De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie op groupon.nl waarin onder meer staat: “€ 19 voor een set cartridges met inktpatronen voor Brother, Canon en Epson printers, inclusief verzendkosten (waarde € 38,70)”. In de uiting wordt een kortingspercentage van 51% genoemd en een besparing van € 19,70. Tevens staat in de uiting: “Originele prijs op basis van adviesprijs”. Voorts worden in de uiting per merk diverse typenummers genoemd waarop de aanbieding van toepassing is.
De klacht
Klaagster stelt, kort samengevat, dat de uiting misleidend is, omdat de indruk wordt gewekt dat het originele cartridges betreft. In werkelijkheid blijkt het om huismerk cartridges te gaan. Daarnaast stelt klaagster dat het vermelde kortingspercentage van 51% misleidend is, omdat de huismerk cartridges waarop de advertentie betrekking heeft in totaal € 24,50 kosten in plaats van € 38,70. De korting bedraagt derhalve in werkelijkheid 22%.
Het verweer
Adverteerder stelt dat nergens in de uiting wordt gezegd dat het om originele (door de fabrikant vervaardigde) inktpatronen gaat. De adviesprijs is € 6,20 per stuk. De prijsinformatie in de uiting is juist. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
In de uiting worden de merken genoemd waarvoor de aangeboden cartridges besteld kunnen worden, waarbij per merk ook de desbetreffende typenummers van de cartridges worden genoemd. De voorzitter begrijpt dat deze nummers overeenstemmen met de door de fabrikant gehanteerde typenummers. In de uiting staat voorts dat de originele prijs (“waarde € 38,70”) een adviesprijs betreft. In de uiting worden verder geen mededelingen over de herkomst van de cartridges gedaan. Aldus blijkt uit de uiting niet, althans onvoldoende duidelijk dat de aangeboden cartridges geen originele cartridges zijn maar cartridges van het huismerk van adverteerder.
Naar het oordeel van de voorzitter ontbreekt op grond van het voorgaande in de uiting essentiële informatie in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Door het ontbreken van deze informatie kan de gemiddelde consument immers menen dat het om originele cartridges gaat. Naar algemeen bekend kan worden verondersteld zijn producten van een huismerk doorgaans goedkoper dan merkproducten. Daar komt bij dat het gebruik van huismerk cartridges van invloed kan zijn op de garantie die de fabrikant op de printer geeft. De consument dient derhalve duidelijk te worden geïnformeerd over het feit dat de aanbieding betrekking heeft op huismerk cartridges teneinde hem in staat te stellen een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Het gebruikte medium bevat geen relevante beperking voor het kunnen vermelden van deze informatie. Nu in de uiting deze informatie ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC in verbinding met artikel 8.4 aanhef en onder c NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Voorts dient ook het gebruik van een adviesprijs op grond van het voorgaande misleidend te worden geacht. De gemiddelde consument kan de verwijzing naar de adviesprijs zeer wel opvatten als een verwijzing naar adviesprijzen van de in de uiting genoemde fabrikanten, en daardoor een onjuist beeld krijgen van het te behalen prijsvoordeel. Aldus is in de uiting geen duidelijke informatie verschaft over het prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Daarnaast wijst de voorzitter erop dat uit de Algemene Aanbevelingen sub g NRC volgt dat sprake is van misleidende reclame, indien in een uiting door de adverteerder zelf vastgestelde adviesprijzen worden genoemd. Nu sprake is van een huismerk, moet worden aangenomen dat adverteerder zelf de bewuste adviesprijs (“waarde € 38,70”) heeft vastgesteld. Ook om die reden is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.