a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2009/00242

Datum:

29-04-2009

Uitspraak:

Aanbeveling (Gedeeltelijk)

Product/dienst:

Overige

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Drukpers/tijdschriften

 De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een advertentie voor de energiedrank “Cocaïne”.

Onder de tekst “’s werelds beruchtste energy-drink

                           …legaal lekker!”

zijn drie blikjes Cocaïne afgebeeld.

Een kopie van de advertentie is aan deze uitspraak gehecht.

      

De klacht

Het is kwalijk dit drankje te promoten door de nadruk te leggen op de stoerheid van het gebruik van drugs en overschrijding van de wet. Jongeren zijn zeer gevoelig voor imagovorming. Door deze advertentie krijgt de term cocaïne ten onrechte een positieve uitstraling en wordt de indruk gewekt dat men de overheid, in de uiting gepersonaliseerd door een agente, niet serieus hoeft te nemen.

Gelet op het vorenstaande acht klager de uiting in strijd met de artikelen 2, 3 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Mondelinge behandeling

 

De heren Van den Berg en Caspers, die het product importeren in Europa, met uitzondering van Hongarije, delen mee dat er in het drankje geen cocaïne zit.

Op het blikje staat dat het geen drug is. Er zijn drie varianten: hot, mild en suikervrij. In de rode variant zit wasabi en veel cafeïne Het product wordt geïmporteerd uit Amerika, waar het eveneens wordt verkocht. 

 

Het oordeel van de Commissie

 

Door de afbeelding van de agente en de vermelding “legaal lekker” wordt op kennelijk humoristisch bedoelde wijze verwezen naar de harddrug cocaïne. Aldus wordt het gebruik van deze harddrug gebagatelliseerd en kan, naar het oordeel van de Commissie,  de uiting geacht worden een bedreiging voor de lichamelijke gezondheid in te houden in de zin van artikel 4 NRC. In zoverre acht de Commissie de klacht gegrond.

 

De Commissie acht de uiting niet in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 3 NRC. Daarbij overweegt de Commissie dat zij zich ten aanzien van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel met de in artikel 3 NRC genoemde criteria, terughoudendheid opstelt, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid, acht dat zij de uiting niet van dien aard dat deze in strijd zou zijn met (één van) deze criteria.

 

De beslissing

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 4 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken