De bestreden reclame-uiting
Het betreft een door ING aan (geselecteerde) klanten, onder wie klager, toegezonden
e-mailbericht met als aanhef:
“Uw rentevaste periode verloopt
Gratis online seminar op 29 juni”.
De klacht
Klager schrok van de mededeling “Uw rentevaste periode verloopt” en heeft moeten controleren of zijn rentevaste periode echt afliep of dat het slechts reclame was. Het laatste bleek het geval te zijn. Klager acht de reclame-uiting misleidend.
Het verweer
ING heeft het e-mailbericht over een gratis online seminar naar klager en een groot aantal andere klanten gestuurd van wie de rentevaste periode van hun hypotheek binnen 12 maanden afloopt, om hen in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van relevante informatie. Dit bericht staat los van de officiële schriftelijke communicatie aan hypotheekklanten, die bestaat uit een aankondigingsbrief ca. drie maanden voor het aflopen van de rentevaste periode en een concreet renteaanbod ca. vier weken voor afloop van deze periode.
ING stelt zich op het standpunt dat het bestreden e-mailbericht geen reclame is, nu geen sprake is van enig commercieel oogmerk van de kant van ING. Indien wordt geoordeeld dat de uiting wel reclame is, dan is deze niet misleidend als bedoeld in de artikelen 8.2 en 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het oordeel van de Commissie
Vooropgesteld wordt dat de Commissie de bestreden uiting aanmerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC. Er is immers geen sprake van een louter feitelijke mededeling zonder enig aanprijzend element, maar van een aan een groot aantal klanten van adverteerder verzonden e-mailbericht waarin een service van adverteerder wordt aangeprezen.
Door adverteerder is gesteld dat het e-mailbericht is verzonden aan hypotheekklanten van wie de rentevaste periode binnen 12 maanden afloopt. Doordat er geen termijn in het e-mailbericht staat bij de vermelding “uw rentevaste periode verloopt”, wordt naar het oordeel van de Commissie de suggestie gewekt dat de rentevaste periode van degene die aangeschreven wordt binnen afzienbare termijn verloopt. De termijn van 12 maanden, die adverteerder als selectiecriterium heeft gehanteerd, acht de Commissie in dit verband dan ook te ruim. Het is begrijpelijk dat klager – van wie de rentevaste periode kennelijk nog niet op korte termijn verloopt – zich door deze zinsnede op het verkeerde been gezet voelt en nodeloos is ‘wakker geschud’.
Gelet op het vorenstaande is de uiting onduidelijk over de noodzaak van vervanging van de hypotheekvoorwaarden als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en sub e NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Aannemelijk is dat het door adverteerder aangeboden online seminar bedoeld is om het besluit van de aangeschreven klant over de nieuwe hypotheekvoorwaarden te beïnvloeden waardoor hij er – indirect – toe kan worden gebracht een besluit te nemen dat hij niet had genomen als hij niet onnodig was wakker geschud. De Commissie acht de uiting daarom misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 1 september 2011
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Het College van Beroep:
De grieven
Het College vat de grieven als volgt samen.
Grief 1
Ten onrechte heeft de Commissie met voorbijgaan aan de verdere inhoud van de
e-mail geoordeeld dat door het ontbreken van een termijn bij de mededeling “uw rentevaste periode verloopt” de suggestie wordt gewekt dat dit binnen afzienbare tijd zal zijn. ING stelt dat voor de gemiddelde consument uit de inhoud van de e-mail voldoende blijkt dat een algemene service aan klanten wordt aangeboden.
Grief 2
Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat de termijn van 12 maanden vóór het aflopen van de rentevaste periode die ING als selectiecriterium kiest voor het aanschrijven van klanten te ruim is. Banken trachten het klantbelang zoveel mogelijk centraal te stellen en worden daartoe ook aangespoord door de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten. In verband daarmee worden klanten ruim van tevoren en ook pro actief benaderd met relevante informatie over belangrijke financiële zaken zoals een hypotheek.
Grief 3
Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat het door ING aangeboden seminar bedoeld is om het besluit van de aangeschreven klant over de nieuwe hypotheekvoorwaarden te beïnvloeden waardoor hij – indirect – ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Het seminar heeft geen commercieel doel. Van beïnvloeding tijdens het seminar is dan ook geen sprake.
Het oordeel van het College
1. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
2. Vooropgesteld wordt dat geen grief is gericht tegen het onderdeel van de bestreden beslissing waarin de Commissie heeft geoordeeld dat de bestreden uiting als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code dient te worden aangemerkt. Dit staat derhalve in beroep als onbestreden vast.
3. Het College begrijpt de klacht in eerste aanleg aldus, dat volgens geïntimeerde de uiting ten onrechte de suggestie wekt dat deze een zakelijke kennisgeving met betrekking tot het eindigen van de rentevaste periode van zijn hypotheek bevat. Volgens geïntimeerde is de uiting in werkelijkheid slechts bedoeld als reclame, te weten teneinde een seminar/ financieel product aan te prijzen. Volgens geïntimeerde is geen sprake van het verlopen van de rentevaste periode.
4. Naar het oordeel van het College blijkt uit het geheel van de uiting voldoende duidelijk dat deze niet een zakelijke mededeling met betrekking tot het (moment van) verstrijken van de rentevaste periode bevat, maar is bedoeld om een “online seminar” van ING aan te prijzen dat verband houdt met het eindigen van de rentevaste periode. ING licht in de brief uitvoerig toe wat het doel van dit seminar is en op welke vragen daarbij antwoord zal worden gegeven. Aldus is de strekking van de uiting voldoende duidelijk. Van misleiding is daarbij geen sprake.
5. Op grond van het voorgaande dient te worden beslist als volgt.
De beslissing
Vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep en wijst de klacht alsnog af.