De bestreden reclame-uiting
Het betreft een via e-mail verspreide advertentie van adverteerder, voor zover daarin staat:
“Salaris is er – tot 30% EXTRA korting op héél Groupon, wees snel”
en
“EINDIGT MORGEN
KORTING OP
HÉÉL GROUPON
Tot 30% korting op alles”.
Onderaan de pagina staat: “Korting van 5% tot 30% op Lokaal Hotels & Reizen en producten.
Geldig op 3 deals. Max. korting/deal €20. Sommige deals zijn uitgesloten. Meer info groupon.nl/FAQ.”
De klacht
Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat er volgens hem “aan de lopende band” wordt gecommuniceerd dat de korting voor “héél Groupon” geldt. Vervolgens staat er in de kleine lettertjes dat sommige deals zijn uitgesloten.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
In de uiting staat “tot 30% korting”. 0% korting valt daar volgens adverteerder ook onder. Dat sommige deals uitgesloten kunnen zijn, leidt effectief tot 0% extra korting, aldus adverteerder.
Daarbij wordt onderaan elke mailing melding gemaakt van de beperkingen van de aanbieding. Desondanks zal adverteerder een asterisk toevoegen aan de zin waarin staat dat het aanbod voor “heel Groupon”, of “alles op Groupon” geldt. Die asterisk verwijst dan naar de voetnoot (die er volgens adverteerder nu reeds staat) met aanvullende informatie.
Het oordeel van de voorzitter
Bovenaan de uiting staat “tot 30% EXTRA korting op héél Groupon, wees snel”. Vervolgens staat er: “Korting op héél Groupon” en “tot 30% korting op alles”.
Met deze (herhaalde) mededelingen, en in het bijzonder het terugkerende woord “héél” en het woord “alles”, ontstaat bij de gemiddelde consument de indruk dat de bewuste kortingsactie geldt voor alle producten en diensten die men bij adverteerder kan kopen. Deze consument zal er daardoor niet op bedacht zijn dat bepaalde deals van de actie zijn uitgezonderd. Deze beperking van de actie is moeilijk te verenigen met het absoluut geformuleerde “korting op héél Groupon” en “korting op alles”. Het had, nu zij met enige nadruk vermeldt dat de actie voor “héél Groupon” geldt, op de weg van adverteerder gelegen om eveneens op een adequate, niet-dubbelzinnige wijze op de uitzonderingen te wijzen.
Nu zij dit heeft nagelaten, is sprake van het op dubbelzinnige wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Aangezien adverteerder zich bereid verklaart om de uiting aan te passen zal de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken worden gedaan voor zover nodig.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te (doen) maken.