De bestreden uiting
Het betreft een uiting op https://www.dnb.nl/betalingsverkeer/psd2/index.jsp.
Daarin zijn onder meer -getekend- vier keer dezelfde man (1 keer groter, 3 keer kleiner), in verschillende situaties afgebeeld.
Links bovenaan de afbeelding staat:
“PSD2
Er is een mogelijkheid dat een
derde toegang tot je betaalrekening
wil, maar jij beslist”.
Boven de groter afgebeelde man staat een tekstballon met:
“Ik beslis!” met daaronder twee hokjes met daarin een kruis respectievelijk een vinkje.
Links van deze man staat onder meer de tekst:
“Beslis zelf of een bedrijf, gedurende een
afgesproken periode, inzage mag hebben
in je rekeningen en betaalgedrag”, met daarnaast de afbeelding van voornoemde man die een andere man met een loep naar een document laat kijken.
Rechts van de groter afgebeelde man staat:
“Jij bepaalt zelf of een bedrijf een bedrag van jouw rekening over mag maken, online of aan de kassa”,
met daarnaast de afbeelding van voornoemde man met een boodschappentas, die kennelijk zaken doet met een medewerkster van een bedrijf.
Rechts onderaan de afbeelding staat:
“Veilig en betrouwbaar
Alle partijen dienen een vergunning te
hebben van de DNB of van een andere
toezichthouder in de Europese Unie.
PSD2 regelt het toezicht op deze
derde partijen”.
Onder de afbeelding staat naast de logo’s van DNB en MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer):
“PSD2, de nieuwe Europese richtlijn voor het betalingsverkeer”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Op 24 april 2019 heeft de Commissie in dossier 2019/00181A, betreffende een tv-commercial, geoordeeld dat de uitspraak “U beslist” in strijd is met artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de onderhavige uiting, op internet, wordt “in dezelfde context”, aldus klager, de uitspraak “ik beslis” gedaan. De boodschap van beide uitingen is dezelfde. Het enige verschil betreft het gekozen medium.
In de nu bestreden uiting wordt gesproken over: “toegang tot je betaalrekening” en “Beslis zelf of een bedrijf, …, inzage mag hebben in je rekeningen en betaalgedrag”. De mededeling “Ik beslis” van het volgens klager “blij kijkende poppetje” acht klager strijdig met het gegeven dat een transactie tussen A en B kan worden gedeeld door B met C, nadat B toestemming heeft gegeven voor toegang tot zijn bankrekening, terwijl A wat dat betreft geen zeggenschap heeft, met andere woorden in dit geval beslist A niet zelf over de “inzage” waar het linker poppetje het over heeft, aldus klager.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De klacht moet worden afgewezen. Voorop staat dat de uiting van DNB niet kan worden aangemerkt als ‘reclame’ in de zin van artikel 1 NRC. Indien wel sprake is van ‘reclame’, is de NRC niet overtreden. De boodschap in de uiting is correct en de vergelijking met de in dossier 2019/00181A beoordeelde uiting (hierna aangeduid als “Oude Uiting”) gaat mank. DNB licht dit als volgt toe.
Op 25 november 2015 is “Richtlijn (EU) 2015/2366 betreffende betalingsdiensten in de interne markt” ofwel “PSD2” door het Europese Parlement en de Raad aangenomen. “PSD2” betekent: “Payment Services Directive”, waarbij “2” verwijst naar de hieraan voorafgaande Richtlijn 2007/64/EG.
Het voornaamste doel van PSD2 is het bevorderen van innovatie en concurrentie. De richtlijn stelt onder meer dat winkels geen toeslagen meer mogen berekenen voor betalingen via de betaalpas.
Daarnaast maakt PSD2 het voor rekeninghouders mogelijk om nieuwe online betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten te gaan gebruiken. Daarbij kan gedacht worden aan digitale huishoudboekjes of aan contactloos betalen.
PSD2 regelt ten behoeve van dergelijke nieuwe betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten dat de rekeninghouder het recht heeft om nieuwe partijen toegang te geven tot de betaalrekening bij zijn/haar bank, waaraan de bank vervolgens verplicht is mee te werken. Om deze toegang te krijgen, geldt overigens een aantal belangrijke eisen.
Voor de toegang tot de betaalrekening is uitdrukkelijke toestemming vereist van de rekeninghouder, maar het kan voorkomen dat een derde partij de gegevens van een individuele betaaltransactie te zien krijgt, zonder dat de rekeninghouder daarvoor toestemming heeft gegeven. Dit is het geval wanneer die rekeninghouder een betaling doet aan of ontvangt van een partij die wél toestemming heeft gegeven aan een derde om inzage in diens rekening te verkrijgen. In dat geval worden de gegevens van de betreffende transactie bij die derde bekend. Dit volgt logischerwijs uit de toegang die die wederpartij van de rekeninghouder aan de derde partij heeft verstrekt en is overigens niet anders dan de huidige situatie waarbij de wederpartij ook al derden toegang kan geven tot zijn banktransacties.
PSD2 is (grotendeels) op 19 februari 2019 in werking getreden in Nederland. Om de Nederlandse rekeninghouder te informeren over (de gevolgen van) PSD2, is op initiatief van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer, bestaande uit vertegenwoordigers van aanbieders en gebruikers in het betalingsverkeer, zoals de Nederlandse Vereniging van Banken, Detailhandel Nederland, de Consumentenbond en de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen, een publieksinformatiecampagne in diverse media gestart, waaraan DNB een bijdrage heeft geleverd. In dit kader zijn onder meer twee informatiefilmpjes op televisie uitgezonden en is de website www.psd2bankieren.nl in het leven geroepen.
Ook op haar eigen website www.dnb.nl (de ‘Website’) informeert DNB uitgebreid over de gevolgen van de introductie van PSD2. Zo bevat de Website een informatiepagina waar voorlichting wordt gegeven over wat PSD2 inhoudt en wat dit voor de rekeninghouder betekent. Deze pagina bevat ook een vraag & antwoordgedeelte met antwoorden op de meest gestelde vragen over PSD2.
Bij de totstandkoming van de media-uitingen en de Website hebben deelnemers van het MOV en DNB er altijd op toegezien dat sprake is van een voorlichtingscampagne en niet van enige vorm van reclame voor bancaire producten of diensten.
Eén van bovenbedoelde informatiefilmpjes, de Oude Uiting, bevatte de mededeling:
“Zo komen er andere mogelijkheden (…) om informatie te delen. U beslist zelf of u ervoor openstaat, of niet.”
Volgens de Commissie was deze mededeling te absoluut, omdat deze niet in alle situaties opgaat. DNB verwijst naar een (in het verweer opgenomen) passage uit de beslissing.
Hoewel DNB zich om meer redenen niet kon verenigen met de inhoud van deze beslissing, is zij daartegen niet in beroep gegaan, omdat de Oude Uiting ten tijde van de uitspraak al niet langer zou worden uitgezonden.
Wat betreft de onderhavige klacht staat voorop dat de uiting van DNB niet kan worden aangemerkt als ‘reclame’ in de zin van de NRC. Van een directe of indirecte aanprijzing is in dit geval geen sprake. De betreffende afbeelding is louter informatief en heeft slechts tot doel het publiek te berichten over PSD2 en de gevolgen hiervan. De rekeninghouder wordt op geen enkele wijze uitgelokt of beïnvloed om al dan niet gebruik te maken van de mogelijkheden die PSD2 biedt. In de uiting worden geen producten of diensten of denkbeelden aangeprezen, noch wordt een oordeel of advies uitgesproken of de rekeninghouder wel of geen gebruik moet gaan maken van voornoemde mogelijkheden. Het behoort ook niet tot de taken van DNB als onafhankelijke centrale bank respectievelijk onafhankelijk toezichthouder om bepaalde producten of diensten te promoten.
Dat de informatievoorziening op een voor het publiek wellicht attractieve wijze plaatsvindt, maakt het bovenstaande niet anders.
Voor zover de Commissie mocht oordelen dat er wel sprake is van reclame, geldt het volgende.
Anders dan klager doet voorkomen, gaat de uiting duidelijk slechts over één aspect van PSD2, namelijk het onderdeel waarbij de rekeninghouder het recht heeft om nieuwe partijen toegang te geven tot de betaalrekening bij zijn bank ten behoeve van nieuwe betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten. De uiting begint namelijk met de tekst:
“Er is een mogelijkheid dat een derde toegang tot je betaalrekening wil, maar jij beslist”.
Vervolgens beschrijft de uiting twee situaties, waarin een derde mogelijk toegang tot de betaalrekening van de rekeninghouder wil, maar waarbij het aan de rekeninghouder is om te bepalen of deze dat wil:
? Een bedrijf wil, gedurende een afgesproken periode, inzage in de rekeningen en het
betaalgedrag van de rekeninghouder
? Een bedrijf wil een bedrag van de rekening van de rekeninghouder overmaken, online
of aan de kassa.
Waar DNB naar het oordeel van de Commissie in de Oude Uiting ten onrechte in algemene zin had geformuleerd dat een rekeninghouder altijd beslist of deze openstaat voor het delen van informatie, wordt in de nu bestreden uiting niet in algemene zin ‘u beslist’ (of ik/jij beslis(t)) gebruikt.
De door klager gemaakte vergelijking met de Oude Uiting, en met de beslissing van de Commissie in dossier 2019/00181A, gaat dan ook mank.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de uiting, waarvan klager bij de klacht een afdruk heeft overgelegd (hierna “afdruk a”), deel uitmaakt van een webpagina met de aanhef “PSD2” op de website www.dnb.nl. Op deze pagina staat nog meer tekst. Zowel klager als verweerder heeft ter zitting een afdruk van deze webpagina (hierna “afdruk b”) aan de Commissie overgelegd.
Aan de hand van afdruk b stelt de Commissie vast dat onder het deel van de webpagina, waarvan bij de klacht afdruk a is overgelegd, is vermeld: “PSD2 in één oogopslag: bekijk de infographic”. De Commissie gaat er van uit dat afdruk a door verweerder is aangeduid als “infographic”.
Boven deze infographic staat:
“PSD2
PSD2 is de nieuwe Europese wet (richtlijn) voor het betalingsverkeer van consumenten en bedrijven. PSD2 gaat ons allemaal aan. Wat verandert er en wat gaan we ervan merken?
Onder de infographic staan tekstgedeelten met als aanhef onder meer: “PSD2 en de consument”, “PSD2 en de winkelier” en “PSD2 en de derde partij”.
2.
Gelet op het verweer dient de Commissie in de eerste plaats de vraag te beantwoorden of de bestreden uiting moet worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC.
DNB heeft -samengevat- betoogd dat “de afbeelding” (kennelijk de “infographic”) louter informatief is, dat de rekeninghouder op geen enkele wijze wordt uitgelokt of beïnvloed om al dan niet gebruik te maken van de mogelijkheden die PSD2 biedt, en dat er geen producten, diensten of denkbeelden worden aangeprezen. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
Op de webpagina, waar de infographic deel van uitmaakt, vestigt DNB de aandacht op PSD2. Daarbij wordt niet alleen feitelijke informatie gegeven, zoals bijvoorbeeld het gegeven dat PSD2 “de nieuwe Europese wet (richtlijn) voor het betalingsverkeer van consumenten en bedrijven” is, maar wijst DNB ook op geruststellende en daarmee wervende wijze op gevolgen van PSD2, daar waar gesteld wordt:
“Veilig en betrouwbaar
Alle partijen dienen een vergunning te
hebben van de DNB of van een andere
toezichthouder in de Europese Unie.
PSD2 regelt het toezicht op deze
derde partijen”.
Door dit waardeoordeel dat DNB over (de gevolgen van) PSD2 uitspreekt, schetst zij een positief beeld van PSD2 en in zoverre houdt de uiting een aanprijzing in van een denkbeeld als bedoeld in artikel 1 NRC.
3.
De kern van de klacht is dat de mededeling “Ik beslis” naar klagers mening niet valt te verenigen met het gegeven dat een transactie tussen A en B kan worden gedeeld door B met C, nadat B toestemming heeft gegeven voor toegang tot zijn bankrekening, terwijl A wat dat betreft geen zeggenschap heeft.
Ter zitting heeft klager hieraan toegevoegd dat hij ook bezwaar maakt tegen de mededeling “Ik beslis”, omdat de woorden “Veilig en betrouwbaar” naar zijn mening in dit geval niet op hun plaats zijn. Nu klager dit aspect niet in de klacht, maar pas ter zitting naar voren heeft gebracht, is DNB niet voldoende in de gelegenheid geweest zich hiertegen te verweren, en zal de Commissie haar oordeel beperken tot voornoemde kern van de klacht. Zij oordeelt hierover als volgt.
Anders dan klager kennelijk veronderstelt, heeft de mededeling “Ik beslis” in de infographic geen betrekking op de situatie dat een transactie tussen A en B kan worden gedeeld door B met C, nadat B toestemming heeft gegeven voor toegang tot zijn bankrekening, in die zin dat ook A wat dat betreft zeggenschap zou hebben. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de onderhavige mededeling “Ik beslis” begrijpen in die zin dat de ik-persoon beslist over:
toegang van een derde tot de “betaalrekening” van de ik-persoon en, op basis van deze toegang, over:
inzage door een bedrijf in de rekeningen en het betaalbedrag van de ik-persoon, en
de mogelijkheid voor een bedrijf om een bedrag van de rekening van de ik-persoon over te maken, online of aan de kassa.
Linksboven aan de infographic staat immers uitdrukkelijk:
“PSD2
Er is een mogelijkheid dat een
derde toegang tot je betaalrekening
wil, maar jij beslist”.
Vervolgens wordt gesteld:
(i)
“Beslis zelf of een bedrijf, gedurende een
afgesproken periode, inzage mag hebben
in je rekeningen en betaalgedrag” en
(ii)
“Jij bepaalt zelf of een bedrijf een bedrag
van jouw rekening over mag maken,
online of aan de kassa”.
Bovengenoemde mededeling (i), waar klager in het bijzonder bezwaar tegen maakt, doelt op een beslissing over inzage in één of meer rekeningen en in het daaruit op te maken betaalgedrag van de ik-persoon (A). De mededeling ziet niet op zeggenschap van A over het delen van een transactie tussen A en B met C, nadat B aan C toestemming heeft gegeven voor toegang tot zijn bankrekening
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.