De bestreden reclame-uiting
Het betreft een huis-aan-huis folder van adverteerder. Op de voorzijde van de folder staat de tekst:
“12 Apostelen genezingsdienst
(…)
Gebaseerd op het Woord van God, zullen er tijdens deze dienst 12 pastors sterke gebeden opzeggen voor uw genezing. Als u gezondheidsproblemen heeft, maar u gelooft dat door het gebed u uw problemen kunt oplossen, neem dan deel aan deze speciale genezingsdienst. Ervaar ook Gods macht in uw leven.
(…)”
Op de achterzijde van de folder worden, onder de titels:
“Door de macht van God is mijn dochter genezen”
en
“Genezen van darmkanker door het geloof”,
van verschillende personen positieve ervaringen met de betreffende gebedsdiensten beschreven.
Rechts, langs de rand, staat de tekst:
“De UKGR beweert geen mensen te kunnen genezen, maar gelooft dat God dat kan door de kracht van het geloof. Volg altijd uw dokters advies op!”
De klacht
Kanker is een medische aandoening die slechts door middel van zware medische behandelingen mogelijk te genezen is. Met name van darmkanker is bekend dat deze ziekte zeer lastig tot onmogelijk te genezen is.
De suggestie dat men, door zich tot God te wenden, van kanker kan genezen en de hieruit voortvloeiende suggestie dat degenen die niet genezen, blijkbaar worden gestraft, is in strijd met het fatsoen. Tevens is dit zeer kwetsend voor kankerpatiënten.
De uiting is in strijd met artikel 2, 4, 6, 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het verweer
De folders zijn bedoeld om mensen te informeren over de persoonlijke ervaringen van mensen met godsdienst. De stelling van klager dat de uiting suggereert dat men door gebrek aan geloof niet wordt genezen is onterecht. Adverteerder wil juist een positieve mededeling doen. Adverteerder voegt bij zijn verweer twee ´aktes van vrijgeven’ van de personen die in de folders worden genoemd, waarin onder meer staat dat hun verklaringen in de folders waar zijn. Voorts staat in de folder dat adverteerder niet beweert dat hij mensen kan genezen, maar dat hij ‘gelooft dat God dat kan door de kracht van het geloof’, en dat men altijd het advies van de dokter moet opvolgen.
Het oordeel van de Commissie
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met betrekking tot de onderhavige uiting, acht de Commissie de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet overschreden. Zij overweegt daartoe dat adverteerder – in beginsel – de vrijheid heeft om als levensbeschouwelijke organisatie zijn denkbeelden te uiten en dat de uiting geen teksten bevat die de Commissie kwetsend acht. De uiting roept op om gebedsdiensten bij te wonen en geeft de ervaringen weer van verschillende personen, die zij – naar eigen zeggen – met het geloof en de diensten van adverteerder hebben. Naar het oordeel van de Commissie wordt in de uiting niet de suggestie gewekt dat men gestraft wordt wanneer men niet bidt.
Waar het duidelijk een weergave is van persoonlijke ervaringen, kan evenmin worden gezegd dat de uiting misleidend is.
De uiting is niet van dien aard dat deze in strijd kan worden geacht met artikel 6 NRC.
Gelet op het voorgaande dient de klacht te worden afgewezen.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.