De bestreden reclame-uiting
Het betreft een billboardposter van de Amsterdamse afdeling van Forum voor Democratie met de tekst: “Corona is net zo gevaarlijk als de seizoensgriep.”
Samenvatting van de klacht (inclusief de nadere toelichting door klager)
De tekst “Corona is net zo gevaarlijk als de seizoensgriep” is onwaar en dus misleidend. Dit is inmiddels duidelijk genoeg aangetoond door een overweldigende meerderheid van ter zake deskundige wetenschappers en door een overweldigende meerderheid van mensen die in de praktijk werken met covidpatiënten. Veel en veel meer mensen sterven aan de gevolgen van covid dan aan de gevolgen van een seizoensgriep. Na een doorgemaakte covid-besmetting krijgt een grote groep mensen bovendien last van long-covid. Het verspreiden van de uiting kan aanleiding geven tot gevaarlijke situaties. Immers: in het algemeen is het bij een optredende seizoensgriep niet nodig of verstandig veel maatregelen te treffen. Deskundigen adviseren bij covid echter juist met klem een scala aan maatregelen in acht te nemen ter voorkoming van besmetting. Mensen die vatbaar zijn voor de onware bewering in de reclame, zullen deze voor juist aannemen, en daardoor ten onrechte minder maatregelen kunnen nemen. Hierdoor lopen zij onnodig extra risico. Dat geldt ook voor de mensen met wie zij contact hebben. Onnodige (gezondheids)risico’s moeten voor iedereen zoveel mogelijk worden voorkomen.
Het oordeel van de voorzitter
Klager maakt bezwaar tegen een reclame-uiting van een politieke partij. De vrijheid van meningsuiting brengt mee dat politieke partijen op een pakkende wijze duidelijk moeten kunnen maken waar zij voor staan, welke doelen zij nastreven en welke meningen zij hebben. In dat kader komt aan de politieke partijen grote vrijheid toe. Duidelijk is dat het in de uiting een mening van een politieke partij betreft over de ernst van corona. Deze mening sluit aan bij het inmiddels algemeen bekend te achten standpunt van deze partij over die kwestie. Dat deze mening, zoals klager betoogt, niet in lijn zou zijn met de heersende opvattingen in de wetenschap, geeft op grond van het voorgaande geen aanleiding om de klacht gegrond te achten. De voorzitter beslist daarom als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.