De bestreden reclame-uiting
Het betreft de advertentie in het Zondagochtendblad van 16 december 2012, waarin onder de kop “Schagen Verkoop start zondag 16 dec.” onder meer staat:
“OPRUIMINGS
LEEG
VERKOOP
TOP-BANKSTELLEN
Gigantische voorraad
o.a. van de merken
DIVANI – POLTRONE
Aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties
(…)
Nu bijna alles voor de
HELFT
VAN DE
HELFT”
en
“Voorbeeld
Let op! Alleen deze week
Bankstel 3/2 zits rundleder
Normaal 1.800,-
Halve prijs 900,-
NU 450,-“.
De klacht
Klaagster heeft op 16 december 2012, bij de start van de verkoopactie, de winkel van adverteerder bezocht. Volgens de verkoper waren er geen bankstellen voor “de helft van de helft”. De aanvulling “met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” bleek uit twee bankstellen te bestaan die ook niet in de winkel aanwezig waren. Ook het rundleren bankstel van € 1.800,- voor € 450,- was niet aanwezig.
Het verweer
Adverteerder koopt vaak partijen uit faillissementen en stunt daarmee. Die partijen bestaan vaak uit verschillende modellen waarvan adverteerder er slechts één heeft. Daardoor komt het regelmatig voor dat de modellen die in een advertentie zijn genoemd snel uitverkocht zijn.
Het oordeel van de Commissie
In de onderhavige via een huis-aan-huisblad verspreide uiting wordt de leegverkoop van “een gigantische voorraad topbankstellen” van bepaalde merken, “aangevuld met belangrijke Europese faillissementen en liquidaties” met “bijna alles voor de helft van de helft” van de prijs aangekondigd voor de periode van 16 tot en met 22 december 2012. Indien een adverteerder een dergelijk bijzonder aanbod doet, dient de adverteerder ervoor zorg te dragen dat er een in verhouding tot dat aanbod en de daarvoor gevoerde reclame redelijke voorraad goederen aanwezig is. Dit geldt zeker indien in de reclame-uiting geen mededelingen worden gedaan waaruit de consument kan afleiden dat er slechts een beperkte beschikbaarheid is. In het onderhavige geval ontbreekt een dergelijke mededeling en wordt juist de indruk gewekt dat sprake is van een “gigantische voorraad”.
Adverteerder heeft aangevoerd dat hij bij acties als de onderhavige vaak slechts één model van actieproducten beschikbaar heeft. Klaagsters stelling dat bij de start van de verkoopactie op 16 december 2012 geen bankstellen voor “de helft van de helft” in de winkel aanwezig waren, is niet weersproken. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie onvoldoende aannemelijk gemaakt dat adverteerder in het kader van de onderhavige actie, gelet op de gevoerde reclame en de aantrekkelijkheid van het aanbod, heeft gezorgd voor een toereikende voorraad van de aangeboden bankstellen.
Nu niet is gebleken dat de bankstellen beschikbaar waren in een mate die gezien de omstandigheden redelijk moet worden geacht en in de uiting niet wordt gewezen op een beperkte beschikbaarheid van het aanbod, is sprake van misleidende reclame als bedoeld in artikel 8.5 in combinatie met punt 5 van de bij dit artikel behorende Bijlage 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daardoor is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.