De bestreden uiting
Het betreft de advertentie in Haarlems Dagblad van 9 oktober 2013 met als kop:
“Testpersonen gezocht voor kleinste hooroplossingen ter wereld”.
De klacht
De advertentie, waarin “testpersonen” worden gevraagd, wekt de indruk dat het om een (paramedisch) experiment gaat, voor een nog niet regulier product. Deze indruk wordt versterkt door de tekstgedeelten “Oorwerk Audiciens is wederom geselecteerd om de nieuwste hoortoestellen van verschillende A-merken uit te testen”, “de nieuwste en kleinste oplossingen” en “Uw medewerking is belangrijk”. In de winkel die klager naar aanleiding van de advertentie bezocht, bleek echter dat geen sprake is van iets anders dan de bij deze audicien al jaren gebruikelijke gang van zaken, waarbij elk hoortoestel gratis op proef kan worden aangemeten en voor hooroplossingen die in de gehoorgang worden aangebracht een financiële bijdrage geldt. De term “testpersonen” wekt ook de verwachting van een mogelijk financieel voordeel als de aangeboden hooroplossing blijkt te voldoen.
De uiting is misleidend, met name nu deze is gericht tot een kwetsbare doelgroep.
Het verweer
De bestreden advertentie betreft de test van een nieuw soort hoortoestel dat net op de markt gekomen is. Voor de test wordt geen financiële bijdrage gevraagd. Of een financieel voordeel valt te behalen voor de klant is nog niet bekend, maar dit wordt in de uiting ook niet gesuggereerd.
Oorwerk heeft geen voorraad, zodat altijd de laatste technieken kunnen worden gebruikt. Dit is ook de reden dat Oorwerk steeds gevraagd wordt door verschillende leveranciers van hoortoestellen om als eerste hun nieuwe producten te testen.
Er is geen sprake van een kwetsbare doelgroep. Ruim één op de acht Nederlanders heeft last van gehoorverlies, van wie veel in de leeftijdscategorie 45 tot 65 jaar.
Het oordeel van de Commissie
1) In de bestreden uiting wordt door de zinsneden “testpersonen gezocht”, “Oorwerk (…) is geselecteerd om de nieuwste hoortoestellen van verschillende A-merken uit te testen”, “uw medewerking is belangrijk” en “daar kunt u een bijdrage aan leveren” de indruk gewekt dat sprake is van een onderzoek door Oorwerk als onafhankelijke instantie naar de werking van de door verschillende leveranciers ter beschikking gestelde “nieuwste hoortoestellen”, waarbij naar aanleiding van het onderzoek wordt beslist producten al dan niet in de verkoop te nemen. Uit het verweer begrijpt de Commissie echter dat de uiting betrekking heeft op een niet ongebruikelijke proef voor de aanschaf van een bepaald hoortoestel en dus op de introductie van dat hoortoestel. Van het door de uiting gesuggereerde onderzoek door een onafhankelijke derde is derhalve geen sprake.
2) Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument
– ongeacht of dit een “kwetsbare doelgroep” is – onduidelijk als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3) Voor zover klager bezwaar maakt tegen de uiting omdat daarin een financieel voordeel in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt de klacht afgewezen. Naar het oordeel van de Commissie ligt in de advertentie niet de suggestie van de mogelijkheid van een financieel voordeel besloten.
De beslissing
Gelet op hetgeen onder 1) en 2) is overwogen acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.