De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame voor elektrische sigaretten en e-liquids van VaporLinQ.
In het begin daarvan is in relatief kleine letters -onder afbeeldingen van diverse producten- vermeld:
“NIX18 Onze producten kunnen de zeer verslavende stof nicotine bevatten, in dit geval wordt het gebruik daarvan afgeraden voor niet rokers”.
In de uiting wordt gezegd:
“De elektrische sigaretten en e-liquids van VaporLinq bieden u wel de optimale smaakbeleving, zijn 95% minder schadelijk en tot 70% voordeliger dan traditioneel roken. VaporLinq het nieuwe roken. Vraag ernaar bij uw winkel of ga naar VaporLinq.com. VaporLinq make sense.
In beeld verschijnt onder meer:
“95%
minder
schadelijk” en
“Kadotip voor rokers”. Ook zijn een man en een vrouw te zien die elk gebruik maken van een elektrische sigaret.
De klacht
Klager heeft de volgende bezwaren.
1.
Reclame voor e-sigaretten dient niet op de televisie te verschijnen, en zeker niet tijdens de uren dat er een op de jeugd gerichte film (Harry Potter) wordt uitgezonden.
2.
In de reclame wordt gesproken over “minder schadelijk”. De vraag is: “minder schadelijk” ten opzichte waarvan? Klager stelt: “Schadelijk is schadelijk”.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De klacht is gebaseerd op roken, terwijl het in dit geval gaat om dampen. Dampen is het alternatief voor roken waarbij er veel minder schadelijke stoffen vrijkomen, de overlast voor anderen wordt geminimaliseerd en het milieu minder wordt belast.
Adverteerder verkoopt geen (tabak)sigaretten, maar elektronische vaporizers (in de volksmond: elektrische sigaretten). Deze hoogwaardige apparaten vormen met de e-liquids een voor 95% (tot zelfs 98%) minder schadelijk alternatief voor de sigaret. Door het verwarmen van de e-liquid ontstaat er waterdamp en geen teer- en ammoniakhoudende rook. Bij traditionele sigaretten krijgen rokers naast teer en ammoniak nog tientallen andere schadelijke stoffen binnen. Bij de vaporizers en e-liquids van adverteerder gaat het slechts om waterdamp bestaande uit food gade stoffen die in vele voedingsproducten zijn verwerkt. De e-liquids van adverteerder voldoen ook nu al aan de wettelijke normen die op 1 mei 2016 ingaan.
Adverteerder is zich bewust van de beperkingen die er gelden voor reclame voor roken, maar daar valt het product van adverteerder niet onder. Helaas heeft de regering besloten om dampen/de elektrische sigaret vanaf 1 mei 2016 onder de Tabakswet te laten vallen, waardoor adverteerder vanaf die datum geen reclame meer mag maken.
Zoals statistisch bekend vormen jongeren de sterkst groeiende groep rokers ondanks alle maatregelen die er de laatste jaren zijn genomen. Behalve dat adverteerder de leeftijdsgrens van 18 jaar respecteert en bijsluiters bij alle producten voegt, richt adverteerder zich uitsluitend op rokers en vermeldt dat ook duidelijk op de website en in reclame. De jongeren die willen gaan roken doen dat toch en de inzet van adverteerder is om hen dan te laten dampen. Daarmee worden de schadelijke effecten al met 95 tot 98% gereduceerd.
Voor de roker is dampen niet alleen een veel minder schadelijk alternatief, maar ook een manier om van het roken af te komen. Naast nicotine vrije liquids verkoopt adverteerder voor de rokers e-liquids met 6, 12 of 18 mg nicotine. Nicotine is niet schadelijk, maar wel verslavend en veel rokers hebben nicotine nodig om de stap van een sigaret naar dampen succesvol te kunnen maken.
“Ten overvloede” wijst adverteerder via een in het verweer opgenomen link op pagina 5 van een (113 pagina’s tellend) artikel op www.gov.uk. Uit dit artikel blijkt, zo stelt adverteerder, dat in Engeland de elektrische sigaret vergoed zal gaan worden uit het ziekenfonds, omdat deze 95% minder schadelijk is, zodat vele levens en hoge ziektekosten kunnen worden ge- en bespaard. In het “Foreword” van de door adverteerder overgelegde pagina 5 staat onder meer:
“in a nutshell, best estimates show e-sigarettes are 95% less harmful to your health than normal cigarettes, and when supported by a smoking cessation service, help most smokers to quit tobacco altogether”.
Adverteerder legt ook een artikel over van Karin Spaink, getiteld: “Stoptober”. Adverteerder stelt dat in dit artikel is aangetoond dat de e-sigaret jongeren niet aanzet tot roken maar deze er juist van weerhoudt te gaan roken.
Adverteerder streeft ernaar om door middel van dure commercials op televisie en radio de rokers nog enkele maanden te informeren over het alternatief dat zij wel degelijk hebben. Als dit niet lukt, dan hebben de tabaksindustrie en de farmaceuten vrij spel met de verkoop van sigaretten die – zo stelt adverteerder – “we met z’n allen echt uit de markt willen en moeten krijgen”.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
Ad 1.
Dit bezwaar en het naar aanleiding daarvan gevoerde verweer, waarin adverteerder heeft meegedeeld dat de elektrische sigaret vanaf 1 mei 2016 onder de Tabakswet zal vallen en dat adverteerder daardoor vanaf die datum geen reclame meer mag maken, geven de Commissie aanleiding om als volgt te overwegen en te oordelen.
Op 1 februari 2015 is het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret in werking getreden. Ingevolge artikel 1 onder b van dit besluit wordt onder een elektronische sigaret verstaan:
“een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir”. Naar het oordeel van de Commissie vallen de elektrische sigaretten van VaporLinQ onder deze definitie.
Artikel 9 lid 1 van voornoemd warenwetbesluit luidt, voor zover hier van belang:
“Het is een ieder verboden om in de uitoefening van beroep of bedrijf een elektronische sigaret (..) aan te prijzen via enig op het publiek gericht reclamemedium anders dan met gebruikmaking van de waarschuwing, genoemd in artikel 8, eerste lid”. Deze waarschuwing luidt:
“Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers”.
De Commissie stelt vast dat het ingevolge voornoemde bepalingen van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret met ingang van 1 februari 2015 is toegestaan om reclame te maken voor de elektronische sigaret, mits voornoemde waarschuwing wordt gebruikt. De wetgever heeft, door middel van voornoemd besluit, voorlopig de mogelijkheid willen bieden om reclame te maken voor een elektronische sigaret. De bestreden uiting is voorzien van de waarschuwing “Onze producten kunnen de zeer verslavende stof nicotine bevatten, in dit geval wordt het gebruik daarvan afgeraden voor niet rokers”, maar deze waarschuwing verschijnt in zo kleine letters in beeld dat deze de kijker gemakkelijk kan ontgaan. Een redelijke uitleg van artikel 9 lid 1 van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret in verbinding met artikel 8, eerste lid van dat besluit brengt mee dat de bewuste waarschuwing duidelijk leesbaar dient te zijn. De waarschuwing in de bestreden uiting is niet duidelijk leesbaar. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd artikel 9 lid 1 van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code.
Klager heeft nog gesteld dat reclame voor e-sigaretten zeker niet op televisie dient te verschijnen tijdens de uren dat er een op de jeugd gerichte film (Harry Potter) wordt uitgezonden. Naar aanleiding van deze stelling overweegt de Commissie dat het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret geen verbod bevat om voor een bepaald tijdstip reclame te maken voor elektronische sigaretten. De Commissie ziet verder ook geen aanleiding om voorwaarden te stellen aan het tijdstip van uitzenden van de bestreden reclame, daargelaten dat deze reclame, zoals hiervoor overwogen, in strijd is met artikel 2 NRC.
Ad 2.
Klager vraagt zich af: ““minder schadelijk” ten opzichte waarvan?”. In de uiting wordt in dit verband voor zover hier van belang gezegd:
“De elektrische sigaretten en e-liquids van VaporLinq bieden u wel de optimale smaakbeleving, zijn 95% minder schadelijk en tot 70% voordeliger dan traditioneel roken”. Kennelijk is bedoeld: “95% minder schadelijk (…) dan traditioneel roken”.
Klager stelt: “Schadelijk is schadelijk”. Voor zover deze stelling moet worden opgevat als een bezwaar tegen de bestreden televisiereclame overweegt de Commissie dat in die televisiereclame niet de suggestie besloten ligt dat “De elektrische sigaretten en e-liquids van VaporLinq” onschadelijk zijn. Gezegd wordt immers: “95% minder schadelijk”.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.