Het College van Beroep [2 november 2021]
De bestreden uiting, de inleidende klacht en de beslissing van de Commissie
De klacht ziet op de wijze waarop gebruikers van de LinkedIn-dienst bepaalde keuzes kunnen maken met betrekking tot het tonen van vacatures. Het betreft meer in het bijzonder:
- de drie puntjes rechtsboven de in een feed getoonde “Voor u aanbevolen vacatures”, waarop men kan klikken, waarna men de mededeling ziet: “Bijdrage verbergen. Ik wil deze bijdrage niet in mijn feed zien.” Indien men deze mogelijkheid selecteert, verschijnt de tekst: “U zult deze bijdrage niet meer in uw feed zien”.
- de uitschakelmogelijkheid van “Aanbevolen vacatures op startpagina met uitgelichte vacatures” die wordt getoond nadat men zijn persoonlijke instellingen opent en vervolgens enkele stappen doorloopt om een ‘schuif’ te zien die men ‘uit’ kan zetten.
Omdat de door appellant gemaakte keuzes met betrekking tot het tonen van vacatures niet de door hem gewenste gevolgen hebben, acht hij de mededelingen daarover, die hij als reclame beschouwt, misleidend en in strijd met het vertrouwen in reclame.
De Commissie heeft als volgt geoordeeld. De uitschakelmogelijkheid van “Voor u aanbevolen vacatures” betreft een functionaliteit als onderdeel van de aanpassing van de instellingen van het LinkedIn-account, waarvoor de gebruiker kan kiezen. De uitschakeloptie op zich noch de wijze waarop hiervan binnen een account melding wordt gemaakt, is aan te merken als een aanprijzing van de diensten van LinkedIn. Het betreft louter feitelijke mededelingen over een functionaliteit binnen de LinkedIn-dienst zonder wervend karakter. Dat men na aanmelding en registratie over deze functionaliteit beschikt, zal door sommige gebruikers als nuttig kunnen worden ervaren, maar dit enkele gegeven brengt niet mee dat hierdoor de LinkedIn-dienst als zodanig wordt aangeprezen. Nu op grond van het voorgaande geen sprake kan zijn van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van de vraag of LinkedIn zich schuldig maakt aan misleiding of het schenden van het vertrouwen in reclame.
De grieven
Grief 1
De Commissie heeft de klacht te beperkt gelezen door niet alle bestreden uitingen afzonderlijk en in relatie tot elkaar te beoordelen. De klacht ziet op het complex van uitingen die erop neerkomen dat LinkedIn bij haar dienstverlening vacatures aanbiedt waarbij zij tegelijkertijd de mogelijkheid geeft deze vacatures niet meer te ontvangen, zowel via de home- of startpagina als via de door haar onder de instellingen gegeven opties. Het is juist de combinatie van deze aanbiedingen die maakt dat sprake is van reclame, en die ervoor zorgt dat de uitingen misleidend zijn, althans schadelijk voor het vertrouwen in reclame.
Grief 2
De Commissie heeft ten onrechte de door haar (te beperkt) gelezen uitschakelmogelijkheden niet als reclame gezien. Volgens vaste Europese en Nederlandse rechtspraak, en ook volgens de vaste lijn in de uitspraken van de Commissie en het College moet het begrip reclame ruim worden uitgelegd. Daaronder moet volgens de Richtlijn misleidende en vergelijkende reclame worden verstaan: iedere mededeling bij de uitoefening van een commerciële activiteit ter bevordering van afzet van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen. Het gaat er dus niet om vast te stellen of de mededeling zelf een advertentie is dan wel voor wervingsdoeleinden wordt ingezet. In plaats daarvan gaat het erom of de mededeling onderdeel is van een aangeboden dienst en of die dienstverlening kan worden gepersonaliseerd en daardoor aantrekkelijker wordt. Dat is hier het geval. LinkedIn biedt elke dag om commerciële redenen aan haar deelnemers ‘Voor U aanbevolen vacatures’ aan in het kader van haar dienstverlening. Als een afzonderlijk onderdeel van de aanprijzing van haar dienstverlening kan men ervoor kiezen dit aanbod niet meer te ontvangen. Dat wordt uitdrukkelijk aangeboden via de drie puntjes naast de aanbevolen vacatures, die leiden tot de belofte dat de vacatures niet meer in de feed te zien zullen zijn. Alle uitingen die erop gericht zijn de dienstverlening aantrekkelijker te maken, vormen onderdeel daarvan. Het betreft een interactie met de gebruiker om deze een voordeel te geven, al naar gelang de smaak van de gebruiker. Deze interactie heeft een aanprijzend element, bedoeld om de service van geïntimeerde te promoten en/of nog beter op de individuele wensen van de deelnemer af te stemmen. Appellant verwijst verder naar de beslissing in dossier 2009/00027 waarin werd beslist dat mededelingen op een website die feitelijk van aard zijn, wel degelijk een aanprijzend karakter kunnen hebben. Ten onrechte heeft de Commissie dit samenstel van omstandigheden niet in ogenschouw genomen. Verder verwijst appellant naar de beslissing in dossier 2017/00341 over een digitale schuif. In die zaak was er geen discussie over dat het reclame betrof. De in deze zaak bestreden uitingen betreffen, blijkens het voorgaande, reclame in de zin van artikel 1 NRC. Appellant ervaart dat ook zo. De mogelijkheid om bepaalde onderdelen van de dienstverlening te kunnen uitzetten, ziet hij als een aantrekkelijk onderdeel van het pakket dat LinkedIn hem aanbiedt.
Het antwoord in appel
Dit strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Hierna zal, voor zoveel nodig, op de stellingen van geïntimeerde worden ingegaan.
De mondelinge behandeling
Het College beschouwt de pleitnota’s die ter zitting door partijen zijn voorgedragen, als hier ingelast. Op hetgeen partijen overigens tijdens de zitting hebben verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van het College
1. Ten aanzien van de te beoordelen uitingen stelt appellant dat de klacht mede is gericht tegen de volgende mededeling op de LinkedIn-website: “Bijdrage verbergen. Ik wil deze bijdrage niet in mijn feed zien”. Men ziet deze mededeling nadat men heeft geklikt op de drie puntjes rechtsboven de in de feed getoonde “Voor u aanbevolen vacatures”. De Commissie is in haar oordeel niet specifiek op deze mededeling ingegaan. Het College zal deze mededeling alsnog bij de beoordeling betrekken en wel naast en in combinatie met de mededeling “Aanbevolen vacatures op startpagina met uitgelichte vacatures” die men (blijkens de door appellant aan de Commissie getoonde PowerPoint presentatie) ziet na enkele klikken, en wel als een uitschakelbare optie binnen de instellingen van het persoonlijke profiel.
2. De bestreden mededelingen zijn de weergave van bepaalde keuzemogelijkheden waarover uitsluitend bestaande gebruikers (met een eigen account) van de LinkedIn-dienst beschikken. De mogelijkheid om de hier bedoelde keuzes ten aanzien van het tonen van vacatures te maken, wordt niet genoemd in uitingen die op nieuwe gebruikers zijn gericht. Dit impliceert dat de keuzemogelijkheden ten opzichte van nieuwe gebruikers niet als een voordeel van de dienstverlening van LinkedIn worden aangeprezen. Het gaat in plaats daarvan in feite om een kennisgeving aan de bestaande gebruiker over het feit dat hij over een bepaalde keuzemogelijkheid beschikt waarmee hij het tonen van vacatures binnen zijn persoonlijke account kan beïnvloeden. Deze kennisgeving wordt in beide gevallen niet actief getoond. Men zal immers, om de in deze zaak bedoelde keuzemogelijkheden te ontdekken en te gebruiken, bepaalde acties dienen te ondernemen, te weten het klikken op de drie puntjes bij de aanbevolen vacatures respectievelijk het openen van de instellingen van het account, waarna men binnen die instellingen stapsgewijs de juiste instelling dient te selecteren. Van enige aanmoediging om dit te doen, is in beide gevallen evident geen sprake.
3. Dat appellant de genoemde mogelijkheden persoonlijk als een voordeel ervaart en deze voor hem bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de dienst, brengt niet mee dat de daarmee verband houdende mededelingen alleen daardoor al onder de definitie van reclame in artikel 1 NRC zouden vallen. Het door een bestaande gebruiker als een voordeel of aantrekkelijk ervaren van een bepaalde functionaliteit, impliceert immers nog geen aanprijzing van die functionaliteit. Ook het feit dat de uitschakelmogelijkheden die in deze zaak centraal staan vacatures betreffen, en dat deze mogelijkheden onderdeel zijn van een commerciële website die in belangrijke mate ook voor vacatures is bedoeld, maakt de mededelingen zelf in beide gevallen nog niet tot reclame. Door het verborgen karakter van die mededelingen in combinatie met de technische aard daarvan en het feit dat alleen bestaande gebruikers de hier bedoelde instellingen kunnen zien en aanpassen, zal de consument bedoelde mededelingen, ongeacht of deze afzonderlijk of in onderling verband en in samenhang met de website worden bezien, ook niet beschouwen als (onderdeel van) reclame in de zin van artikel 1 NRC. Om die reden kan de klacht niet inhoudelijk worden behandeld.
4. De verwijzing door appellant naar de dossiers 2017/00341 en 2009/00027 leidt niet tot een ander oordeel. In eerstgenoemde zaak stond in een krantenadvertentie een bepaalde functionaliteit in de vorm van een keuzemogelijkheid centraal. In de tweede zaak betrof het de aanprijzing van een geneesmiddel. In de onderhavige zaak is geen sprake van een advertentie waarin een bepaalde functionaliteit centraal staat of waarin een product of dienst wordt aangeprezen. Nu geen sprake is van reclame, beslist het College als volgt.
De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt, met enige aanvulling van gronden, de bestreden beslissing met dien verstande dat appellant niet ontvankelijk wordt verklaard in zijn klacht, nu de klacht geen betrekking heeft op reclame in de zin van artikel 1 NRC.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [11 augustus 2021]
De bestreden uiting
Het betreft de mededelingen van LinkedIn over de door haar geboden mogelijkheid om binnen de LinkedIn-dienst meldingen van “Voor u aanbevolen vacatures” uit te schakelen.
De klacht
Het standpunt van klager, zoals dit luidt in verzet tegen de zienswijze van het secretariaat, wordt als volgt samengevat.
Klager heeft een profiel op LinkedIn en gebruikt dit platform om contacten te onderhouden met relaties alsmede om berichten uit te wisselen van vooral professionele aard. Sinds enige tijd verschijnt bij klager dagelijks een bijdrage van LinkedIn in beeld onder de kop “Voor u aanbevolen vacatures”. Deze mededeling aan de deelnemers van LinkedIn wordt gedaan in het kader van de dienstverlening van LinkedIn en vormt dus een afzonderlijk onderdeel van de aanprijzing van die dienstverlening. Daarnaast biedt LinkedIn, eveneens als onderdeel van haar dienstverlening, aan eenieder de mogelijkheid om via de instellingen en het daarop volgende submenu in enkele stappen de melding “Voor u aanbevolen vacatures” uit te zetten. Dit alles doet LinkedIn om haar product (de LinkedIn dienstverlening) te promoten en aantrekkelijker te maken. Deze openbare en/of systematische aanprijzing van de dienstverlening van LinkedIn valt onder de definitie van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), aldus klager. Klager, die sinds kort met pensioen is en niet op zoek is naar nieuwe jobs, heeft gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om de vacaturemeldingen uit te zetten. Desondanks blijven de “Voor u aanbevolen vacatures” bij hem nog steeds in beeld verschijnen. Uit contact met LinkedIn is aan klager gebleken dat het niet mogelijk is om deze melding uit te zetten. Klager vindt dit niet in overeenstemming met de tekst van de instellingen. Dat het niet mogelijk is om zich af te melden voor “Voor u aanbevolen vacatures” betreft daarmee een klacht over misleiding in het kader van de aanprijzing van de dienstverlening. Er wordt in dat kader een aanbod gedaan dat niet wordt waargemaakt. De gemiddelde consument wordt door de misleidende reclame op het verkeerde been gezet. Tevens wordt het vertrouwen in reclame geschaad doordat het niet mogelijk blijkt de “Voor u aanbevolen vacatures” uit te zetten.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
LinkedIn biedt een online dienst via haar website en mobiele applicaties aan. De dienst is onder meer bedoeld om een platform te bieden voor het plaatsen en ontvangen van vacatures teneinde werkaanbieders, recruiters en werkzoekenden bij elkaar te brengen, en om gebruikers van de LinkedIn dienst de mogelijkheid te bieden een professioneel netwerk van zakelijke relaties op te zetten en te onderhouden. Gebruikers ontvangen in het kader van de LinkedIn-dienst berichten over vacatures, waaronder berichten die worden getoond op de homepagina en op de meldingenpagina. Op de homepagina wordt een algemene feed getoond, op de meldingenpagina staan berichten die meer gepersonaliseerd zijn voor de gebruiker, waaronder meer op maat gesneden vacatures die specifiek voor de gebruiker interessant kunnen zijn. In de instellingen van de LinkedIn-dienst wordt de functionaliteit geboden om meldingen voor vacatures die binnen de dienst worden ontvangen, uit te schakelen. Het uitschakelen van bepaalde meldingen, zoals bijvoorbeeld de melding “Vacatures die u misschien interesseren”, zal alleen tot gevolg hebben dat de gebruiker deze meldingen niet meer ontvangt op de meldingenpagina van de LinkedIn-dienst, maar heeft niet tot gevolg dat geen algemene meldingen van vacatures in de algemene feed op de homepagina meer worden ontvangen. Nu dit wellicht niet geheel duidelijk is verwoord, is LinkedIn voornemens om binnen haar online helpcenter verder te verduidelijken dat de uitschakelmogelijkheid geen invloed heeft op vacatureaanbevelingen of andere berichten buiten de meldingenpagina. Een eventueel gebrek aan duidelijkheid betekent echter niet dat de uitschakelmogelijkheid en bijbehorende teksten misleidende reclame opleveren en dat het vertrouwen in reclame hierdoor wordt ondermijnd. In de eerste plaats geldt volgens verweerder dat er geen sprake is van reclame in de zin van artikel 1 NRC. De uitschakelmogelijkheid is een zuiver functioneel element van de LinkedIn-dienst en de in de instellingen gebruikte bewoordingen met betrekking tot die functionaliteit zijn zuiver feitelijk. De uitschakelmogelijkheid en de begeleidende teksten bevatten geen enkel element dat tot doel heeft goederen, diensten of denkbeelden van LinkedIn aan te prijzen of op enigerlei wijze iemand te bewegen om producten of diensten van LinkedIn af te nemen. De uitschakelmogelijkheid als zodanig noch de teksten die deze optie beschrijven of daarin zijn opgenomen, suggereren iets anders.
Voor het geval de uitschakelmogelijkheid en de daarop betrekking hebbende teksten wel zouden worden gekwalificeerd als reclame, betoogt LinkedIn gemotiveerd dat geen sprake is van misleidende reclame en daardoor evenmin van het ondermijnen van het vertrouwen in reclame.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten toegelicht. Voor zoveel nodig zal hierna worden ingegaan op hetgeen partijen hebben aangevoerd.
Het oordeel van de Commissie
Alvorens toe te komen aan de vraag of sprake is van misleiding en/of schending van vertrouwen in reclame, moet worden beoordeeld of de bestreden mededelingen over de mogelijkheid om meldingen van “Voor u aanbevolen vacatures” uit te schakelen, kunnen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval. De uitschakelmogelijkheid van “Voor u aanbevolen vacatures” betreft een functionaliteit binnen de LinkedIn-dienst, als onderdeel van de aanpassing van de instellingen van het account die de gebruiker na aanmelding en registratie op LinkedIn kan aanbrengen. De uitschakeloptie op zich noch de wijze waarop hiervan binnen een account melding wordt gemaakt is aan te merken als een aanprijzing van de diensten van LinkedIn. Het betreft louter feitelijke mededelingen over een functionaliteit binnen de LinkedIn-dienst, zonder wervend karakter. Dat men na aanmelding en registratie over deze functionaliteit beschikt, zal door sommige gebruikers als nuttig kunnen worden ervaren, maar ook dit enkele gegeven brengt niet mee dat sprake is van een aanprijzing van de dienst als zodanig. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de bestreden mededelingen niet kunnen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC.
Nu geen sprake is van reclame, wordt niet meer toegekomen aan de vraag of sprake is van misleiding dan wel het schenden van vertrouwen in reclame.
Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie wijst de klacht af.