De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in een billboard met de tekst:
“BudgetAir.nl
De goedkoopste vliegtickets.
De rest doet er niet toe!”.
De klacht
Klager acht de zin” De goedkoopste vliegtickets. De rest doet er niet toe!” respectloos ten aanzien van de doden en nabestaanden en enige overlevende van de vliegtuigramp in Tripoli. ‘Goede reis en behouden aankomst doen er wel toe!’, aldus klager. Klager is van mening dat de beeldvorming van BudgetAir.nl strijdt met de goede maatschappelijke omgangsvormen die ook bedrijven in hun reclame tot uiting behoren
De beslissing tot terzijdelegging
De voorzitter oordeelde dat met de gewraakte tekst in de uiting geen relatie wordt gelegd met de vliegtuigramp bij Tripoli en achtte derhalve van strijd met enige bepaling van de Nederlandse Reclame Code (NRC) geen sprake.
Het bezwaar tegen de terzijdelegging
Klager dient bezwaar in tegen de terzijdelegging. Hij blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe. Samengevat acht klager de reclame-uiting niet in overeenstemming met de goede smaak en het fatsoen (artikel 2 NRC) in strijd met het algemeen belang (artikel 3 NRC), nodeloos kwetsend (artikel 4 NRC) en is hij van mening dat de uiting een bedreiging inhoudt voor de geestelijke volksgezondheid (artikel 4 NRC). Voorts is klager van mening dat de reclame in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt
Het verweer
Het verweer van adverteerder luidt, samengevat, als volgt.
Adverteerder respecteert de mening van klager en betreurt de gevoelens die de uiting bij hem heeft losgemaakt. Adverteerder kan zich echter niet voorstellen dat deze gevoelens door de uiting bij meer mensen zullen worden opgewekt. Gelet op het voorgaande ziet adverteerder geen reden om de uiting aan te passen.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt zich bij de beoordeling of reclame in strijd is met de door klager genoemde bepalingen, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op.
De Commissie leest in de gewraakte uiting geen enkel verband met de vliegramp bij Tripoli of met enige andere vliegramp. Evenmin is zij van mening dat de gemiddelde consument in de uiting een dergelijk verband zal lezen.
Gelet op het voorgaande is, ook naar het oordeel van de Commissie, geen sprake van strijd met de genoemde bepalingen of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter.