvergunning is verleend voor het onderhavige geneesmiddel. Gelet op het voorgaande acht de voorzitter de uiting in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daarmee met artikel 2 NRC.
Ten aanzien van klachtonderdeel b.
3. De voorzitter vindt dat uiting 1 ook in strijd is met artikel 5.2 van de CAG. Dit artikel zegt dat reclame voor gezondheidsproducten geen medische claims mag maken of doen alsof het product een geneeskundig effect heeft. Gelet op hetgeen is overwogen onder paragraaf 2 is daarvan sprake met de zinsnede “1 gummy a day keeps the doctor away”.
Ten aanzien van klachtonderdeel c.
4. De voorzitter oordeelt dat uiting 1 en uiting 2 ontoelaatbare gezondheidsclaims bevatten voor zover deze inhouden dat de aangeprezen producten een gunstige invloed hebben op de stemming, de schildklier, energie, concentratie en vermoeidheid. Deze claims zijn niet geautoriseerd en vallen evenmin onder een overgangsregeling. Om die reden zijn de hier bedoelde mededelingen in uitingen 1 en 2 in strijd met artikel 10 lid 1 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 en dus verboden. Dit impliceert dat de uitingen door deze claims niet in overeenstemming zijn met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. Tevens volgt hieruit dat uitingen 1 als 2 in strijd zijn met artikel 5.1 CAG.
Ten aanzien van klachtonderdeel d.
5. Nu de uitingen reeds op een van de bovenstaande gronden in strijd zijn met de NRC en CAG, komt de voorzitter niet toe aan het beantwoorden van de vraag of er ook sprake is van misleidende reclame.
6. De voorzitter heeft kennis genomen van de mededeling dat er aanpassingen zijn gedaan op de website, maar adverteerder heeft dit niet aangetoond. De voorzitter ziet dan ook onvoldoende aanleiding om een aanbeveling voor zover nodig te doen.
7. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht uiting 1 in strijd met artikel 2 NRC en de artikelen 5.1 en 5.2 CAG.
De voorzitter acht uiting 2 in strijd met artikel 2 NRC en artikel 5.1 CAG. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.