De bestreden reclame-uitingen
Het betreft a) een reclamefolder voor het product Yfood en b) de verpakking van dit product voor zover in deze uitingen de volgende mededelingen staan: “Lactosevrij”, “Geen toegevoegde suikers”, “Zonder toegevoegde suikers. Dit product bevat van nature aanwezige suikers.”
Samenvatting van de klacht
Er wordt beweerd dat het product volledig lactosevrij en suikervrij is. Op de verpakking van het product staat ook dat het product alleen ‘van nature aanwezige suikers’ bevat. Desondanks bevat het product sucralose, wat niet een van nature aanwezige suiker is, en worden er in de ingrediëntenlijst melkbestanddelen genoemd, te weten halfvolle melk en melkeiwit.
Samenvatting van het verweer
Adverteerder gebruikt een innovatieve bereidingswijze om het product lactosevrij te maken. Hierdoor is het product geschikt voor personen die lactose niet kunnen verdragen. Op de verpakking staat ter toelichting: ‘lactose <0,01 g per 100 ml’. Omdat er op Europees niveau nog geen geharmoniseerde regels bestaan over de claim ‘lactosevrij’, gelden de regels en interpretaties van de individuele lidstaten. In Nederland bestaan geen specifieke wettelijke voorschriften voor het gebruik van deze claim. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hanteert als richtwaarde voor de claim ‘lactosevrij’ dat het product maximaal 10 mg lactose per 100 gram of ml mag bevatten. Aan deze eis wordt voldaan. Het product bevat, zoals ook op de verpakking is toegelicht, minder dan 0,01 g lactose per 100 ml. Dat het product inderdaad lactosevrij is, blijkt uit een laboratoriumanalyse uitgevoerd door het door adverteerder genoemde laboratorium, waarvan zij een rapport heeft overgelegd. Het resultaat daarvan is dat de lactose in het product minder is dan de bepaalbaarheidsgrens van 0,01 gram per 100 g. Dit is onder de grens die de NVWA in Nederland hanteert voor de claim ‘lactosevrij’. Het product is dus inderdaad lactosevrij.
Adverteerder gebruikt niet de claim ‘suikervrij’, maar de claim ‘geen/zonder toegevoegde suikers’. Sucralose is een zoetstof. Volgens Verordening EU 1924/2006 is de claim ‘zonder toegevoegde suikers’, en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, toegestaan als aan het product geen mono- of disacchariden of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte levensmiddelen zijn toegevoegd. Adverteerder voldoet hier volledig aan. Zoetstoffen zijn géén suikers, géén mono-of disachariden en worden ook niet gezien als een vanwege de zoetkracht gebruikt levensmiddel. Dat het product een zoetstof bevat blijkt uit de benaming daarvan. In het handboek Voedings- en gezondheidsclaims van de NVWA wordt bevestigd dat de claim “zonder toegevoegde suikers” vooralsnog gebruikt mag worden wanneer het product kunstmatige zoetstoffen bevat. Sucralose is een kunstmatige zoetstof.
Het oordeel van de voorzitter
1) Voor zover klaagster stelt dat wordt geclaimd dat het product “volledig lactosevrij” is, merkt de voorzitter op dat deze mededeling als zodanig niet in de reclame-uitingen staat. Wel wordt geclaimd dat het product ‘lactosevrij’ is. De voorzitter zal daarom deze claim beoordelen. Hierbij is van belang dat lactose in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 wordt genoemd als stof die allergieën of intoleranties veroorzaakt. De claim ‘lactosevrij’ drukt dus uit dat het product ‘vrij’ is van deze als allergeen te beschouwen stof. Voor wat betreft de invulling van deze claim geldt dat er in Europees verband geen algemene geharmoniseerde regels bestaan over de eisen waaraan deze claim moet voldoen, terwijl ook een nationale wettelijke invulling ontbreekt. Dat neemt niet weg dat aan de hand van het beginsel dat voedselinformatie niet misleidend mag zijn, kan worden beoordeeld of adverteerder de claim ‘lactosevrij’ voldoende waarmaakt. Hierbij geldt als uitgangspunt dat “vrij van” claims niet altijd hoeven te impliceren dat er in absolute zin geen enkele aanwezigheid van een bepaalde stof wordt gegarandeerd. Zo laat de voedingsclaim ‘suikervrij’’ bijvoorbeeld toe dat het product toch een geringe hoeveelheid suiker bevat (maximaal 0,5 g/100 g of 0,5 g/100 ml). Hiermee in overeenstemming is dat de Gedelegeerde verordening (EU) 2016/127 voor zuigelingenvoeding het toelaat dat de claim ‘lactosevrij’ wordt gebruikt indien deze voeding maximaal 10 mg lactose per 100 kcal lactose bevat. Blijkbaar is het dus niet de bedoeling van de Europese wetgever om – zelfs bij zuigelingen – het gebruik van ‘vrij van lactose’ claims specifiek te beperken tot producten waarin geen enkele lactose valt aan te wijzen. Dat het product van adverteerder niet 100% vrij van lactose is, geeft om die reden geen aanleiding om de claim bij voorbaat onjuist te achten. Van (gevaar voor) verwarring met andere, geheel lactosevrije producten is niet gebleken.
2) Met betrekking tot het aandeel lactose in het product heeft adverteerder verwezen naar een door haar overgelegde laboratoriumanalyse. De voorzitter heeft ambtshalve geconstateerd dat de analyse is gedaan door een onafhankelijk laboratorium. Volgens de analyse van dit laboratorium is de ‘bepaalbaarheidsgrens’ van lactose “0,010” hetgeen correspondeert met 10 mg lactose per 100 gram of ml. Deze grens wordt ook door de NVWA gehanteerd, in deze zin dat de claim ‘lactosevrij’ is toegestaan als het gehalte lactose onder de hier genoemde grens blijft. Uit de laboratoriumanalyse blijkt dat aan deze eis is voldaan. Het aandeel lactose in het product blijft onder de bepaalbaarheidsgrens en is dus uiterst gering (minder dan 10 mg per 100 gram product). Uitgaande hiervan acht de voorzitter de claim ‘lactosevrij’ gerechtvaardigd en in overeenstemming met het uitgangspunt van Verordening (EU) nr. 1169/2011 dat voedselinformatie niet misleidend mag zijn.
3) Voor zover klaagster stelt dat in de bestreden reclame-uiting wordt geclaimd dat het product ‘suikervrij’ is, volstaat de voorzitter met op te merken dat deze claim niet in de uiting staat. Wel wordt geclaimd “Zonder toegevoegde suikers”. De voorzitter zal beoordelen of wordt voldaan aan de eisen voor het gebruik van deze voedingsclaim. Uitgangspunt daarbij is dat deze claim mag worden gebruikt als aan het product geen mono- of disacchariden of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte levensmiddelen zijn toegevoegd. Klaagster acht de claim onjuist omdat aan het product sucralose is toegevoegd, wat volgens haar niet een van nature aanwezige suiker is. Volgens adverteerder is sucralose echter geen suiker en staat de NVWA toe deze claim te gebruiken als aan het product kunstmatige zoetstoffen, zoals sucralose, zijn toegevoegd. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.
4) De voorzitter oordeelt dat sucralose niet kan worden beschouwd als een mono- of disacchariden of een vanwege zijn zoetkracht gebruikt levensmiddel. Het betreft immers een zoetstof volgens Verordening (EU) Nr. 1129/2011 die niet tot de categorie mono- of disacchariden kan worden gerekend. Daarnaast kan sucralose als zodanig niet worden beschouwd als een toegevoegd ‘levensmiddel’ in de hiervoor genoemde zin. Het feit dat sucralose is toegevoegd, staat op grond van het voorgaande niet in de weg aan het gebruik van de voedingsclaim ‘zonder toegevoegde suikers’. Nu de klacht ook in zoverre niet kan slagen, beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.