De bestreden reclame-uiting

Het betreft de tag-on die wordt vertoond na de televisiecommercial waarin wordt meegedeeld welke producten die week in de ‘hamster-actie’ van Albert Heijn worden aangeboden. In de tag-on wordt gezegd: “Hamsteren kan ook makkelijk via ah.nl. Worden de boodschappen bij u thuisbezorgd”. Terwijl een ‘Albert Heijn hamster’ deze tekst uitspreekt, verschijnt een bestelwagen in beeld met de opdruk “Uw boodschappen bezorgd tot in de keuken.

Gewoon via ah.nl”.

De tag-on wordt afgesloten met de geschreven tekst “Bestel nu via ah.nl”.

De klacht

In de reclame wordt niet vermeld dat Albert Heijn niet in heel Nederland thuisbezorgt. De regio waar klaagster woont (in Friesland) en veel meer gebieden in Nederland blijken niet tot het bezorggebied te behoren. Klaagster zou geen bezwaar hebben tegen de commercial indien daarin zou worden meegedeeld dat niet in heel Nederland wordt bezorgd en dat op de website van adverteerder kan worden gekeken waar wel wordt bezorgd. Nu een dergelijke mededeling ontbreekt, acht klaagster de reclame onjuist.

Het verweer

In zijn beslissing van 13 mei 2014 (dVAF2014/00202B) heeft de voorzitter van de Commissie naar aanleiding van een soortgelijke klacht betreffende een televisiecommercial voor de bezorgservice van Albert Heijn geoordeeld dat weliswaar niet met zoveel woorden wordt gezegd dat de bezorgservice niet voor heel Nederland geldt, maar dat uit de website van Albert Heijn waarnaar in de commercial verwezen voldoende blijkt dat niet in heel Nederland wordt bezorgd. De voorzitter baseerde zich hierbij op een uitspraak van de Commissie van 7 februari 2014 (dossier 2013/00892). Beide uitspraken zijn als bijlagen bij het verweer gevoegd.

Voorts wordt aangevoerd dat de website voor het online bestellen zo is ingericht dat de consument eenvoudig, door het invullen van zijn postcode, kan nagaan of hij binnen het bezorggebied woonachtig is. Albert Heijn maakt door middel van haar website voldoende duidelijk dat zij niet in heel Nederland bezorgt. Het enkele feit dat zij dit in de bestreden commercial niet expliciet benoemt, doet hieraan niet af, zoals ook door (de voorzitter van) de Commissie in eerdere uitspraken is bevestigd.

Het oordeel van de Commissie

In de tag-on commercial wordt in tekst en beeld zonder voorbehoud meegedeeld dat bij het bestellen via ah.nl de boodschappen “bij u” en “tot in de keuken” worden thuisbezorgd. Vast is komen te staan dat de bezorgservice van Albert Heijn niet voor heel Nederland geldt. Voorts is niet weersproken dat de uitsluiting van de bezorgservice betrekking heeft op een niet te verwaarlozen aantal regio’s in Nederland. Nu sprake is van een belangrijke beperking van het aanbod dient adverteerder de consument hierop in de commercial attent te maken. Daarbij is van belang dat de gemiddelde consument er niet zonder meer op bedacht hoeft te zijn dat de geadverteerde bezorgservice van de landelijke winkelketen Albert Heijn, met veel vestigingen in heel Nederland, niet voor het hele land geldt.

Naar het oordeel van de Commissie kan het beroep dat adverteerder in dit verband doet op eerdere uitspraken van (de voorzitter van) de Commissie haar niet baten. Uit de dVAF van 13 mei 2014 blijkt dat in de toen bestreden commercial betreffende de bezorgservice werd verwezen naar de actievoorwaarden op adverteerders website. De beslissing van de Commissie in dossier 2013/00892 betrof geen televisiecommercial maar een uiting met informatie over de nieuwe Bonuskaart. In deze uiting werd voor de welkomstdeals, waaronder het gratis bezorgen of ophalen van een bestelling via ah.nl, door middel van een asterisk verwezen naar de website ah.nl/bonuskaart. In tegenstelling tot voornoemde uitingen bevat de thans bestreden commercial geen enkele vermelding van of verwijzing naar voorwaarden die voor de bezorgservice van Albert Heijn gelden.

Gelet op het vorenstaande is in de onderhavige uiting sprake van een omissie van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.