De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting van Body Supplies op www.body-supplies.nl/eiwitten/eiwitshakes/.
Daarin staat onder de aanhef:
“Eiwitshakes
Eiwitshakes onmisbaar voor resultaat?” onder meer:
“Waarschijnlijk krijg je niet voldoende eiwitten binnen. Het lukt namelijk bijna niemand om
voldoende eiwitten uit alleen je gewone voeding te halen, zeker niet als je intensief sport.
Je spieren zijn samengesteld uit eiwitten. Je eiwitinname verhoog je simpel en snel met eiwit
shakes. Het drinken van een eiwitshake is dus eigenlijk een must! Je kunt eiwit shakes drinken
bij het ontbijt, voor of na de training, voor het slapen gaan en wanneer je niet traint kan je ook
een eiwit shake nemen in de middag.
Er bestaan veel verschillende soorten eiwitten en veel merken hebben hun eigen eiwitshakes.
Belangrijk is dat jou eiwitshake vetarm is en een hoog gehalte eiwitten per 100gr bevat. Ga
hierbij uit van minimaal 80% eiwit per 100gr. Ga er vanuit dat je dagelijks ongeveer 2gr eiwit per
kilo lichaamsgewicht moet binnen krijgen.”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Gesuggereerd wordt dat men met een gezond/gebalanceerd dieet nog niet voldoende eiwitten binnenkrijgt en dat de in de uiting aangeprezen shakes daarom essentieel zijn. Klaagster vindt de uiting misleidend; volgens haar is het in strijd met “de regelgeving 1924/2006” om de consument te laten denken dat men geen gezond dieet heeft zonder deze shakes.
De reactie van adverteerder
Adverteerder kan zich moeilijk voorstellen dat klaagster een consument is; er lijkt een onderliggend belang te spelen, vanuit een ander bedrijf.
Adverteerder vindt dat wet- en regelgeving altijd moet worden nageleefd, maar ervaart deze klacht als “extreem ver gezocht”. Mocht de Reclame Code Commissie hier anders over oordelen, dan zal adverteerder direct zorg dragen voor aanpassing van de uiting.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter stelt voorop dat hij geen althans niet voldoende aanwijzingen heeft dat klaagster haar klacht niet als particulier, maar in het belang van de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel in een commercieel belang van een organisatie heeft ingediend. De voorzitter ziet dan ook geen aanleiding om te oordelen dat klaagster klachtengeld verschuldigd is.
De voorzitter vat de klacht op in die zin dat klaagster de uiting in strijd acht met de Verordening (EG) inzake voedings- en gezondheidsclaims, meer in het bijzonder met artikel 3 lid d in verbinding met artikel 2 lid 4 onder b) en i) van die verordening.
In artikel 2 lid 4 onder b) en i) is het begrip “voedingsclaim” als volgt gedefinieerd:
“‘een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde heilzame voedingseigenschappen heeft met betrekking tot:
(…)
b) de nutriënten of andere stoffen die het
i) bevat (…)”.
In artikel 3 lid d van voornoemde verordening staat, voor zover hier van belang:
“Voedings- en gezondheidsclaims mogen in de etikettering en presentatie van levensmiddelen die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht, en in de daarvoor gemaakte reclame uitsluitend worden gebruikt indien zij in overeenstemming zijn met deze verordening.
Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 84/450/EEG mogen voedings- en gezondheidsclaims niet:
(…)
d) stellen, suggereren of impliceren dat een evenwichtige, gevarieerde voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden. (…)”.
Naar het oordeel van de voorzitter wordt in de bestreden uiting gesuggereerd dat men in het algemeen uit de gewone voeding onvoldoende eiwitten binnenkrijgt en dat men er daarom goed aan doet eiwitshakes te drinken. Adverteerder noemt het drinken van een eiwitshake “eigenlijk een must!”.
Ervan uitgaande dat “de gewone voeding” in het algemeen evenwichtig en gevarieerd is, is de voorzitter van de oordeel dat de uiting aldus een voedingsclaim bevat die in strijd is met artikel 3 lid d van de Verordening (EG) inzake voedings- en gezondheidsclaims. Gelet hierop acht hij de uiting in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter acht de uiting in strijd met artikel 2 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.