De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in GolfWeekly, nummer 29 van 30 oktober 2014.
Daarin staat onder het kopje “Performance Perfected With Trion:Z” onder meer:
“ARMBANDEN
MET MAGNETISCHE
TECHNOLOGIE
DIE DE BLOEDSOMLOOP
VERBETEREN EN
PRESTATIES VERHOGEN”
en
“Betere aanvoer van zuurstof”.
Links onderin de advertentie die een foto bevat van golfer Joost Luiten, die kennelijk een Trion:Z armband draagt, staat:
“Backed by independent clinical trials”.
De klacht
De uiting bevat “gezondheidsclaims” waarvoor in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden. Klager haalt deze claims als volgt aan:
“De magnetische armbanden verbeteren de bloedsomloop, geven een betere aanvoer van zuurstof en verhogen prestaties”.
Ook de mededeling “Backed by independent clinical trials” is nergens op gebaseerd en dus misleidend. Het bedrijf verwijst op haar website naar een in Engeland uitgevoerde “studie” met 211 deelnemers, waaruit de geclaimde werking zou blijken. Het bedrijf heeft deze studie (het invullen van een vragenlijst door gebruikers) zelf uitgevoerd, niet echt onafhankelijk derhalve.
De Britse ASA heeft een klacht tegen een vergelijkbare advertentie van adverteerder in oktober 2014 gegrond verklaard, omdat geen gedegen bewijs kon worden geleverd voor de gebruikte gezondheidsclaims.
Het verweer
Het (in het Engels gestelde) verweer kan als volgt worden samengevat.
De in de klacht bestreden mededelingen zijn resultaten van kostbaar onderzoek, gedaan in opdracht van adverteerder door het bedrijf “independent health research”, gespecialiseerd in onderzoek naar gezondheidsproducten. Het onderzoek is gedaan volgens wetenschappelijke en academische standaarden. Het betreffende onderzoeksrapport, getiteld: “A clinical study to test the effects of static magnets on pain, stiffness and ease of daily functioning” wordt bij het verweer overgelegd.
Adverteerder legt voorts over een “EC Declaration of Conformity”, inhoudende een bevestiging dat de producten van adverteerder zijn geregistreerd als “CE Class Medical Device in Europe”, een brief van MHRA (Medical Medicines and Medical Devices) van 21 augustus 2014 en drie brieven van CIBG Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van respectievelijk 7 april 2014, (nogmaals) 7 april 2014 en 10 mei 2014.
De repliek
Klager heeft onder meer het volgende meegedeeld.
De verwijzing naar een goedkeuring van MHRA (class 1) en van het Nederlandse CIBG heeft niets te maken met de geclaimde werkzaamheid/effectiviteit, welke onderwerp is van de klacht.
De klacht betreft niet-onderbouwde medische claims over onder andere bloedcirculatie, aanvoer van zuurstof, gifstoffen en zenuwstelsel. De overgelegde studie gaat echter alleen over een (ook gebruikte) pijnclaim.
De website van het instituut dat het onderzoek heeft gedaan, is voorlopig “under construction”. Dit gebeurt niet bij instituten van het niveau van TNO en RIVM.
Onafhankelijk is de studie niet; deze is van de slager die betaalt om zijn vlees te laten keuren. Curieus is dat de auteursnaam op de rapportage ontbreekt.
Blijkens pagina 8 van het rapport is de mensen die zijn geselecteerd voor de studie, en die hun subjectieve pijnwaarneming 4 weken per e-mail hebben kunnen melden, niet gevraagd naar het eventuele gebruik van pijnstillers. De aanpak van de studie is onwetenschappelijk. Dit moeten anderen ook hebben gedacht:
Een publicatie in een (serieus) blad is niet terug te vinden in PubMed, het meest gebruikte databestand van medisch (getinte) artikelen en studies. De zoekmachine van PubMed kent het woord “Colantotte” niet. Het intikken van de combinatie “pain, static magnets” (conform de kop van het onderzoeksrapport) levert wel enkele publicaties op, maar deze hebben alle maar één conclusie: “magneten werken niet bij pijn”. Het Amerikaanse overheidsinstituut NCCIH, gespecialiseerd in alternatieve behandelingen, concludeerde in 2007 uit een literatuurstudie dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat magneten “werken tegen pijnverlaging” (klager bedoelt kennelijk: werkzaam zijn in die zin dat ze tot pijnverlaging leiden).
Klager deelt de opvatting van de ASA in de in de klacht genoemde uitspraak van 15 oktober 2014, dat er sprake is van misleiding.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
Namens adverteerder is onder meer meegedeeld dat de onderhavige armband “volstrekt onschadelijk” is, dat adverteerder momenteel testimonials verzamelt en dat adverteerder graag wil weten op welke wijze zij reclame mag maken.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij niet bevoegd is om zich uit te laten over de ter zitting namens adverteerder gestelde vraag, op welke wijze adverteerder “reclame mag maken”. De Commissie heeft tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code (NRC), hetgeen betekent dat de Commissie reeds gemaakte reclame toetst aan de NRC.
Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de in de bestreden uiting aangeprezen armbanden de werking hebben die daaraan in de advertentie wordt toegeschreven. Meer in het bijzonder heeft klager gesteld dat wat betreft het onderhavige product in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden van de mededelingen:
“armbanden
met magnetische
technologie
die de bloedsomloop
verbeteren en
prestaties verhogen”
en
“Betere aanvoer van zuurstof”.
Het lag op de weg van adverteerder om de juistheid van voornoemde mededelingen aan te tonen. Daarin is adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet geslaagd. Uit het bij het verweer overgelegde onderzoeksrapport “A clinical study to test the effects of static magnets on pain, stiffness and ease of daily functioning” heeft de Commissie niet kunnen afleiden dat voornoemde mededelingen juist zijn. Dit valt evenmin op te maken uit de bij het verweer overgelegde stukken omtrent -samengevat- notificatie van producten van adverteerder als medisch hulpmiddel klasse I.
Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ook de juistheid van de door klager bestreden mededeling “Backed by independent clinical trials” heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt, reeds omdat deze mededeling duidt op verschillende, onafhankelijke onderzoeken, en adverteerder bij verweer slechts naar één onderzoek heeft verwezen. Ten aanzien van dit onderzoek heeft adverteerder klagers mededeling bij repliek, dat de betreffende studie niet onafhankelijk is, niet weersproken.
In dit opzicht gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Derhalve wordt als volgt beslist.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.