De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclame-uiting op de website www.erectakraft.nl voor het product Erectakraft.
De klacht
Volgens de reclame-uiting mogen alleen hartpatiënten dit middel niet gebruiken. Omdat klager geen hartpatiënt is en er verder, blijkens de uiting, aan gebruik van dit middel geen gezondheidsrisico’s waren verbonden, heeft klager het besteld. Bij lezing van de bijsluiter bleken er meer gezondheidsrisico’s aan dit middel te kleven, zoals een vergrote prostaat. Omdat klager een dergelijk middel niet wil en mag gebruiken, heeft hij het direct teruggestuurd. Nu de tekst onjuist is, is de uiting misleidend.
Adverteerder ontkent ten onrechte het geretourneerde product te hebben ontvangen en beticht klager ten onrechte van oplichting.
Het verweer
Alleen indien het product onbeschadigd is teruggestuurd, krijgt men geld terug. Adverteerder heeft het product nog niet van klager teruggekregen. Overigens is er geen sprake van misleiding, aangezien voldaan is aan de eisen die gesteld worden ten aanzien van voedingssupplementen. Deze eisen staan op de verpakking.
Hoewel daartoe niet verplicht, heeft adverteerder wel al deze eisen op internet geplaatst. Ook staat er “Raadpleeg bij twijfel uw huisarts”. Zodra het product aan adverteerder is geretourneerd, zullen de kosten worden vergoed.
De repliek
Klager handhaafde zijn standpunt onverkort.
Het oordeel van de Commissie
Klager heeft onweersproken gesteld dat het middel, aldus de bijsluiter, kan leiden tot een vergrote prostaat. De Commissie acht dit dermate belangrijke informatie, dat deze bij de aanprijzing van het middel niet onvermeld had mogen blijven.
De Commissie overweegt daarbij dat het middel op internet wordt aangeboden en dat internet de enige voor klager beschikbare informatiebron was. Voorts is internet een medium dat zich bij uitstek leent voor het verstrekken van uitgebreide informatie. Gelet hierop had in dit geval de als belangrijk te beschouwen mogelijke bijwerking, een vergrote prostaat, niet onvermeld mogen blijven.
Blijkens het voorgaande is de Commissie van oordeel dat sprake is van het te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Tot slot overweegt de Commissie dat zij slechts bevoegd is te oordelen over de inhoud van de reclame-uiting. Zij kan niet treden in de afwikkeling van de zaak, in die zin dat zij niet kan oordelen over de vraag of het product al dan niet geretourneerd is en of adverteerder ten onrechte nalaat om de kosten van het product aan klager te vergoeden.
De beslissing van de Commissie
Op grond van het hiervoor overwogene acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.