De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame met tag-on voor de electronische sigaret “ZenSations”.
In de hoofdcommercial zegt de voice-over:
“Dit is Tony, hij houdt van het leven. Daar neemt hij liever geen risico’s mee. Roken is dodelijk. Gebruik ZenSations”.
In de tag-on zegt de voice-over: “ZenSations”, nu overal verkrijgbaar. Kijk op ZenSations.nl”.
Ten slotte verschijnt bij een afbeelding van het product in beeld:
“Oplaadbare e-sigaret introductieprijs € 14,95”.
De klacht
De klacht kan als volgt worden samengevat.
Een elektronische sigaret is ook een sigaret. Reclame voor sigaretten is in Nederland verboden. Deze reclame dient zeker niet te worden uitgezonden op vroege tijdstippen waarop de jeugd televisie kijkt.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Op grond van artikel 5 van de Tabakswet is reclame voor tabaksproducten in beginsel verboden. Klager miskent echter dat adverteerder geen reclame maakt voor een tabaksproduct, maar voor een e-sigaret. E-sigaretten zijn wettelijk gereguleerd onder de Warenwet en zijn niet strikt gereguleerd zoals tabaksproducten en geneesmiddelen. In dit verband wordt verwezen naar (pagina 2 van) de bij het verweer overgelegde E-sigaretten Factsheet van het RIVM. Nu e-sigaretten wettelijk niet te kwalificeren zijn als tabaksproduct, is noch het verbod van artikel 5 Tabakswet noch de Reclamecode voor Tabaksproducten van toepassing. Van strijd met enige andere bepaling van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is geen sprake.
Inmiddels is wel het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret van 24 november 2014 in het Staatsblad geplaatst. Artikel 9 van dat besluit betreft reclame voor de e-sigaret. Dit besluit is echter nog niet in werking getreden. Dat zal gebeuren op 1 februari 2015. Adverteerder is doende haar reclame aan het besluit aan te passen. Derhalve zal deze reclame tijdig worden voorzien van de volgende waarschuwing:
“Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers”.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht in de eerste plaats op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met het in artikel 5 lid 1 van de Tabakswet neergelegde verbod om reclame te maken voor tabaksproducten. Gelet hierop dient de vraag te worden beantwoord of de in de bestreden uiting aangeprezen elektronische sigaret een tabaksproduct is in de zin van artikel 1 onder a van de Tabakswet. De in deze bepaling neergelegde definitie van tabaksproducten luidt:
“producten die voor roken, snuiven, zuigen of pruimen bestemd zijn en die, al is het slechts ten dele, uit tabak bestaan, ook indien genetisch gemodificeerd”.
De Commissie stelt vast dat op pagina 6 van de bij het verweer overgelegde E-sigaretten Factsheet van het RIVM onder de vraag “Zijn de gepubliceerde gezondheidsclaims waar?” en het kopje: “Geen tabak” staat:
“Die bewering is niet correct: sommige natuurlijke e-vloeistoffen bevatten extracten van tabaksblad (Etter, 2013)”.
Alvorens te beoordelen of de onderhavige e-sigaret al dan niet moet worden aangemerkt als een tabaksproduct is, zal de Commissie adverteerder in de gelegenheid stellen om zich nader op dit punt uit te laten, en daarbij in te gaan op de hiervoor aangehaalde tekst in de Factsheet en informatie te verstrekken over de samenstelling van het product. De Commissie ziet de reactie van adverteerder gaarne binnen 3 weken na dagtekening van deze beslissing tegemoet. Vervolgens zal klager nog schriftelijk kunnen reageren.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie stelt adverteerder in de gelegenheid om de Commissie nader schriftelijk te informeren als bedoeld in het oordeel.
Voor het overige houdt zij haar beslissing aan.
[Hierna volgt de eindbeslissing]
Brief van 13 januari 2015 van mr. Wassink
De inhoud van deze brief kan als volgt worden samengevat.
In de tussenbeslissing heeft de Commissie adverteerder in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de vraag of adverteerders producten zijn aan te merken als tabaksproduct.
Deze producten bevatten geen extracten van tabaksblad en zijn dus niet te beschouwen als tabaksproduct in de zin van de Tabakswet. Overgelegd wordt een verklaring van de producent van de vloeistoffen voor de elektronische sigaret van adverteerder, waarin dit wordt bevestigd.
Bovengenoemde verklaring betreft een “Declaration” bij brief van 12 januari 2015 van Borgwald Flavor GMBH te Hamburg. Daarin staat onder meer:
“We herewith confirm that below mentioned flavours are manufactured by BORGWALD FLAVOR GMBH according the relevant German tobacco legislation.
They do not contain any tobacco extracts or other flavouring materials derived from tobacco apart from pure nicotine from natural sources (tobacco)”.
Vervolgens worden 8 “flavours” genoemd.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie begrijpt uit de nadere informatie van adverteerder dat de vloeistoffen, gebruikt voor de ZenSations e-sigaret, “do not contain any tobacco extracts or other flavouring materials derived from tobacco apart from pure nicotine from natural sources (tobacco)”. In zoverre is er sprake van een ingrediënt dat zijn oorsprong vindt in de tabaksplant. Dat betekent echter nog niet dat voornoemde e-sigaret moet worden aangemerkt als een product dat, al is het slechts ten dele, uit tabak bestaat als bedoeld in artikel 1 onder a van de Tabakswet. Noch uit deze bepaling, noch uit de Memorie van Toelichting daarbij, valt duidelijk op te maken dat zuivere nicotine ook als tabak moet worden aangemerkt.
Nu de ZenSations e-sigaret geen tabaksproduct in de zin van de wet is, is de bestreden uiting niet in strijd met artikel 5 lid 1 van de Tabakswet.
Ten overvloede overweegt de Commissie het volgende.
Op 1 februari 2015 is het in de tussenbeslissing genoemde Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret in werking getreden. Ingevolge artikel 1 onder b van dit besluit wordt onder een elektronische sigaret verstaan:
“een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir”. Naar het oordeel van de Commissie valt de ZenSations e-sigaret onder deze definitie.
Artikel 9 lid 1 van voornoemd warenwetbesluit luidt, voor zover hier van belang:
“Het is een ieder verboden om in de uitoefening van beroep of bedrijf een elektronische sigaret (..) aan te prijzen via enig op het publiek gericht reclamemedium anders dan met gebruikmaking van de waarschuwing, genoemd in artikel 8, eerste lid”. Deze waarschuwing luidt:
“Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers”.
De Commissie stelt vast dat het ingevolge voornoemde bepalingen van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret met ingang van 1 februari 2015 is toegestaan om reclame te maken voor de (nicotine-houdende) elektronische sigaret, mits voornoemde waarschuwing wordt gebruikt, een en ander ongeacht de beantwoording van de vraag of de bewuste nicotine al dan niet afkomstig is van de tabaksplant.
De wetgever heeft kennelijk, door middel van voornoemd besluit, voorlopig de mogelijkheid willen bieden om reclame te maken voor een elektronische sigaret.
De bestreden uiting is niet voorzien van voornoemde waarschuwing. Dat betekent echter niet dat de uiting om die reden ontoelaatbaar is. De bepaling betreffende de waarschuwing geldt pas vanaf 1 februari 2015, terwijl de onderhavige klacht dateert van 24 november 2014. Op dat moment was er nog geen regelgeving betreffende elektronische sigaretten van kracht.
Klager heeft nog gesteld dat de onderhavige reclame zeker niet dient te worden uitgezonden op vroege tijdstippen, waarop de jeugd televisie kijkt. Dit onderdeel van de klacht maakt bovenstaand oordeel niet anders.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.