De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website www.videopartner.nl voor zover het betreft de aanbieding van een Siemens Gigaset SL785 duo.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat na aankoop van het product bleek dat het toestel niet in de Nederlandse taal kan worden ingesteld omdat het niet bestemd is voor de Nederlandse markt. Uit navraag bleek dat voor een Nederlandse set € 28,– extra moet worden betaald. Klager stelt dat hij als Nederlandse klant ervan mag uitgaan dat wat hij bij een Nederlandse webwinkel bestelt, geschikt is voor de Nederlandse markt.
Het verweer
Adverteerder voert, samengevat, als verweer aan dat nooit is gesteld dat het om een Nederlandse set gaat. Bij een extreem lage prijs heeft de consument een onderzoeksplicht en daar heeft klager niet aan voldaan. Adverteerder heeft de zaak opgelost door een Nederlandse set aan klager te zenden. Klager voldeed niet aan de voorwaarde om zaken terug te zenden. Adverteerder heeft alleen wat losse componenten retour ontvangen. De klacht is gebaseerd op onvolledige rapportage.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Indien een product wordt aangeboden op een website die specifiek op de Nederlandse markt is gericht, zal de gemiddelde consument veronderstellen dat het desbetreffende product voor deze markt geschikt is. Op grond hiervan mocht klager, nu op de website geen vermelding staat waaruit blijkt dat de aangeboden set voor het buitenland was bedoeld, erop vertrouwen dat hij een set kocht die geschikt is voor de Nederlandse markt.
Vaststaat dat dit laatste niet het geval is en dat adverteerder kennelijk alleen tegen meerprijs een Nederlandse set levert. Nu niet uit de reclame-uiting blijkt dat sprake is van een set die niet specifiek geschikt is voor de Nederlandse markt en dat alleen tegen bijbetaling een wel geschikte, Nederlandse set wordt geleverd, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter neemt nota van het feit dat adverteerder stelt dat hij een Nederlandse set aan klager heeft gezonden. Dit neemt evenwel niet weg dat de reclame-uiting als zodanig op grond van het voorgaande misleidend dient te worden geacht.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.