a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2013/00842

Datum:

12-02-2014

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft

A. een krantenartikel met de aanhef “Lousebuster troef kliniek”,

B. de website www.luizenkliniek.nl, met name de subpagina “Luizenmiddelen” en

de homepagina met de aanhef “Kliniek voor professionele behandeling van hoofdluis” en

C. een bericht op twitter.com/luizenkliniek.

De klacht

Klager, die producent is van luizenmiddelen en een farmaceutisch bedrijf heeft, heeft tegen de verschillende uitingen de onderstaande bezwaren.

Ad A. In dit artikel wordt [naam] geciteerd. Zij zegt daarin “Deze methode doodt honderd procent van de neten, door uitdroging. De kop van het apparaat, die gedurende dertig seconden op een plek werkt, wordt volgens een vast patroon over de huid geschoven”. De opmerking dat deze methode 100% van de neten doodt, is niet juist.

Ad B. De website bevat onjuiste informatie alsmede opmerkingen jegens farmaceutische bedrijven die te kwalificeren zijn als smaad en laster.

De zinsneden waartegen klager bezwaar heeft zijn onderstreept en genummerd en luiden, daarbij de nummering van de klacht aanhoudend, als volgt.

1. Gesteld wordt: “De farmaceutische industrie en de verkooppunten maken hier maar wat graag misbruik van. Zij beschikken over macht en miljoenen om u te laten geloven dat insecten het best te bestrijden zijn met pesticiden.” Deze zinsneden getuigen van smaad en laster jegens de farmaceutische industrie.

2. Gesteld wordt dat hoofdluis en insecten in het algemeen massaal resistent zijn geworden voor pesticiden. In Nederland zijn twee pesticiden geregistreerd, malathion en permetrine. In de LCI-richtlijn Hoofdluis van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: de LCI-richtlijn Hoofdluis) staat echter dat “in het buitenland in toenemende mate melding (wordt) gemaakt van resistentie tegen middelen op basis van deze permetrine of malathion. In Nederland zijn beperkt cijfers over resistentieontwikkeling beschikbaar waaruit blijkt dat therapiefalen vaker optreedt na behandeling met permetrine dan met malathion”.

3. De mededeling dat zelfs het sterkste middel slechts een klein deel van de neten doodt, is onvolledig. Ook wordt niet vermeld wat het “sterkste” middel is.

4. Gesteld wordt: “De hoofdhuid is poreus en neemt deze schadelijke stoffen op”. Deze mededeling is onjuist, aangezien de geregistreerde stof dimeticon niet valt onder de categorie “schadelijke stoffen”. Bovendien wordt dimeticon niet opgenomen in het lichaam en de hoofdhuid.

5. De zinsnede “De pesticiden die u vrijwillig op uw hoofdhuid smeert zijn reeds lang verboden in de landbouw.” is onjuist. De producten die malathion bevatten, bevatten dit in een andere concentratie dan landbouwmiddelen waarin dit middel zit, zodat luizenmiddelen niet met landbouwgif vergeleken kunnen worden. Bovendien is bijvoorbeeld Prioderm Lotion met malathion geregistreerd als geneesmiddel bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en daarvoor moet de veiligheid zijn aangetoond.

6. De mededeling “Luizenmiddelen zijn het minst effectief, misleidend, schadelijk en zinloos!” valt onder de categorie laster en smaad.

7. De uiting bevat het citaat “Een luizenmiddel is qua effectiviteit te vergelijken met het afknippen van onkruid”, maar niet is vermeld van wie deze uitspraak afkomstig is.

8. Onjuist is de mededeling dat “(…) het RIVM deze luizenmiddelen niet adviseert”.

9. Gesteld wordt dat, nadat een behandeling met een luizenmiddel volgens de instructies is uitgevoerd, de neetjes vaker niet dan wel allemaal zijn gedood. Klager verzoekt verweerder om de juistheid van deze mededeling aan te tonen.

10. Onder het kopje “Waarom misleidend?” staat onder meer ““Maar er staat op het flesje dat het ook de neten doodt?!” Dat klopt en de fabrikant liegt niet eens. Wanneer bij een test blijkt dat het middel bijv. 100 van de 5000 neten heeft gedood, dan mogen zij op hun verpakking noteren dat het neten doodt … dat het slechts een niet noemenswaardig percentage betreft hoeven ze er niet bij te vermelden”.

Ten onrechte wordt hierbij niet vermeld dat ten aanzien van de hete lucht behandeling in de LCI-richtlijn Hoofdluis staat “Uit twee studies blijkt dat door een halfuurdurende behandeling met hete lucht (59° C) tot 88% van de luizen en 99,2% van de eitjes gedood wordt.”

11. De zinsnede “De misleidende belofte dat het de neten doodt zorgt ervoor dat mensen denken dat alles dood is en niet, zoals geadviseerd, nog 14 dagen gaan kammen.” is onjuist.

12. Ten onrechte wordt gesteld dat luizenmiddelen pesticiden en/of chemicaliën bevatten. Niet alle luizenmiddelen bevatten pesticiden. Dimeticon bijvoorbeeld bevat geen pesticide.

13. Vermeld wordt “Deze stoffen worden wel degelijk door de hoofdhuid opgenomen. Hoe jonger de te behandelen personen, hoe poreuzer de huid. Gebruik deze middelen niet, en al helemaal niet bij kinderen jonger dan 6 jaar, bij personen met een zwak immuunstelsel, bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven!”. Deze uitspraak is onvolledig. Prioderm Lotion en Prioderm Shampoo zijn geschikt voor volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden. Deze middelen zijn inderdaad niet geschikt voor zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.

Deze tekst impliceert dat de bijsluitertekst niet juist is.

14. Vermeld wordt “De meest gebruikte chemische stof is dimeticon. Dit is chemische siliconenolie. Deze is niet schadelijk voor de gezondheid maar wel voor de hoofdhuid en het haar”. Deze uitspraak is onjuist, aangezien dimeticon geen chemische maar een mechanische werking heeft. Klager verzoekt verweerder de beweerdelijke schadelijkheid van dimeticon voor de hoofdhuid en het haar aan te tonen.

15. Niet duidelijk is waarom neten nooit allemaal kunnen worden uitgekamd, zoals verweerder stelt.

16. Klager vraagt zich af waarop de mededeling dat het aantal neten dat men er met de nat-kam-methode uitkamt “ten aller tijden groter is dan wat je kan doden met een luizenmiddel”, is gebaseerd.

17. Gesteld wordt “Het combineren van kammen en een luizenmiddel geeft u ook niet meer zekerheid, want neten (dood of levend) blijven vastzitten aan het haar en het is onmogelijk te achterhalen hoeveel ervan u heeft gedood of nog een levensvatbare larve bevatten”. Deze mededeling is onvolledig aangezien Priolox Foam de lijmlaag waarmee de neten in het haar vastzitten, oplost.

18. Gesteld wordt “Het is dus veel zinniger om een half uur te kammen dan een middel 8 uur te laten intrekken en daarmee schadelijke stoffen te gebruiken”. Deze uitspraak is onjuist aangezien er ook hoofdluismiddelen zijn met een kortere inwerktijd. De inwerktijd van bijvoorbeeld Prioderm dimeticon is 15 minuten.

19. Onjuist is de mededeling “In alle gevallen (of je nu kamt, een luizenmiddel gebruikt of combineert) moet u minstens 14 dagen, dagelijks, een half uur kammen om de neten aan te pakken”. Dit verschilt per persoon.

20. De homepage opent met de zinsnede: “Hoofdluis gevonden? Dan zijn er slechts 2 effectieve manieren om er vanaf te komen”. Deze mededeling is niet in overeenstemming met hetgeen in de LCI-richtlijn Hoofdluis staat.

21. De juistheid van de zinsnede “De duurste en minst effectieve methode: luizenshampoos/lotions” is niet aangetoond.

Ad C. Het twitterbericht: “En dan te bedenken dat dimeticon nog het minst onveilig en falend is van de luizenshampoo/lotions.” bevat onjuiste informatie over klagers producten.

Het verweer

Verweerder heeft het volgende tegen de verschillende bezwaren aangevoerd.

Ad A. Dit artikel is niet door verweerder geschreven en bevat dan ook geen uitlatingen die van verweerder afkomstig zijn. In dit artikel wordt slechts verwezen naar verweerders website.

Ad B.

1. De website bevat algemene uitlatingen en klager lijdt daar geen schade door, zodat van smaad en laster jegens klager geen sprake is.

2. Niet wordt verwezen naar de situatie in Nederland. In het buitenland wordt, aldus de Richtlijn, in toenemende mate melding gemaakt van resistentie tegen middelen op basis van permetrine of malathion. In Nederland is nog nooit onderzoek gedaan naar de mate van resistentie, maar het is zeer aannemelijk dat de “Nederlandse luis” net zo resistent aan het worden is als luizen in andere landen aangezien er geen morfologisch verschil is tussen een Nederlandse luis en een Engelse luis.

3. Verweerder verstrekt algemene informatie aan potentiële klanten en hoeft in dat kader haar stelling niet te motiveren. Ongeacht het luizenmiddel dat wordt gebruikt, worden zelden of nooit alle neten gedood, waarbij verweerder verwijst naar hetgeen vermeld is onder 7.2 van de LCI-richtlijn Hoofdluis. Voorts zijn termen als “sterk” en “klein” relatief.

4. Verweerder verwijst niet naar een specifieke stof. In de uiting wordt gesproken over luizenmiddelen die pesticiden bevatten. Alle chemische luizenmiddelen bevatten schadelijke pesticiden. Zelfs middelen op basis van natuurlijke producten zijn niet per definitie veilig.

5. De gewraakte mededeling is niet onjuist.

6. Deze klacht is niet gemotiveerd. Voorts wordt klager door deze zinsnede, die overigens elders op de website wordt uitgelegd, niet benadeeld, zodat van smaad en laster geen sprake is.

7. Deze uitspraak is van verweerder zelf, hetgeen voldoende duidelijk is nu deze op verweerders website staat.

8. In de LCI-richtlijn Hoofdluis wordt niet geadviseerd alleen een hoofdluismiddel te gebruiken maar om dit altijd te combineren met kammen. Verweerder verwijst hierbij wederom naar het gestelde onder 7.2 van de LCI-richtlijn Hoofdluis.

9. Deze mededeling houdt verband met het feit dat in toenemende mate in het buitenland melding wordt gemaakt van resistentie tegen hoofdluismiddelen. Ook blijkt uit de LCI-richtlijn Hoofdluis dat hoofdluismiddelen niet effectief zijn tegen larven in de neten en wordt geadviseerd om, naast behandeling met hoofdluismiddelen, zeker 14 dagen te kammen. Hieruit blijkt al dat de kans aanzienlijk is dat na behandeling met een hoofdluismiddel het probleem nog bestaat.

10. De bewuste uitspraak betreft niet verweerders product zodat niet duidelijk is waarom in dit verband naar studieresultaten wordt gevraagd. Het gaat om de vraag of een hoofdluismiddel alle neten doodt en wat op de verpakking staat.

11. Klager heeft niet gemotiveerd waarom de bewuste uitspraak niet juist is. Ook in de LCI-richtlijn Hoofdluis wordt geadviseerd om een hoofdluismiddel te combineren met kammen.

12. Gesteld wordt dat hoofdluismiddelen pesticiden en/of chemicaliën bevatten. Anders dan klager doet voorkomen, wordt niet gesteld dat alle hoofdluismiddelen pesticiden bevatten.

13. De ratio van deze klacht is verweerder niet duidelijk.

14. Niet is vermeld dat de werking van dimeticon chemisch is. Het product zelf is chemisch omdat siliconenolie een chemische stof is. Dimeticon heeft een mechanische werking, aangezien het de luizen verstikt. De uitspraak is dus niet onjuist.

15. Omdat het zo moeilijk is neten uit te kammen, moet men 14 dagen kammen, teneinde de larven die uit het ei zijn gekropen alsnog uit te kammen.

16. Niet duidelijk is wat klagers bezwaar is.

Verweerder verwijst naar de LCI-richtlijn Hoofdluis waarin staat dat larven in de neten niet kunnen worden gedood door een hoofdluismiddel. De kammethode van verweerder is aanzienlijk effectiever. Gemeten is dat het mogelijk is om ruim 90% van de eitjes uit te kammen in één kambeurt. Wanneer men 4 maal of desnoods 14 maal kamt, zijn er veel meer neten uitgekamd dan er gedood kunnen worden met een luizenmiddel.

17. Verweerder heeft het niet over een specifiek product, maar de uitspraak betreft een algemeen feit. Het is immers niet mogelijk te achterhalen hoeveel neten zijn gedood of nog levensvatbaar zijn. Dat er een product is dat de lijmlaag oplost, maakt dit niet anders.

18. Verweerder stelt dat men, aldus ook de LCI-richtlijn Hoofdluis, bij gebruik van een luizenmiddel altijd zal moeten kammen. Als men moet kiezen tussen kammen of een luizenmiddel is het zinvoller om voor kammen te kiezen. De inwerktijd is in dit verband irrelevant.

19. De gewraakte mededeling is een advies van verweerder, gebaseerd op de LCI-richtlijn Hoofdluis. Niet valt in te zien waarom de genoemde tijdsduur van een uur een onjuist advies zou zijn.

20. Verweerder heeft geen informatie verstrekt die in strijd is met de LCI-richtlijn Hoofdluis.

Ad C. De klacht dat de twitterpagina onjuiste informatie zou bevatten is niet onderbouwd, zodat het niet mogelijk is daarop inhoudelijk te reageren.

Mondelinge behandeling

Ter vergadering hebben beide partijen hun standpunt nader toegelicht.

Klager, die stelt met het middel Prioderm al jaren marktleider in het hoofdluissegment te zijn, acht de uitingen onjuist ten aanzien van de effectiviteit, veiligheid en resistentie van hoofdluismiddelen. In dit verband wijst klager erop dat in 2012 het “Centraal Bureau Geneesmiddelen (CBG)” een veiligheidsrapport heeft geaccordeerd voor klagers geneesmiddel Prioderm Lotion, waarmee is bewezen dat dit middel als veilig en effectief werd beschouwd. Voorts wordt in de uitingen ten gevolge van de onjuistheden

geappelleerd aan gevoelens van angst.

Verweerder benadrukt dat de in de uitingen staande informatie niet onjuist is en dat de klacht dient te worden afgewezen. Voorts wordt klagers product niet in de uitingen genoemd.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie heeft met betrekking tot de verschillende bezwaren het volgende overwogen.

Ad A.

Deze klacht betreft, naar de Commissie uit de door klager overgelegde kopie van de bestreden uiting opmaakt, een redactioneel artikel dat, zoals boven het artikel staat, is geschreven door [naam], van wie het e-mailadres is: [e-mail adres].

Daarin wordt [naam] aan het woord gelaten over de wijze waarop in de luizenkliniek met behulp van de Lousebuster hoofdluis wordt bestreden. In het artikel wordt weliswaar verweerders website vermeld en wordt de door de luizenkliniek gebruikte methode positief belicht, maar dit betekent niet dat de uiting dient te worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie is derhalve niet bevoegd over deze uiting te oordelen.

Ad B.

Allereerst overweegt de Commissie dat verweerder zich met betrekking tot de op zijn website staande tekst baseert op de LCI-richtlijn Hoofdluis, gepubliceerd op 4 mei 2011 en laatstelijk gewijzigd in november 2013, waarvan door hem bij verweer een kopie is overgelegd. Klager heeft niet betwist dat de richtlijn algemene gelding heeft.

Voorts overweegt de Commissie dat op de gewraakte pagina’s van de website het resultaat van de door verweerder aangeprezen behandelmethode, die hieruit bestaat dat in verweerders luizenkliniek luizen door professionals worden bestreden met behulp van de LouseBuster, waarmee hoofdluizen en neten worden gedood door middel dehydratatie, wordt vergeleken met het resultaat van de luizenshampoos/lotions waarmee hoofdluizen en neten worden bestreden.

Aanbieders van luizenshampoos en/of -lotions kunnen zich door de wijze waarop verweerder zich over deze producten uitlaat aangesproken voelen, ook al worden zij, dan wel hun producten niet bij name genoemd. De Commissie beschouwt de bewuste webpagina’s om die reden als vergelijkende reclame, zodat de uitingen ook zullen worden getoetst aan artikel 13 NRC, ingevolge welke bepaling vergelijkende reclame, wat de vergelijking betreft, is geoorloofd op voorwaarde dat deze voldoet aan het bepaalde in artikel 13 a t/m h NRC.

Ad B 1.

In de gewraakte zinsneden laat verweerder zich op onfatsoenlijke wijze uit over de handelwijze van concurrenten, daar waar hij de farmaceutische industrie ervan beschuldigt dat zij misbruik maakt van paniek die uitbreekt bij het ontdekken van hoofdluis door haar “macht en miljoenen” aan te wenden om de consument “te laten geloven” dat insecten het best zijn te bestrijden met pesticiden. Verweerder beschuldigt zijn concurrenten ervan de consument te manipuleren en schaadt daardoor de goede naam van hen, waaronder die van klager. Dat klagers naam niet in de uiting wordt genoemd, maakt dit niet anders. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 13 sub e NRC.

Ad B 2.

Verweerder baseert zich in de gewraakte mededeling met betrekking tot de resistentie op de situatie in het buitenland en op zijn eigen veronderstelling dat de in het buitenland geconstateerde resistentie ook ten aanzien van de luis in Nederland geldt. Dit wordt echter niet vermeld zodat de gemiddelde consument ten onrechte zal denken dat ook in Nederland hoofdluis en insecten massaal resistent zijn (geworden) tegen pesticide. Echter, in Nederland zijn -aldus de LCI-richtlijn Hoofdluis- ”beperkt cijfers over resistentieontwikkeling beschikbaar waaruit blijkt dat therapiefalen vaker optreedt na behandeling met permetrine dan met malathion”. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de gewraakte mededeling onjuist alsmede misleidend in de zin van de aanhef van artikel 8 NRC en om die reden in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Ad B 3.

Klager acht de mededeling dat zelfs het sterkste middel slechts een klein deel van de neten doodt, onvolledig, nu niet is vermeld welk middel adverteerder onder met “het sterkste middel” het oog heeft. Adverteerder laat zich daarin, gelet op het feit dat volgens de LCI-richtlijn Hoofdluis luizenmiddelen alleen de luizen doden maar niet de larven in de neten, niet onjuist (althans niet ongunstig) uit over het effect van luizenmiddelen. Gelet hierop is er geen grond verweerder te verplichten de naam van dit “sterkste middel” te noemen en wijst de Commissie dit onderdeel van de klacht af.

Ad B 4.

Blijkens de LCI-richtlijn Hoofdluis bevatten de ter bestrijding van hoofdluis beschikbare middelen dimeticon, malathion en permetrine en kunnen deze “huidirritatie, overgevoeligheid en sensibilisatie als bijwerking hebben”. Voorts wordt “het gebruik van malathion en permetrine (…) afgeraden aan zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven” en bestaat “over het gebruik van dimeticon tijdens zwangerschap en borstvoeding (…) geen consensus”. Het feit dat het gebruik van een luizenmiddel bij sommigen wordt afgeraden en dat over de vraag of het gebruik van dimeticon tijdens zwangerschap en het geven van borstvoeding veilig is, geen consensus bestaat, rechtvaardigt niet de zo absolute en algemene mededeling dat luizenmiddelen, waaronder de gemiddelde consument middelen die dimeticon bevatten ook zal brengen, voor de gezondheid schadelijke stoffen bevatten. Nu adverteerder de juistheid van deze bewering niet heeft aangetoond dan wel aannemelijk heeft gemaakt, acht de Commissie deze zinsnede te absoluut en daardoor misleidend en in strijd met artikel 13 a NRC.

Ad B 5.

Verweerder heeft niet weersproken dat de concentratie waarin pesticide in hoofdluismiddelen aanwezig is niet te vergelijken is met c.q. geringer is dan de concentratie van pesticide in landbouwgif. Gelet hierop acht de Commissie deze zinsnede onjuist en misleidend in de zin van de aanhef van artikel 8 NRC en daardoor in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Tevens getuigt de gewraakte mededeling van overdrijving waardoor deze ten onrechte gevoelens van angst jegens het gebruik van hoofdluismiddelen kan oproepen. Op grond daarvan acht de Commissie deze zinsnede ook in strijd met artikel 6 NRC.

Ad B 6.

De mededeling “Luizenmiddelen zijn het minst effectief, misleidend, schadelijk en zinloos” acht de Commissie te absoluut en daardoor misleidend, zoals zal blijken uit hetgeen hierna is overwogen met betrekking tot verschillende bezwaren die klager heeft geuit tegen de nadere toelichting die verweerder in de uiting op elk van deze kwalificaties heeft gegeven.

Ad B 7.

De bewuste zinsnede is, anders dan de aanhalingstekens doen vermoeden, geen citaat maar geeft verweerders mening weer. De strekking van deze zinsnede is dat het gebruik van luizenmiddelen geen effect heeft en derhalve zinloos is. Aangezien luizenmiddelen luizen doden en derhalve wel degelijk effect hebben, acht de Commissie deze zinsnede misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC. Dat het advies is om na het gebruik van het luizenmiddel te (blijven) kammen, maakt deze conclusie niet anders.

Ad B 8.

De reden om de behandeling met luizenmiddel te herhalen is niet omdat luizenmiddelen niet effectief is, maar omdat deze middelen niet effectief zijn tegen de larven in de neten. Na een eerste behandeling kunnen uit de mogelijk nog achtergebleven neten luizen komen en een herhaalde behandeling dient ter bestrijding van deze nieuwe luizen. Voorts is de mededeling dat “het RIVM deze middelen niet adviseert” niet in de LCI-richtlijn Hoofdluis terug te vinden. Gelet hierop acht de Commissie deze zinsnede onjuist en daardoor misleidend en in strijd met artikel 13 a NRC.

Ad B 9.

De LCI-richtlijn Hoofdluis adviseert om een luizenmiddel te combineren met kammen omdat een luizenmiddel geen effect heeft op de neten in de larven. In dit licht acht de Commissie de gewraakte zinsnede niet onjuist en wijst zij de klacht af.

Ad 10.

Onder het kopje “Waarom misleidend?” stelt verweerder – kort gezegd – dat het producenten van luizenmiddelen is toegestaan op het flesje te vermelden dat het middel ook de neten doodt, maar dat slechts een niet-noemenswaardig percentage van de neten wordt gedood. Aldus beticht verweerder producenten van luizenmiddelen ervan misleidende informatie te verstrekken. Klager heeft zijn bezwaar tegen deze gewraakte tekst gemotiveerd met de stelling dat de studieresultaten van “de Lousebuster” meebrengt dat een behandeling met hete lucht tot 88% van de luizen dood en 99,2% van de eitjes. Uit deze toelichting begrijpt de Commissie dat klager de gewraakte tekst in de brochure onvolledig vindt zolang de resultaten van de Lousebuster daarbij niet worden vermeld. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ziet de commissie niet in waarom verweerder bij genoemde tekst in de brochure, waarvan de juistheid op zichzelf niet door klager wordt betwist, moet vermelden dat haar product wel een noemenswaardig aantal neten dood. Daarom wordt dit onderdeel van de klacht afgewezen.

Ad 11.

De Commissie acht niet zonder meer onaannemelijk dat een consument ten gevolge van de op de flesjes staande en door verweerder als “misleidende belofte” aangeduide tekst (middel dood neten), na de eerste behandeling niet nog 14 dagen zal gaan kammen, zoals wel wordt geadviseerd in de LCI-richtlijn Hoofdluis. In het licht hiervan en gegeven het feit dat klager zijn bezwaar tegen deze tekst niet heeft gemotiveerd, wijst de Commissie de klacht af.

Ad B 12.

Gesteld wordt dat “luizenmiddelen (…) pesticiden en/of chemicaliën” bevatten. Het feit dat dimeticon geen pesticide bevat, betekent niet dat deze mededeling onjuist is gelet op het gebruik van de voegwoorden “en/of”. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.

Ad B 13.

Afhankelijk van de werkzame stof van de verschillende luizenmiddelen, staan in de bijsluiters beperkingen ten aanzien van het gebruik en verweerder heeft niet aangetoond dan wel aannemelijk gemaakt dat als de middelen volgens de respectievelijke bijsluiters worden gebruikt, deze de gezondheid in gevaar (kunnen) brengen. Gelet hierop acht de Commissie deze zinsneden misleidend en daardoor in strijd met artikel 13 sub a NRC. De zinsneden zijn tevens in strijd met artikel 6 NRC nu daardoor in de uiting zonder te rechtvaardige redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst.

Ad B 14.

Dit tekstgedeelte acht de Commissie onvolledig nu is vermeld dat dimeticon een chemische stof bevat, maar niet is vermeld dat dimeticon, anders dan men op grond hiervan zou verwachten, geen chemische, maar een mechanische werking heeft. Gelet hierop acht de Commissie deze mededeling onvolledig en daardoor misleidend en derhalve in strijd met artikel 13 sub a NRC.

De daarop volgende zinsnede, die luidt dat middelen op basis van dimeticon niet schadelijk zijn voor de gezondheid maar wel voor de hoofdhuid en het haar, acht de Commissie, gezien de in de LCI-richtlijn Hoofdluis genoemde mogelijke bijwerkingen, zoals ook onder ad B 4 overwogen, te absoluut en daardoor misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Ad B 15.

Klager trekt de juistheid van de onder het kopje “Waarom zinloos?” staande zinsnede dat je “De neten (…) helaas nooit allemaal (kunt) uitkammen, maar wel een deel” in twijfel en verweerder heeft nagelaten om aan te tonen dan wel aannemelijk te maken dat deze mededeling juist is. Gelet hierop acht de Commissie deze mededeling misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Ad B 16.

De mededeling dat het aantal neten dat men met een kam kan verwijderen altijd groter is dan er gedood kan worden met een luizenmiddel kan weliswaar juist zijn, omdat volgens de LCI-richtlijn Hoofdluis een luizenmiddel geen neten doodt, maar gegeven het feit dat deze mededeling wordt gedaan onder de aanhef “Waarom zinloos?”, wordt de suggestie gewekt dat een luizenmiddel niet werkt. Dit is een misleidende suggestie en daarmee in strijd met artikel 13 sub a NRC, zoals onder B 7 reeds is overwogen.

Ad B 17.

De juistheid van de eveneens onder het kopje “Waarom zinloos?” staande mededeling dat “het combineren van kammen en een luizenmiddel (…) ook niet meer zekerheid” geeft, is door adverteerder niet aangetoond en bovendien in strijd met de LCI-richtlijn Hoofdluis, waarin deze gecombineerde behandeling “bewezen effectief” wordt genoemd.

Gelet hierop acht de Commissie deze zinsnede eveneens misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Dat in verband met de mededeling dat neten vast blijven zitten aan het haar geen melding is gemaakt van het bestaan van het middel Prioderm Foam, dat de lijm waarmee de neten aan het haar vastzitten oplost, betekent niet dat de uiting onvolledig is.

Ad B 18.

De gewraakte zinsnede wekt ten onrechte de indruk dat bij de bestrijding van hoofdluis een keuze zou moeten worden gemaakt tussen kammen en het gebruik van een luizenmiddel. Geadviseerd wordt immers naast een luizenmiddel ook te kammen. Voorts wordt de indruk gewekt dat men een luizenmiddel altijd 8 uur moet laten intrekken, terwijl er in ieder geval één middel is met een inwerktijd van 15 minuten. Waar ook hier weer gewezen wordt op de schadelijkheid van luizenmiddelen, verwijst de Commissie naar hetgeen zij hierboven onder Ad B 4 ten aanzien daarvan heeft overwogen. Op grond van het vorenstaande acht de Commissie deze zinsnede te absoluut en daardoor misleidend en in strijd met artikel 13 a NRC.

Ad B19.

Van deze mededeling gaat ten onrechte de suggestie uit dat een luizenmiddel geen enkel effect heeft, terwijl dit de luizen doodt. Wel wordt in de LCI-richtlijn Hoofdluis geadviseerd om naast het gebruik van een luizenmiddel ook nog 14 dagen te kammen. Dat men dit een half uur zou moeten doen, heeft verweerder echter niet aannemelijk gemaakt. Gelet hierop acht de Commissie deze zinsnede misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC.

Ad B 20.

De gewraakte zinsnede impliceert dat het gebruik van luizenmiddelen niet effectief is en dientengevolge ondeugdelijk is ter bestrijding van hoofdluis. Aangezien luizenmiddelen wel degelijk effectief zijn tegen luizen acht de Commissie deze mededeling misleidend en om die reden in strijd met artikel 13 sub a NRC.

 

Ad B 21.

Verweerder heeft de juistheid van deze stellige mededeling niet aangetoond dan wel aannemelijk gemaakt. Gelet hierop acht de Commissie deze mededeling misleidend en om die reden in strijd met artikel 13 a NRC.

Ad C.

Klager heeft zijn bezwaar tegen de door hem onderstreepte zinsnede op de twitterpagina niet onderbouwd, zodat de Commissie dit bezwaar ongegrond acht.

De beslissing

Op grond van het hierboven overwogene wijst de Commissie de bezwaren die klager heeft geuit tegen de onder A en C bedoelde uitingen als ongegrond af.

De onder B bedoelde uiting acht de Commissie

op grond van het overwogene onder B 5 en 13 in strijd met artikel 6 NRC,

op grond van het overwogene onder B 2, 4, 5, 7, 8, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 en 21 in strijd met artikel 13 sub a NRC en

op grond van het overwogene onder B1 in strijd met artikel 13 e NRC.

Gelet op het bovenstaande beveelt de Commissie verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de bezwaren tegen de onder B bedoelde uiting af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken