De bestreden reclame-uiting
Het betreft een krantenadvertentie waarin adverteerder onder de aanhef “Slechts 1 dag!” melding maakt van de verkoop van tapijten met 90% korting “wegens opheffing van ons bedrijf”.
Samenvatting van de klacht
Adverteerder adverteert al langere tijd met vergelijkbare advertenties, maar is nog nooit opgeheven. De advertentie is misleidend omdat wordt gesteld dat hoge korting wordt gegeven in verband met de opheffing.
Het verweer
Adverteerder is een tapijtgroothandel die vroeger diverse eigen winkels had. Wegens de hoge leeftijd en ziekte van haar directeur kan adverteerder slechts één dag per week in plaats van 6 tot 8 weken achter elkaar uitverkoop houden waardoor het enige tijd zal duren voordat de meeste tapijten zijn verkocht. Er is geen sprake van misleiding want adverteerder zal zeker stoppen en de korting is echt.
Het oordeel van de voorzitter
Uit de klacht blijkt dat klager op grond van eerdere soortgelijke advertenties van adverteerder verwachtte dat het bedrijf van adverteerder zou worden opgeheven en dat daarom hoge korting wordt gegeven. Niet weersproken is dat adverteerder al langere tijd op de onderhavige wijze reclame maakt. Volgens adverteerder is echter wel degelijk sprake van een opheffingsverkoop. Deze vindt wegens de leeftijd en de gezondheid van haar directeur niet binnen een aaneengesloten periode van 6 tot 8 weken plaats, maar gedurende één dag per week voor onbepaalde tijd, te weten zolang haar directeur, die bijna 80 jaar en ernstig ziek is, de verkoop kan volhouden. Dat neemt niet weg dat de advertentie ten onrechte de indruk wekt dat de opheffingsverkoop “slechts 1 dag!” duurt, dat wil zeggen eenmalig is, in plaats van dat het gaat om een voortdurende verkoop gedurende één dag per week voor onbepaalde tijd. Hierdoor is sprake van het op onduidelijke wijze verschaffen van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande is de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.