a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Niet)-commerciele reclame

Dossiernr:

2023/00579 - CVB

Datum:

05-06-2024

Uitspraak:

CVB Afwijzing Bevestigd (=Afwijzing)

Product/dienst:

(Niet)-commerciele reclame

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

Het College van Beroep [5 juni 2024]

1.  Procedureverloop

[…]

2.  De bestreden reclame-uiting

De inleidende klacht is gericht tegen de website www.transplantatiestichting.nl voor zover hierop in het kader van de “Week van het Donorgesprek” wordt gezegd:
“Het geeft rust als orgaandonatie besproken is.
Maandag 9 oktober start de Week van het Donorgesprek. Met deze campagneweek verlaagt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) de drempel om met elkaar te praten over de keuze in het Donorregister. En dat is belangrijk. Want iedereen staat in het Donorregister, maar lang niet iedereen kent de keuze van hun dierbare. Daarom vraagt de NTS aandacht voor het donorgesprek onder de campagnetitel ‘Vraag het gewoon!’.
Praten met naasten is belangrijk.
Iedereen vanaf 18 jaar staat in het Donorregister. Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is? Door met elkaar in gesprek te gaan, voorkom je dat je dierbaren verrast worden, niet weten hoe je erin stond of moeilijke keuzes moeten maken terwijl ze al verdriet hebben. IC-arts (naam) zegt daarover: ‘Voor alle partijen geeft het rust als je weet wat iemand zou hebben gewild. Ondanks de enorme emoties en verdriet die er heersen.’ En donatie-intensivist (naam) vertelt uit eigen praktijk: ‘Een aantal weken na een overlijden op de IC hebben we een nagesprek met nabestaanden. Dan merken we dat mensen die op de hoogte waren van de donorkeuze daar beter op terugkijken. En dat het in de rouwverwerking kan helpen.’
De Week van het Donorgesprek.
In de campagneweek wordt het praten met elkaar over orgaandonatie genormaliseerd. Directeur van de NTS Naomi Nathan: ‘Orgaandonatie lijkt vaak een ver van je bed show. Maar het kan uiteindelijk iedereen overkomen. Stel dat je op de Intensive Care belandt en de arts in het ergste geval met jouw naasten in gesprek moet over jouw keuze in het Donorregister. Dan helpt het enorm als je thuis al eens samen hebt besproken hoe je erover denkt.’”

3.  Het geschil in eerste aanleg

3.1. De inleidende klacht is gericht tegen de volgende mededeling in de bestreden uiting: “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?” Appellanten stellen dat bij orgaandonatie geen sprake is van overlijden van de donor naar gangbaar taalgebruik, maar van overlijden volgens een specifieke invulling van het begrip ‘hersendood’ in de zin van artikel 14 lid 2 Wet op de Orgaandonatie. De Commissie en het College van Beroep hebben in diverse uitspraken geoordeeld dat reclame-uitingen voor orgaandonatie waarin zonder toelichting wordt gesproken over ‘na overlijden’ in strijd zijn met artikel 5 Nederlandse Reclame Code. Door in de uiting de indruk te wekken dat de vraag over orgaandonatie gesteld wordt op het moment van ‘(plotseling) overlijden’ zonder uitleg te geven wat hieronder wordt verstaan, worden mensen onjuist geïnformeerd.

3.2. De Commissie heeft de klacht afgewezen en daartoe, kort samengevat, het volgende overwogen. Gelet op de strekking van de uiting en de boodschap zoals het publiek die zal begrijpen, ligt in de uiting niet de suggestie besloten dat de orgaandonor daadwerkelijk is overleden (naar gangbaar taalgebruik) op het moment dat zijn naasten met de arts in gesprek gaan over zijn keuze in het Donorregister, noch dat van feitelijke donatie pas sprake is nadat de donor is overleden (naar gangbaar taalgebruik). Het publiek zal de uiting niet in die zin opvatten. De uiting betreft een oproep om met de naasten in gesprek te gaan over de keuze in het Donorregister. De bestreden zin “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?” moet in dat licht worden bezien. De zinsnede “(plotseling) overlijdt” slaat op de situatie dat een naaste onverwacht op de Intensive Care belandt en men dan wordt geconfronteerd met de keuze van de naaste over het donorschap. Dit volgt ook uit de rest van de uiting, onder meer door “Stel dat je op de Intensive Care belandt en de arts in het ergste geval met jouw naasten in gesprek moet over jouw keuze in het Donorregister.” De uiting is bedoeld om met naasten het gesprek aan te gaan over orgaandonatie, om te voorkomen dat dierbaren niet weten wat de keuze in het Donorregister is op het moment dat men zelf niet meer in staat is om dat te bespreken. Dat de uiting geen informatie bevat over de precieze feitelijke omstandigheden waaronder de orgaandonatie vervolgens zal plaatsvinden, maakt de uiting niet onjuist.

 

4.  De grieven

Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat het publiek zal begrijpen dat de woorden ‘(plotseling) overlijden’ slechts dienen als aanduiding van een situatie waarin men niet in staat is actief te uiten of men orgaandonor is. NTS is door de overheid aangewezen als instituut dat burgers moet informeren. De Commissie heeft dit onvoldoende meegewogen. Bij orgaandonatie is ‘overlijden’ een juridisch begrip dat nader door NTS had moeten worden toegelicht. De gemiddelde Nederlander verstaat onder ‘overlijden’ anders de situatie dat men dood is. Duidelijk had moeten zijn dat het donorgesprek niet wordt gevoerd als de patiënt dood is maar als hij of zij is opgenomen op de Intensive Care. Dat blijkt niet uit de uiting of uit andere publicaties doordat de woorden ‘(plotseling) overlijden’ in de uiting niet worden toegelicht. Hierdoor ontstaat verwarring bij het publiek over de omstandigheden waaronder het uitnemen van organen plaatsvindt. Het was beter geweest om te schrijven dat de gesprekken over orgaandonatie worden gevoerd als een overlijden van een patiënt wordt verwacht. De uiting heeft een bredere reikwijdte dan dat de Commissie heeft gedacht. De woorden ‘(plotseling) overlijden’ hebben een grote impact op lezers. Deze frasering blijft hen bij. De beslissing is daarbij niet consistent met eerdere uitspraken. Volgens die uitspraken moet het publiek altijd duidelijk worden geïnformeerd over de feitelijke omstandigheden waaronder de organen bij een donor worden weggenomen.

 

5.  De mondelinge behandeling

De standpunten van partijen zijn toegelicht mede aan de hand van pleitnota’s die als hier ingelast worden beschouwd.
Op hetgeen ter zitting is verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

6.   Het oordeel van het College

6.1. In eerdere zaken is geoordeeld dat in reclame-uitingen die zien op de keuze om zich als donor in het Donorregister te registreren, informatie dient te worden gegeven over het moment waarop de organen bij de donor worden uitgenomen. Zonder deze informatie kan men zich geen juist en volledig beeld vormen over de keuze om zich wel of niet als donor te registreren. Het College verwijst naar de beslissing in het dossier met nummer 2019/00341 en de daar aangehaalde eerdere uitspraken waaruit het voorgaande blijkt. Appellanten beroepen zich op deze uitspraken. Zij stellen dat NTS om vergelijkbare redenen in de nu te beoordelen uiting informatie had dienen op te nemen over de betekenis van de woorden ‘(plotseling) overlijden’, nu deze woorden volgens hen kunnen worden gezien als een verwijzing naar het moment waarop de organen bij de donor worden uitgenomen. Het College oordeelt hierover als volgt, mede gelet op het verweer en de (context van de) gehele uiting.

6.2. Anders dan bij de eerder beoordeelde uitingen, staat nu niet de keuze voor de registratie in het Donorregister centraal, maar strekt de uiting tot het actief met naasten communiceren over de al gemaakte keuze. Dat is een wezenlijk andere situatie dan de oproep om zich te registreren in het Donorregister. In de situatie dat men wordt aangespoord om de al gemaakte keuze met elkaar te bespreken, komt geen bijzondere relevantie toe aan (de informatie over) het exacte moment waarop de organen worden uitgenomen. Niet valt in te zien immers op welke wijze deze informatie van invloed is op de afweging om de al gemaakte keuze over het donorschap actief te bespreken. De uiting strekt ook niet verder dan de oproep dit te doen. De woorden ‘(plotseling) overlijden’ dienen in de context van de gehele uiting slechts als een algemene aanduiding van een situatie waarin men niet meer in staat is actief te communiceren over de keuze voor het donorschap, als tegenstelling tot de situatie waarin men dit wel kan én volgens de uiting ook zou moeten doen. Bedoelde woorden drukken daarmee in feite de noodzaak uit om die keuze tijdig te bespreken. NTS hoeft tegen deze achtergrond niet toe te lichten wat de gang van zaken is bij orgaandonatie. Dit is in de context van de uiting geen noodzakelijke informatie. Het College beslist als volgt.

 

7.   De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen berep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [2 april 2024]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de website www.transplantatiestichting.nl voor zover hierop in het kader van de “Week van het Donorgesprek” wordt gezegd:

“Het geeft rust als orgaandonatie besproken is
Maandag 9 oktober start de Week van het Donorgesprek. Met deze campagneweek verlaagt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) de drempel om met elkaar te praten over de keuze in het Donorregister. En dat is belangrijk. Want iedereen staat in het Donorregister, maar lang niet iedereen kent de keuze van hun dierbare. Daarom vraagt de NTS aandacht voor het donorgesprek onder de campagnetitel ‘Vraag het gewoon!’.

Praten met naasten is belangrijk
Iedereen vanaf 18 jaar staat in het Donorregister. Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is? Door met elkaar in gesprek te gaan, voorkom je dat je dierbaren verrast worden, niet weten hoe je erin stond of moeilijke keuzes moeten maken terwijl ze al verdriet hebben. IC-arts (naam) zegt daarover: ‘Voor alle partijen geeft het rust als je weet wat iemand zou hebben gewild. Ondanks de enorme emoties en verdriet die er heersen.’ En donatie-intensivist (naam) vertelt uit eigen praktijk: ‘Een aantal weken na een overlijden op de IC hebben we een nagesprek met nabestaanden. Dan merken we dat mensen die op de hoogte waren van de donorkeuze daar beter op terugkijken. En dat het in de rouwverwerking kan helpen.’

De Week van het Donorgesprek
In de campagneweek wordt het praten met elkaar over orgaandonatie genormaliseerd. Directeur van de NTS Naomi Nathan: ‘Orgaandonatie lijkt vaak een ver van je bed show. Maar het kan uiteindelijk iedereen overkomen. Stel dat je op de Intensive Care belandt en de arts in het ergste geval met jouw naasten in gesprek moet over jouw keuze in het Donorregister. Dan helpt het enorm als je thuis al eens samen hebt besproken hoe je erover denkt.”

Samenvatting van de klacht

De overheid voert een beleid dat mensen aanspoort om zich te laten registreren als orgaandonor na overlijden. Adverteerder heeft de opdracht het publiek voor te lichten en krijgt een vergoeding voor elk met succes getransplanteerd orgaan. Op 9 oktober 2023 is daartoe de campagne de Week van het donorgesprek van start gegaan. Het doel van deze campagne is de drempel te verlagen voor mensen om met elkaar in gesprek te gaan over hun keuze in het donorregister. Adverteerder gebruikt in de uiting de volgende zin: “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?” Orgaandonatie vindt echter nooit plaats bij ‘(plotseling) overlijden’ maar op een moment dat een patiënt in een ziekenhuis is opgenomen en de behandelende arts de verwachting heeft dat de patiënt niet zal herstellen. De patiënt leeft dan dus nog. Het gesprek over de keuze in het donorregister moet zeker worden gevoerd maar dan wel met de juiste informatie. Bij orgaandonatie is geen sprake van overlijden van de donor naar gangbaar taalgebruik, maar van overlijden volgens een specifieke invulling van het begrip ‘hersendood’ in de zin van artikel 14 lid 2 Wet op de Orgaandonatie. De Commissie en het College van Beroep hebben in diverse uitspraken geoordeeld dat reclame-uitingen voor orgaandonatie waarin wordt gesproken over “na overlijden” in strijd zijn met artikel 5 NRC. Dat houdt in dat de juridische noodzaak om mensen dood te verklaren moet worden uitgelegd, gevolgd door een uitleg over het moment van sterven en de eventuele risico’s die aan de procedure kleven. Door de indruk te wekken dat de vraag over orgaandonatie gesteld wordt op het moment van ‘(plotseling) overlijden’ en geen uitleg te geven over de procedure, worden mensen op een verkeerd idee gebracht over orgaandonatie. De campagne is daarom misleidend voor het publiek waardoor gehandeld wordt in strijd met artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij juiste en volledige informatie was er wellicht een andere keuze gemaakt voor de registratie in het donorregister.

Samenvatting van het verweer

De klacht ziet op het gebruik van het woord ‘plotseling’ in de uiting. De klacht berust op de veronderstelling dat dit woord betrekking heeft op de snelheid van het overlijdensproces. Daar heeft het woord echter geen betrekking op. Het woord ‘plotseling’ wijst op het onverwachte van de situatie waarin een naaste onvoorzien wordt opgenomen in het ziekenhuis en men dan met een onvermijdelijk naderende dood wordt geconfronteerd en de keuze van de naaste in het Donorregister. Het gaat erom dan te weten wat iemands keuze is.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft de klacht afgewezen en heeft daartoe, kort samengevat, overwogen dat de woorden “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt” geen onjuiste indruk wekken. Uit de bestreden uiting in zijn geheel blijkt voldoende duidelijk dat deze woorden dienen als een aanduiding van de situatie dat men niet langer in staat is zelf actief de keuze over het donorschap te uiten. De woorden zullen door het publiek niet worden begrepen als een exacte omschrijving van het moment waarop, en de omstandigheden waaronder de organen worden uitgenomen. Adverteerder hoefde in de uiting dan ook niet specifiek in te gaan op de wijze waarop orgaandonatie feitelijk plaatsvindt.

Het bezwaar van klagers tegen de beslissing van de voorzitter  

Het publiek zal juist niet begrijpen dat de woorden “(plotseling) overlijdt” slechts dienen als een aanduiding van een situatie waarin men niet langer in staat is zelf actief de keuze over het donorschap te uiten. Te veel mensen gaan er namelijk vanuit dat orgaandonatie na het echte overlijden plaatsvindt. Zij weten niet dat “na overlijden” alleen betrekking heeft op de juridische noodzaak om een potentiële donor dood te verklaren vóór de organen worden verwijderd. Naar gangbaar taalgebruik wordt met ‘dood’ of ‘overlijden’ verwezen naar een fysieke toestand waarbij elke vorm van bewustzijn en alle lichaamsfuncties definitief afwezig zijn. De beoogde orgaandonor is tijdens het gesprek waarin orgaandonatie wordt besproken echter in leven, zij het in een zorgwekkende medische status waarbij de behandeld arts verwacht dat de patiënt zeer waarschijnlijk niet zal herstellen. Deze toestand wordt in juridische zin ‘hersendood’ genoemd. Uit de uiting blijkt niet dat niet de gebruikelijke betekenis van het woord ‘overlijden’ wordt gebruikt, maar hier een juridische invulling aan wordt gegeven. Hierdoor wordt het publiek onvoldoende geïnformeerd over de feitelijke omstandigheden waaronder de organen bij een donor worden weggenomen en wordt de indruk gewekt dat de patiënt op het moment van het donorgesprek al overleden is. Door de gebruikte formulering dat orgaandonatie ter sprake komt bij (onverwacht) overlijden wordt het publiek misleid en wordt het vertrouwen in reclame geschaad. Adverteerder heeft wel degelijk belang bij orgaandonatie omdat dit inkomsten genereert.  

De reactie van adverteerder op het bezwaar

Voor zover klagers in bezwaar verwijzen naar de woorden “na overlijden”, merkt adverteerder op dat deze woorden in de bestreden uiting niet worden gebruikt. De stelling van klagers dat adverteerder een financieel belang heeft bij het werven van orgaandonoren is onjuist. Adverteerder fungeert in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid als tussenpersoon tussen zorgverzekeraars en zorgverleners. De verdere reactie van adverteerder strekt tot bevestiging van de beslissing van de voorzitter.

De mondelinge behandeling

Klagers en adverteerder hebben hun standpunten nader toegelicht, beiden aan de hand van een (overgelegde) pleitnota.
Voor zover nodig wordt op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen ingegaan in het oordeel van de Commissie.  

Het oordeel van de Commissie

1. Kern van de klacht is dat adverteerder in de bestreden uiting onvoldoende duidelijk maakt dat het gesprek met een arts over orgaandonatie plaatsvindt op het moment dat de potentiële orgaandonor nog in leven is en deze persoon pas komt te ‘overlijden’ (naar gangbaar taalgebruik) nadat de orgaantransplantatie heeft plaatsgevonden. Klagers voeren daartoe aan dat in de uiting wordt gesproken van de situatie dat “een naaste (plotseling) overlijdt”, waarmee ten onrechte de indruk wordt gewekt dat deze persoon al overleden zou zijn. De Commissie oordeelt hierover als volgt.

2. De Commissie merkt ten eerste op dat de regeling van misleidende reclame van artikel 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) niet op de bestreden uiting van toepassing is, zoals de voorzitter reeds heeft overwogen. De uiting strekt immers niet tot aanprijzing van een commerciële activiteit, terwijl evenmin sprake is van handelen door een handelaar in het economische verkeer of mogelijke beïnvloeding van het economisch gedrag van de consument. In dit verband overweegt de Commissie dat de stelling van klager, dat adverteerder een financieel belang zou hebben bij het werven van orgaandonoren, bij verweer voldoende gemotiveerd is weersproken. Gelet op het voorgaande heeft de voorzitter de uiting terecht aan artikel 5 NRC getoetst.

3. Anders dan klagers lijken te veronderstellen, leidt het enkele gebruik van het woord “overlijdt” door adverteerder niet tot het oordeel dat de uiting daardoor onjuist zou zijn. Het gaat immers om de vraag of het publiek op basis van de totale reclame-uiting correct wordt geïnformeerd. Dit impliceert dat niet uitsluitend naar het woord ‘overlijden’ dient te worden gekeken, maar ook dient te worden gelet op de strekking van de uiting en de boodschap zoals het publiek die zal begrijpen. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.

4. Naar het oordeel van de Commissie ligt in de uiting niet de suggestie besloten dat de potentiële orgaandonor daadwerkelijk is overleden (naar gangbaar taalgebruik) op het moment dat zijn naasten met de arts in gesprek gaan over zijn keuze in het Donorregister, noch dat van feitelijke donatie pas sprake is nadat de donor is overleden (naar gangbaar taalgebruik). Het publiek zal de uiting ook niet in die zin opvatten. De uiting betreft een oproep om met je naasten in gesprek te gaan over de keuze in het Donorregister. De bestreden zin “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?” moet in dat licht worden bezien. De zinsnede “(plotseling) overlijdt” slaat op de situatie dat een naaste onverwacht (“plotseling”) op de Intensive Care belandt en het kan voorkomen dat “dierbaren verrast worden, niet weten hoe je erin stond of moeilijke keuzes moeten maken terwijl ze al verdriet hebben”. Dit volgt ook uit de rest van de uiting, onder meer door “Stel dat je op de Intensive Care belandt en de arts in het ergste geval met jouw naasten in gesprek moet over jouw keuze in het Donorregister.”

5. De Commissie acht het op basis van de totale reclame-uiting en de context waarin de informatie wordt verstrekt voldoende duidelijk dat de uiting is bedoeld om met naasten het gesprek aan te gaan over orgaandonatie, om te voorkomen dat dierbaren niet weten wat de keuze in het Donorregister is op het moment dat men zelf niet meer in staat is om dat te bespreken. Dat de uiting geen informatie bevat over de precieze feitelijke omstandigheden waaronder eventuele orgaandonatie vervolgens zal plaatsvinden, betekent niet dat door de onderhavige uiting het vertrouwen in reclame wordt geschaad. De Commissie beslist derhalve als volgt.

De beslissing van de Reclame Code Commissie

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van de klacht.

 


Hieronder volgt de voorzittersbeslissing d.d. 17 januari 2024

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de website www.transplantatiestichting.nl voor zover hierop in het kader van de “Week van het Donorgesprek” wordt gezegd:
“Het geeft rust als orgaandonatie besproken is
Maandag 9 oktober start de Week van het Donorgesprek. Met deze campagneweek verlaagt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) de drempel om met elkaar te praten over de keuze in het Donorregister. En dat is belangrijk. Want iedereen staat in het Donorregister, maar lang niet iedereen kent de keuze van hun dierbare. Daarom vraagt de NTS aandacht voor het donorgesprek onder de campagnetitel ‘Vraag het gewoon!’.
Praten met naasten is belangrijk
Iedereen vanaf 18 jaar staat in het Donorregister. Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is? Door met elkaar in gesprek te gaan, voorkom je dat je dierbaren verrast worden, niet weten hoe je erin stond of moeilijke keuzes moeten maken terwijl ze al verdriet hebben. IC-arts (naam) zegt daarover: ‘Voor alle partijen geeft het rust als je weet wat iemand zou hebben gewild. Ondanks de enorme emoties en verdriet die er heersen.’ En donatie-intensivist (naam) vertelt uit eigen praktijk: ‘Een aantal weken na een overlijden op de IC hebben we een nagesprek met nabestaanden. Dan merken we dat mensen die op de hoogte waren van de donorkeuze daar beter op terugkijken. En dat het in de rouwverwerking kan helpen.’
De Week van het Donorgesprek
In de campagneweek wordt het praten met elkaar over orgaandonatie genormaliseerd. Directeur van de NTS Naomi Nathan: ‘Orgaandonatie lijkt vaak een ver van je bed show. Maar het kan uiteindelijk iedereen overkomen. Stel dat je op de Intensive Care belandt en de arts in het ergste geval met jouw naasten in gesprek moet over jouw keuze in het Donorregister. Dan helpt het enorm als je thuis al eens samen hebt besproken hoe je erover denkt.”

Samenvatting van de klacht

De overheid voert een beleid dat mensen aanspoort om zich te laten registreren als orgaandonor na overlijden. Adverteerder heeft de opdracht het publiek voor te lichten en krijgt een vergoeding voor elk met succes getransplanteerd orgaan. Op 9 oktober 2023 is daartoe de campagne de Week van het donorgesprek van start gegaan. Het doel van deze campagne is de drempel te verlagen voor mensen om met elkaar in gesprek te gaan over hun keuze in het donorregister. Adverteerder gebruikt in de uiting de volgende zin: “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?” Orgaandonatie vindt echter nooit plaats bij ‘(plotseling) overlijden’ maar op een moment dat een patiënt in een ziekenhuis is opgenomen en de behandelende arts de verwachting heeft dat de patiënt niet zal herstellen. De patiënt leeft dan dus nog. Het gesprek over de keuze in het donorregister moet zeker worden gevoerd maar dan wel met de juiste informatie. Bij orgaandonatie is geen sprake van overlijden van de donor naar gangbaar taalgebruik, maar van overlijden volgens een specifieke invulling van het begrip ‘hersendood’ in de zin van artikel 14 lid 2 Wet op de Orgaandonatie. De Commissie en het College van Beroep hebben in diverse uitspraken geoordeeld dat reclame-uitingen voor orgaandonatie waarin wordt gesproken over “na overlijden” in strijd zijn met artikel 5 NRC. Dat houdt in dat de juridische noodzaak om mensen dood te verklaren moet worden uitgelegd, gevolgd door een uitleg over het moment van sterven en de eventuele risico’s die aan de procedure kleven. Door de indruk te wekken dat de vraag over orgaandonatie gesteld wordt op het moment van ‘(plotseling) overlijden’ en geen uitleg te geven over de procedure, worden mensen op een verkeerd idee gebracht over orgaandonatie. De campagne is daarom misleidend voor het publiek waardoor gehandeld wordt in strijd met artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij juiste en volledige informatie was er wellicht een andere keuze gemaakt voor de registratie in het donorregister.

Samenvatting van het verweer

De klacht ziet op het gebruik van het woord ‘plotseling’ in de uiting. De klacht berust op de veronderstelling dat dit woord betrekking heeft op de snelheid van het overlijdensproces. Daar heeft het woord echter geen betrekking op. Het woord ‘plotseling’ wijst op het onverwachte van de situatie waarin een naaste onvoorzien wordt opgenomen in het ziekenhuis en men dan met een onvermijdelijk naderende dood wordt geconfronteerd en de keuze van de naaste in het Donorregister. Het gaat erom dan te weten wat iemands keuze is.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Voor zover klagers stellen dat de uiting door het ontbreken van (juiste) informatie in strijd is met artikel 8 NRC, oordeelt de voorzitter dat deze grondslag geen doel treft. Adverteerder kan niet, overeenkomstig het toepassingsgebied van de regeling inzake misleidende reclame, worden beschouwd als een handelaar die tegen betaling een handelspraktijk verricht die gericht is op de verkoop van goederen. Om die reden zal de voorzitter, overeenkomstig eerdere uitspraken van de Commissie en het College van Beroep, toetsen aan artikel 5 NRC.

2)  De klacht is gericht tegen een specifieke zin in een publicatie van adverteerder in het kader van de “Week van het Donorgesprek”, te weten de zin: “Maar wanneer een naaste (plotseling) overlijdt, weet je dan wat de keuze van deze persoon is?”. De kern van de klacht is dat deze zin door de woorden ‘plotseling overlijden” een onjuiste indruk wekt over de omstandigheden waaronder de orgaandonatie feitelijk plaatsvindt. De voorzitter oordeelt echter dat de zin waartegen de klacht specifiek is gericht, niet afzonderlijk dient te worden beschouwd, maar moet worden bezien in de context van de gehele reclame-uiting. Dan blijkt duidelijk dat de uiting als geheel is bedoeld om “de drempel om met elkaar te praten over de keuze in het Donorregister” te verlagen. In die context wordt men aangespoord om de keuze over orgaandonatie tijdig kenbaar te maken aan de naaste(n). In dat verband wordt gezegd: “’Voor alle partijen geeft het rust als je weet wat iemand zou hebben gewild. Ondanks de enorme emoties en verdriet die er heersen.” en “Dan merken we dat mensen die op de hoogte waren van de donorkeuze daar beter op terugkijken.” Daarmee is de boodschap van de uiting niet dat men zich als donor moet registreren, maar (de aanprijzing van het denkbeeld) dat men de keuze of men al dan niet als donor is geregistreerd aan anderen moet meedelen. In dat licht wekt de bestreden zin geen onjuiste indruk. Deze spoort slechts aan om de keuze om al dan niet als donor te zijn geregistreerd, tijdens een gesprek hierover kenbaar te maken, zodat nabestaanden niet pas met deze keuze worden geconfronteerd op het moment dat men de gemaakte keuze zelf niet meer kan uiten.

3)  Dat in verband met het laatste over “plotseling (komen te) overlijden” wordt gesproken, zal door het publiek niet worden begrepen als een exacte omschrijving van het moment waarop, en de omstandigheden waaronder de organen worden uitgenomen. In plaats daarvan zal het publiek begrijpen dat deze woorden slechts dienen als een aanduiding van de situatie dat men niet langer in staat is zelf actief de keuze over het donorschap te uiten. Op grond hiervan hoefde adverteerder in de uiting niet specifiek in te gaan op (onder meer) de wijze waarop orgaandonatie feitelijk plaatsvindt. Het publiek zal begrijpen dat de uiting niet is bedoeld voor informatie over dit laatste. Nu op grond van het voorgaande niet kan worden gezegd dat de uiting het vertrouwen in reclame schaadt, beslist de voorzitter als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken