De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial voor het postorderbedrijf van adverteerder waarin onder meer wordt gezegd: “Lekker thuis online winkelen bij het leukste en verrassend-ste warenhuis van Nederland. Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis.”
De klacht
Adverteerder maakt de mededeling in de televisiecommercial dat zij artikelen binnen 24 uur levert bij nieuwe klanten niet waar. Nieuwe klanten moeten eerst het aankoopbedrag betalen voordat adverteerder de zaken thuisbezorgt. Deze voorwaarde wordt in de televisiecommercial niet genoemd. Adverteerder had deze informatie eerder moeten geven of naar de voorwaarden moeten verwijzen.
Het verweer
Omdat klager een nieuwe klant is, is adverteerder afgeweken van het beleid dat de helft van de koopprijs moet worden vooruitbetaald en heeft zij verlangd dat klager de volledig prijs zou vooruitbetalen. Deze afwijking van het beleid is in overeenstemming met de geldende regelgeving en is gebaseerd op artikel 7:26 lid 2 BW jo. 7:6 lid 2 BW. Indien klager een andere betaalwijze dan giro had gekozen, had hij waarschijnlijk direct de bestelde zaken ontvangen.
De repliek
Klager wil zich als nieuwe klant aan de voorwaarden van adverteerder houden, maar dan moet adverteerder deze voorwaarden van tevoren aan hem bekend te maken. Adverteerder dient dit bovendien te doen, omdat zij een kredietverschaffer is.
De dupliek
Doordat klager gebruik heeft gemaakt van de dienst betalen in termijnen, kon de televisie niet binnen 24 uur worden geleverd. Adverteerder dient in een dergelijk geval eerst te beoordelen of de klant kredietwaardig is en wat de maximale kredietlimiet is. Adverteerder heeft het recht om voorwaarden te verbinden aan de dienstverlening rondom de kredietverstrekking, zoals het vragen van een vooruitbetaling. Dat is bij klager gebeurd.
De mondelinge behandeling
Klager licht toe dat adverteerder in de dupliek ten onrechte stelt dat hij een televisie op afbetaling wilde kopen. Klager meent dat hij de dupe is geworden van misleidende reclame.
Het oordeel van de Commissie
1) In de televisiecommercial wordt zonder voorbehoud gezegd dat wat vandaag wordt besteld morgen al in huis is. In de televisiecommercial wordt daarbij niet naar voorwaarden verwezen, zodat de mededeling over de leveringstermijn in feite een absoluut karakter heeft. Gelet hierop mocht klager ervan uitgaan dat zijn bestelling de volgende dag bij hem thuis zou worden bezorgd en hoefde hij geen rekening te houden met de mogelijkheid dat adverteerder een uitzondering maakt voor nieuwe klanten die niet het volledige bedrag willen of kunnen vooruitbetalen. Adverteerder had deze voor de consument belangrijke beperking reeds in de televisiecommercial dienen te noemen dan wel de consument erop dienen te wijzen dat de vervulling van de toezegging met betrekking tot de leveringstermijn afhankelijk is van bepaalde voorwaarden, onder verwijzing naar de plaats waar de consument van die voorwaarden kennis kan nemen.
2) Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.
De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
College van Beroep:
De grieven
Deze kunnen als volgt worden samengevat.
I.
Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code. (NRC). De algemene regel is, dat een consument een product pas ontvangt indien de koopprijs is voldaan. Wordt tussen consument en verkoper een speciale regeling getroffen, zoals bijvoorbeeld betaling in termijnen, dan is het voor de gemiddelde, normaal geïnformeerde consument volkomen duidelijk dat daarvoor specifieke voorwaarden gelden die niet gelden bij (volledige) betaling vooraf. In het onderhavige geval is het voor de gemiddelde consument evident dat voor nieuwe klanten een voorbehoud met betrekking tot de betaling van het bestelde product een belemmering kan vormen voor de levering van dat product binnen 24 uur. Het achterwege laten van (een verwijzing naar) een zo evidente voorwaarde betekent niet dat sprake is van een misleidende omissie.
II.
De Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat de televisiecommercial oneerlijke reclame is in de zin van artikel 7 NRC. Krachtens dit artikel is reclame oneerlijk wanneer zij in strijd is met de vereisten van professionele toewijding èn het economische gedrag van de consument die zij bereikt of op wie zij is gericht met betrekking tot het product wezenlijk verstoort of kan verstoren. De bestreden uiting voldoet aan geen van beide (cumulatieve) vereisten.
Wehkamp heeft de in haar bedrijfssector gebruikelijke informatie verschaft en derhalve voldaan aan de eisen van professionele toewijding. Voorts heeft de Commissie in haar beslissing niet onderbouwd dat de gemiddelde consument door de bestreden televisiecommercial ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. In het onderhavige geval heeft geïntimeerde de aankoop doorgezet.
Het antwoord in appel
Kort samengevat heeft geïntimeerde zijn standpunt gehandhaafd, dat de televisiecommercial misleidend is wegens het ontbreken van een vermelding dat er voorwaarden zijn die aan een levering binnen 24 uur in de weg kunnen staan.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
Daarbij is namens Wehkamp verklaard dat de bestelling door geïntimeerde geen televisie op afbetaling betrof, zoals bij de Commissie is gesteld, maar een aantal damesbadmodeartikelen.
Geïntimeerde heeft bevestigd dat de aankoop badkleding betrof, die kort voor de vakantie op verzoek van zijn dochter was besteld.
Het oordeel van het College
1.
Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende.
2.
Ad I.
Het College deelt het oordeel van de Commissie dat nu in de televisiecommercial zonder verwijzing naar voorwaarden wordt gezegd “Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis”, de mededeling over de leveringstermijn een absoluut karakter heeft. De door Wehkamp in de praktijk gemaakte uitzondering voor nieuwe klanten die niet het gehele bedrag van de bestelling willen of kunnen vooruitbetalen ligt niet zo voor de hand, dat de gemiddelde consument met deze beperking rekening moet houden zonder dat in de televisiecommercial enig voorbehoud ten aanzien van de toegezegde levering binnen 24 uur is opgenomen. Het oordeel van de Commissie dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC, waardoor de bestreden uiting misleidend is, is juist.
3.
Ad II.
Deze grief faalt eveneens.
De toezegging in de uiting dat wat je vandaag bestelt morgen al in huis is, kan voor een consument aanleiding zijn om een bestelling bij Wehkamp te plaatsen. Geïntimeerde heeft in dit verband verklaard kort voor de vakantie op verzoek van zijn dochter badkleding te hebben besteld die zij tijdens de vakantie wilde dragen. Door de gewekte verwachting dat de bestelling de volgende dag wordt thuisbezorgd kan de gemiddelde consument een besluit nemen over een transactie dat hij niet zou hebben genomen indien hem bekend was (gemaakt) dat sprake kan zijn van voorwaarden die aan de toegezegde levering binnen 24 uur in de weg staan. Door het achterwege laten van deze essentiële informatie is de gewraakte uiting misleidend. Blijkens artikel 7 NRC is misleidende reclame in ieder geval oneerlijk.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.