De bestreden reclame-uiting
Het betreft een folder van adverteerder waarin onder meer “Monster High Halloween poppen met DVD” worden aangeboden voor € 34,99 per stuk.
De klacht
Toen klager naar de winkel van adverteerder ging om een “Monster High” pop met DVD te kopen, bleek dat de bijbehorende DVD niet verkrijgbaar was. Klager voelt zich misleid.
De reactie van adverteerder
Bij de bestelling van het product via de leverancier is niet opgemerkt dat de DVD niet was bijgesloten bij de poppen. Adverteerder is er in geslaagd de DVD alsnog te verkrijgen en heeft deze later bij de aankoop van een pop kunnen verstrekken. Reeds teleurgestelde klanten kunnen bij het tonen van de kassabon alsnog de DVD ontvangen. Adverteerder heeft deze inmiddels aan klager toegezonden.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Niet in geschil is dat in de reclame-uiting de desbetreffende DVD tegelijk met de “Monster High Halloween poppen” werd aangeboden voor een bedrag van in totaal € 34,99. Vaststaat dat de DVD niet bij dit bedrag was inbegrepen en aanvankelijk ook niet tegelijk met de poppen verkrijgbaar was. Aldus heeft adverteerder aanvankelijk geen juiste informatie verstrekt over de specificaties van het product, een van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter neemt nota van het feit dat adverteerder stelt dat zij later alsnog de DVD bij de poppen heeft aangeboden, zodat sindsdien de uiting als juist dient te worden aangemerkt. Dit neemt niet weg dat op het moment van de publicatie van de reclame-uiting de uiting onjuist was en dat, nu klager de klacht heeft gehandhaafd, dient te worden beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen hiervoor is vermeld, acht de voorzitter de gewraakte reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.