Omschrijving:Het betreft een televisiecommercial van Heineken Nederland BV met de zogenaamde Heineken E-Squad. |
De klacht Het beeld dat deze commercial uitstraalt is het “opleuken” van levens van mensen die in de ogen van Heineken te saai of te “nederig” zijn. Ze moeten blijkbaar “gered” worden door de Heineken E-Squad omdat ze een saai leven leiden zonder alcohol. Ze hebben een feestje met Heineken nodig om het leven leuk te maken. Dit is in strijd met artikel 2 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RVA). In de commercial worden de kantoormensen die op vrijdagavond nog aan het werk zijn als afwijkend beschouwd, evenals de jongeman die een legpuzzel aan het leggen is. Dat de muziek niet hard genoeg staat, wordt als niet stoer neergezet. Met name in het eerste en het derde deel van de commercial worden mensen uitgedaagd te drinken terwijl ze dat aanvankelijk niet deden. De commercial wekt de indruk dat het “not done” is om op een vrijdagavond niet te feesten en geen alcohol (Heineken bier) te drinken. Er is ook sprake van strijd met artikel 12 van de RVA. Met name het derde deel met de “nerd” geeft een scherp contrast tussen de niet-stoere situatie van het leggen van een puzzel op vrijdagavond zonder alcohol en de stoere situatie van een Heineken feest, natuurlijk onder het genot van Heineken bier. Tenslotte is sprake van strijd met artikel 8 RVA. Pas op het moment dat de mensen uit het filmpje worden “gered” door de Heineken E-Squad, komen zij in contact met andere mensen. De zakenlui worden verwelkomd door een grote groep dansende dames. De “nerd” krijgt dankzij Heineken E-Squad de mogelijkheid contact te leggen met vrouwen. Zonder Heineken E-Squad was dit niet gelukt en zou hij nog steeds met zijn puzzel bezig zijn. In dit opzicht draagt Heineken bij aan het krijgen en hebben van sociaal en seksueel succes. Tot slot wijst klager op artikel 17 NRC, waar is bepaald dat de regels van de reclamecode niet alleen letterlijk maar ook naar de geest moeten worden toegepast. De indruk die de commercial wekt, is dat alle feestgangers Heineken drinken, waardoor hun vrijdagavond wordt gered. |
Het verweer Naar de mening van adverteerder is geen sprake van strijd met de RVA of NRC. De achterliggende gedachte van de E-Squad commercial is om op een grappige manier de boodschap over te brengen dat waar het Heineken merk aanwezig is, de wereld wat plezieriger wordt. De commercial is een korte fictieve themafilm, waarin met een dikke knipoog wordt aangehaakt bij Amerikaanse actiefilms en series. In de drie delen worden standaard actiefilmsituaties geparodieerd: een gijzeling, een huisbezoek wegens overlast en een drugsinval. Op een duidelijk overdreven en grappige manier worden de hoofdrolspelers gestimuleerd om de boel even de boel te laten en naar een feestje te gaan. De hoofdrolspelers worden gewoon naar een feestje gebracht om plezier te maken. Geen van hen consumeert alcohol of krijgt alcohol aangeboden. Nergens wordt geïnsinueerd dat het feestje waar de hoofdrolspelers arriveren leuker wordt door het drinken van alcohol. Ook wordt nergens getoond of gesuggereerd dat mensen die niet wensen te drinken niet welkom zouden zijn of dat die afwijkend zouden zijn. Het derde deel betreft een persiflage en doet op een grappige manier denken aan een drugsinval, waarbij zeer duidelijk is dat een en ander niet serieus is bedoeld. In plaats van drugs graait de jongeman de puzzelstukjes bij elkaar en spoelt die door de toilet. Het gaat duidelijk om de situatie, niet om de jongeman of het bier. De jongeman wordt – evenals de hoofdrolspelers in de andere twee delen – slechts gestimuleerd om naar een feestje te gaan. Van de situatie als bedoeld in artikel 8 RVA is geen sprake. De kern van de commercial is dat mensen naar een feestje worden gebracht om een beetje plezier te maken. Daarmee wordt niet gesteld of gesuggereerd dat ze door de consumptie van alcohol sociaal succes zouden krijgen. De hoofdrolspelers worden enthousiast onthaald zodra ze ter plaatse komen. Het plezier begint meteen. Of door hen daarna ook een biertje wordt gedronken, vertelt het verhaal niet. Niet wordt de indruk gewekt dat ze na het drinken van een biertje (meer) sociaal succes zouden hebben. In de commercial wordt geen alcoholconsumptie getoond. Een feestje suggereert nog geen sociaal succes. |
De mondelinge behandeling Beide partijen hebben hun standpunten gehandhaafd en nader toegelicht, waarbij ze pleitnota’s hebben overgelegd.
|
Het oordeel van de Commissie (9 juli 2008) Klager heeft aangevoerd dat de reclame-uiting in strijd is met de artikelen 2, 8 en 12 RVA en artikel 17 NRC. De Commissie neemt aan dat in plaats van artikel 17 NRC artikel 16 NRC (nieuw) is bedoeld, daar hier is bepaald dat de Nederlandse Reclame Code niet alleen naar de letter maar ook naar de geest dient te worden toegepast. Wat betreft het derde deel van de commercial met de jongeman met de puzzel, is de Commissie van oordeel dat deze in strijd is met artikel 2 RVA. Volgens artikel 2 RVA mag in reclame voor alcoholhoudende drank onthouding van alcoholconsumptie of matige alcoholconsumptie niet op een negatieve manier worden uitgebeeld. In de reclame wordt de jongeman met de krullen en het geruite overhemd, die op vrijdagavond een puzzel met een voorstelling van puppies aan het leggen is, door de Heineken E-Squad met een zaklamp belicht, waarna hij – kennelijk omdat hij zich betrapt voelt – zijn puzzel snel door de toilet spoelt en door de E-Squad in een vrachtauto meegenomen wordt naar een feestje. Nadat de jongeman op het feestje is aangekomen, bedankt een vrouw met een flesje bier in haar hand de “agent”. Vervolgens zijn een glas Heineken bier en de tekst “Heineken serving the planet” in beeld. Naar het oordeel van de Commissie wordt de jongeman in de thuissituatie waarbij geen alcohol in beeld is en – naar men zal begrijpen – dus sprake is van onthouding van alcohol op een negatieve manier uitgebeeld ten opzichte van het feestje waar hij naar toe wordt gebracht, waar – naar men zal begrijpen- wel alcohol is namelijk Heineken. De overige delen van de commercial acht de Commissie niet in strijd met de artikelen 2, 8 en 12 RVA. Noch bij de zakenmannen in het eerste deel noch bij de in het tweede deel getoonde mensen op het feestje is naar het oordeel van de Commissie sprake van het op een negatieve manier in beeld brengen van onthouding van alcohol of matige alcoholconsumptie. Gelet op het voorgaande beslist de Commissie derhalve als volgt. |
De beslissingOp grond van het voorgaande acht de Commissie het derde deel van de uiting in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af. |
De grieven in het appel van Heineken Deze kunnen als volgt worden samengevat. Ten onrechte heeft de Commissie de scène met de puzzelaar in strijd met artikel 2 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RVA) bevonden. Voorts moet de puzzelscène worden gezien in het kader van de centrale boodschap van de reclame. De bedoeling is uitsluitend om te communiceren dat Heineken een plezierig en vrolijk merk is. Om dit te benadrukken is besloten om actiefilmsituaties te parodiëren. De gemiddelde consument is heel goed in staat om de puzzelscène op te vatten als een duidelijke grap. Hij zal daarin niet een negatieve boodschap lezen over onthouding. De grieven in het appel van Stap I. STAP verzoekt het College het derde onderdeel alsnog aan de artikelen 8 en 12 RVA te toetsen. II. In onderdeel 1 betreffende de kantoormensen wordt onthouding op een negatieve manier uitgebeeld. Omdat de betreffende zakenmannen worden onthaald door een groep uitbundige dames, met bier in de hand, wordt gesuggereerd dat het samen drinken van bier een band schept. Zonder de Heineken E-Squad of Heineken bier hadden de mannen en vrouwen elkaar niet getroffen. In dit onderdeel wordt duidelijk sociaal en seksueel succes gesuggereerd. Onderdeel 2 van de reclame acht STAP met name in strijd met artikel 12 RVA. De bewoners van het huis, waar de Heineken politie moet ‘ingrijpen’ op het ‘rustige’ feestje, worden afgeschilderd als onvolwassen. III. Tenslotte wijst STAP op artikel 16 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), ingevolge welke bepaling de NRC niet alleen naar de letter, maar ook naar de geest dient te worden toegepast. |
Het antwoord in het appel van Stap De grieven zijn gemotiveerd weersproken. |
De mondelinge behandelingDr. Van den Wildenberg heeft het standpunt van STAP nader toegelicht. Zij benadrukt te bepleiten dat de commercial als geheel in strijd is met artikel 2 RVA en dat subonderdelen van de commercial in strijd zijn met de artikelen 8 en 12 RVA. Mr. Hoogenraad heeft het standpunt van Heineken nader toegelicht.
|
Het oordeel van het College(30 september 2008 – 1550/08.0222 – terugverwijzing naar RCC)Ten aanzien van het appel van Heineken overweegt het College het volgende. Het College stelt voorop dat, bij de beoordeling of artikel 2 RVA is overtreden, de gewraakte reclame in haar geheel moet worden beschouwd. Ten aanzien van grief I in het appel van Stap overweegt het College het volgende. Het College acht het niet terecht dat de Commissie zich niet heeft uitgelaten naar aanleiding van de klacht van STAP dat de gewraakte reclame, (mede) gezien de scène over de puzzelende jongen, in strijd is met de artikelen 8 en 12 RVA. Dat de Commissie deze scène in strijd heeft bevonden met artikel 2 RVA, is in dit geval onvoldoende grond om zich te onthouden van een oordeel naar aanleiding van voornoemde klacht, die gebaseerd is op geheel andere bepalingen van de RVA. Aangezien de mogelijkheid tot het instellen van beroep zou ontbreken, indien het College zich thans over deze klacht zou uitspreken, zal het College de zaak wat dat betreft terugverwijzen naar de Commissie. Ten aanzien van grief II in het appel van Stap overweegt het College het volgende. Ook bij de beoordeling van de vraag of de artikelen 8 en/of 12 RVA zijn overtreden, dient de reclame in haar geheel te worden beschouwd. Gelet daarop zal het College de zaak ook terugverwijzen naar het Commissie, voor zover STAP van mening is dat de onderdelen 1 en 2 van de reclame deze reclame in strijd doen zijn met de artikelen 8 en/of 12 RVA. Wat betreft de door STAP gestelde overtreding van artikel 2 RVA, waar het betreft de onderdelen 1 en 2 van de reclame, verwijst het College naar zijn oordeel in onderdeel 6.1 hierboven. Naar aanleiding van deze grief verwijst het College eveneens naar zijn oordeel in onderdeel 6.1 hierboven. Dat de NRC ingevolge artikel 16 NRC ook naar de geest dient te worden toegepast, leidt niet tot een ander oordeel. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing in beide appellen In appel van Heineken: Het College vernietigt de beslissing van de Commissie, voor zover die de reclame in strijd heeft bevonden met artikel 2 RVA. In appel van Stap: Het nadere standpunt van STAP Het nadere standpunt van Heineken De verdere beoordeling Zoals het College in de eerste alinea van zijn beslissing heeft overwogen, kan van geen van de in beeld gebrachte situaties worden gezegd dat daarin kennelijk sprake is van onthouding van alcoholconsumptie of van matige alcoholconsumptie. Nu in het geheel geen alcoholconsumptie wordt getoond, dient de op artikel 8 RVA (oud) gebaseerde klacht te worden afgewezen. Daaraan voegt de Commissie het volgende toe. In de commercial worden drie verschillende situaties getoond, waarbij steeds een duidelijke tegenstelling bestaat tussen de situatie van vóór de aankomst van de E-squad en de situatie daarna. Kort gezegd komt de verandering erop neer dat door toedoen van de E-Squad mensen die zich bevinden in een niet of nauwelijks feestelijke situatie belanden in een situatie waarbij uitbundig wordt gefeest. Dit geldt ook voor het onderdeel dat gaat over de jongeman die – blijkbaar zonder gezelschap – met een legpuzzel bezig is. Hij wordt door de E-Squad meegenomen naar een feest. Nu deze verandering in zijn situatie in de commercial uitdrukkelijk wordt verklaard als een gevolg van het – duidelijk humoristisch bedoelde – fysieke ingrijpen door de E-Squad, kan niet worden gezegd dat de commercial de indruk wekt dat de getoonde persoon door de consumptie van alcoholhoudende drank in een feestelijke situatie is beland en zo sociaal of seksueel succes bereikt. Of hij vervolgens in de nieuwe situatie wél sociaal of seksueel succes heeft, wordt in de commercial in het midden gelaten. Ten aanzien van de op artikel 12 RVA (oud) gebaseerde klacht merkt de Commissie nogmaals op dat in geen van de in beeld gebrachte situaties (derhalve ook niet ten aanzien van de jongeman die met een legpuzzel van puppies bezig is) sprake is van alcoholconsumptie of onthouding daarvan. Ook los daarvan is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van een situatie waarin de consumptie van alcoholhoudende drank als teken van volwassenheid wordt aangemerkt en onthouding van alcoholhoudende drank als een teken van onvolwassenheid. De jongeman die bezig is een legpuzzel van puppies te leggen, is duidelijk volwassen. In de nieuwe situatie waarin hij belandt, vindt, voor zover hij nog in beeld komt, geen verandering plaats in zijn houding ten aanzien van alcoholische drank. De op artikel 12 RVA (oud) gebaseerde klacht kan om deze redenen evenmin slagen. De klacht wordt derhalve, in tegenstelling tot hetgeen eerder is beslist, alsnog in zijn geheel afgewezen. De beslissing |