Omschrijving:Het betreft de volgende uitingen binnen of buiten de Heineken Music Hall tijdens het concert “So you wannabe a popstar” d.d. 8 december 2007: a. De naam “Heineken Music Hall” op de voorzijde van het gebouw en op alle glazen deuren binnen het gebouw. |
De klacht De enkele vermelding van de naam van de verweerders kan volgens artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) al reclame zijn. De naam “Heineken Music Hall” is reclame voor alcoholhoudende drank. Dat het concert plaatsvond in de Heineken Music Hall is in strijd met artikel 10 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RVA) omdat de naam “Heineken Music Hall” alcoholreclame bevat en het concert gericht is op minderjarigen. De uitingen zijn in strijd met artikel 21 RVA omdat uit eigen onderzoek ter plaatse bleek dat het publiek voor meer dan 25% uit minderjarigen bestond. De bewijslast ter zake van het bereik rust op de verweerders. |
Het verweer van Heineken Music Hall Heineken Music Hall sluit zich aan bij het verweer van Heineken Nederlands Beheer BV. Het verweer van Heineken Nederlands Beheer BV De naam “Heineken Music Hall” is geen reclame voor alcoholhoudende drank. Het logo van de Heineken Music Hall en van Heineken zijn duidelijk verschillend waardoor gevaar voor verwarring tussen beide logo’s uiterst onaannemelijk is. Ook indien het logo van de Heineken Music Hall associaties zou kunnen oproepen met Heineken bier, betekent dat niet dat sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank. Het gemiddelde publiek zal de afbeelding van het logo van de Heineken Music Hall opvatten als een aanduiding van het muziekgebouw. Geen van de uitingen bevat elementen die een attractiewaarde hebben voor minderjarigen die aanmerkelijk uitstijgt boven die welke de uitingen hebben voor volwassenen in de zin van artikel 10 RVA. Artikel 21 RVA kan niet zo ruim worden uitgelegd dat iedere waarneming van een uiting door een publiek dat voor meer dan 25% uit minderjarige bestaat, wordt verboden. Dit is anders indien reclame wordt gemaakt op plaatsen die bestemd zijn om een publiek te bereiken van hoofdzakelijk meer dan 25% minderjarigen of op plaatsen waar doorgaans een publiek van meer dan 25% minderjarigen naar toe komt. Een andere uitleg zou leiden tot een totaalverbod op alcoholreclame, omdat er voor alle plaatsen wel een moment denkbaar is waarop er meer dan 25% minderjarigen aanwezig zijn. Het merendeel van de programmering in de Heineken Music Hall trekt uitsluitend volwassenen aan. Er bestaat geen legitimatieplicht voor het aanschaffen van concertkaarten en er zijn geen algemeen in de markt geaccepteerde bezoekcijfers voorhanden. Het is zeer onaannemelijk dat het bij het concert aanwezige publiek voor meer dan 25% uit minderjarigen bestond. Dit blijkt uit de kijkcijfers van SBS waarop het gelijknamige televisieprogramma is uitgezonden. Ook de aanvangstijd 20.00 uur en de locatie van de Heineken Music Hall maken zeer aannemelijk dat het publiek bestond uit mensen van uiteenlopende leeftijden. Minderjarigen zullen het concert in gezinsverband hebben bezocht. Het verweer van SBS De woorden “Heineken Music Hall” in de uitingen dienen als aanduiding van de locatie van het concert. Het ligt voor de hand om voor een programma waar het woord “star” in voorkomt een logo te kiezen waarin een ster is verwerkt. Voor de ster is gekozen, lang voordat de samenwerking met de Heineken Music Hall tot stand is gekomen. Het verweer van Eyeworks Het verweer van NRGY |
De mondelinge behandeling Toelichting klager: De associatie bij de naam “Heineken Music Hall” met bier is zo groot dat het bijna onmogelijk is dat deze niet zou worden opgeroepen. Er dienen geen concerten die een te sterke aantrekkingkracht op minderjarigen uitoefenen in de Heineken Music Hall te worden gehouden, omdat bezoekcijfers niet kunnen worden overgelegd. Het is goed voor te stellen dat er een percentage van meer dan 25% minderjarigen naar het concert is gekomen terwijl een kleiner percentage naar het televisieprogramma heeft gekeken. De blootstelling aan alcoholreclame is niet toevallig maar bewust. Toelichting Heineken:
|
Het oordeel van de Commissie: (25 februari 2008) Wat de verschillende uitingen betreft, oordeelt de Commissie als volgt: a. De naam “Heineken Music Hall” is reclame voor alcoholhoudende drank, omdat de associatie van deze naam met Heineken bier dermate groot is dat de gemiddelde consument de naam van het gebouw zal associëren met het bier dat een zeer grote naamsbekendheid heeft. Dit kan anders zijn indien een niet in het oog springende vermelding “Heineken Music Hall” in een aanprijzing voor een bepaald evenement louter dient als aanduiding van de locatie waar dit evenement wordt gehouden, dus als informatief gegeven zonder aanprijzend karakter. Hiervan is geen sprake zodat de naam “Heineken Music Hall” op de voorzijde van het gebouw en op alle glazen deuren binnen het gebouw reclame voor alcoholhoudende drank is. b. De rode ster in het “So you wannabe a popstar” logo en de vier sterren op het podium roepen geen, althans onvoldoende associatie met Heineken bier op. Er is dus geen sprake van reclame voor alcoholhoudende drank. c. De advertentie bevat geen reclame voor alcoholhoudende drank waar het de aanduiding “Heineken Music Hall Amsterdam” betreft, aangezien deze – zoals onder a is overwogen – louter dient als aanduiding van de locatie waar het evenement wordt gehouden. Wat de rode ster betreft, geldt hetzelfde als onder b is overwogen. d. De herhaalde mededelingen tijdens het concert dat het plaatsvond in de Heineken Music Hall, bevat geen reclame voor alcoholhoudende drank, aangezien deze – zoals onder a is overwogen – louter dient als aanduiding van de locatie waar het evenement wordt gehouden. e. Van het Heineken logo boven de bar kan niet geoordeeld worden dat deze reclame voor alcoholhoudende drank zich specifiek richt tot minderjarigen in de zin van artikel 10 RVA. f. Voor de verschillende verlichte Heineken flesjes en kartonnen Heineken bier houders geldt hetzelfde als onder e is overwogen. |
De beslissingDe Commissie wijst de klacht af. |
Regeling: Artikel 21 RvA |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Ten onrechte heeft de Commissie in onderdeel 10 onder a overwogen: Artikel 21 RVA bevat drie belangrijke elementen: Volgens artikel 21 RVA moet per evenement een inschatting worden gemaakt hoeveel minderjarigen het evenement zal trekken. |
Het antwoord in appel van HML HML sluit zich aan bij het antwoord in appel van Heineken. Voorts legt HML een stuk over inhoudende het beleid van HML “bij activiteiten waarbij een behoorlijk aantal minderjarigen aanwezig is”. In de daarin opgenomen “Checklist bij de Activiteiten” staat onder meer: – Alle Heineken neons staan uit in het hele pand (met uitzondering van de neon-sterren aan de voorgevel) – Heineken logo’s op taps worden afgeplakt. Het antwoord in appel van Heineken Het antwoord in appel van SBS |
De mondelinge behandeling Het standpunt van Heineken is nader toegelicht.
|
Het oordeel van het College Het College stelt voorop dat het beroep zich beperkt tot de beslissing van de Commissie over de uitingen bedoeld in onderdeel sub a van de beslissing van de Commissie, te weten de vermelding “Heineken Music Hall” op de voorzijde van de Heineken Music Hall en op alle glazen deuren binnen dat gebouw. Het College deelt de opvatting van STAP dat ingevolge artikel 21 RVA per evenement moet worden beoordeeld of reclame voor alcoholhoudende drank een publiek bereikt dat voor meer dan 25% uit minderjarigen bestaat, dat de bezoekcijfers daarbij gelden als maat voor het bereik en dat de bewijslast ter zake van het bereik op de adverteerder rust. In haar klacht heeft STAP, onder verwijzing naar door haar overgelegde foto’s, gesteld dat zij voornoemd concert heeft bezocht en dat zij schat dat er 30 tot 40% minderjarigen bij het concert aanwezig waren. Heineken en HML hebben dit percentage onvoldoende weersproken, terwijl, zoals hiervoor is overwogen, ingevolge artikel 21 RVA de bewijslast ter zake van het bereik op de adverteerder rust. De door Heineken overgelegde kijkcijfers van de televisieprogramma’s “So you wanna be a popstar” en “Idols”, het aanvangstijdstip van het concert, 20.00 uur en het feit dat het concert plaatsvond in Amsterdam doen niet althans onvoldoende af aan de stelling van STAP. Gelet op het bovenstaande gaat het College ervan uit dat de vermelding “Heineken Music Hall” op de glazen deuren binnen het gebouw tijdens voornoemd concert een publiek heeft bereikt dat voor meer dan 25% uit minderjarigen bestond. In zoverre is die vermelding in strijd met artikel 21 RvA. Het College acht zowel HMH als Heineken verantwoordelijk voor deze overtreding; door de onderhavige vermelding maakt zowel HMH als Heineken reclame voor alcoholhoudende drank. Het College heeft niet tot taak zich uit te laten over de toelaatbaarheid van het organiseren van voor minderjarigen aantrekkelijke concerten in de Heineken Music Hall in het algemeen, zoals door STAP verzocht. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College vernietigt de beslissing van de Commissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld en voor zover de Commissie de klacht, dat de vermelding “Heineken Music Hall” op de glazen deuren binnen het gebouw Heineken Music Hall in strijd is met artikel 21 RVA, heeft afgewezen. Het College acht deze vermelding, tijdens het concert “So you wanna be a Popstar” op 8 december 2007, in strijd met artikel 21 RVA en beveelt HML en Heineken aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |