De bestreden reclame-uitingen
Het betreft verschillende uitingen op de website van adverteerder, https://lunabodin.nl , alsmede een door klaagster ontvangen e-mail van Luna Bodin met daarin een nieuwsbrief. In de verschillende uitingen worden diverse sieraden aangeprezen. Het betreft de volgende uitingen:
A. Een uiting op voornoemde website waarop de ring “Onyx Noir – 925 Serling Zilver” wordt aangeprezen, met daarbij een prijs van “€80,- €39,95”.
B. Een uiting op voornoemde website waarop de ring “Malachia – Laat het verleden los” wordt aangeprezen, met daarbij een prijs van “€100,00 €49,95” en de mededelingen “dagaanbieding” en “tijdelijke korting”.
C. Een uiting op voornoemde website waarop staat: “Producten van topkwaliteit”.
D. Een uiting op voornoemde website op de subpagina “Verzending & Retouren”
E. Een op 21 december 2021 door klaagster ontvangen e-mail van Luna Bodin, met de onderwerpregel: “Laatste kans kerst aanbieding”. Vervolgens staat in de e-mail, voor zover hier van belang: “Vergeet niet te profiteren van onze kerst deal. Je hebt nog één dag de tijd om gebruik te maken van deze geweldige aanbieding, dus kijk snel op de store!”
Samenvatting van de klacht
Klaagster maakt om de volgende redenen bezwaar tegen de verschillende uitingen:
In uiting A staat dat sprake is van een ring met de kwalificatie “925 Sterling Zilver”, maar na aankoop is gebleken dat deze kwalificatie onjuist is. Klaagster heeft navraag gedaan bij adverteerder en nu blijkt dat de ring van 30% zilver en 70% RVS is gemaakt.
Op verschillende pagina’s op de website, waaronder bij uiting B, wordt melding gemaakt van een ‘van-voor’ prijs. Deze prijzen kloppen volgens klaagster niet met de werkelijke waarde. De producten zijn niet eerder voor de ‘van-prijs’ verkocht en zeker niet minder lang dan 3 maanden geleden.
In de bestreden uiting onder C staat dat sprake is van “topkwaliteit”. Volgens klaagster zijn de aangeboden ringen van slechte kwaliteit. De steentjes vallen uit en de ringen breken.
Klaagster stelt dat in de bestreden uiting onder D de retourkosten niet worden genoemd. Het is mogelijk om via de link op de website een retour aan te melden, waarbij je daarna pas te zien krijgt dat je een retourticket ad €5,25 moet downloaden.
Onder verwijzing naar de bestreden uiting onder E, voert klaagster aan dat acties langer duren dan staat aangegeven. Volgens klaagster is op 12 januari de kerstactie nog steeds geldig, terwijl adverteerder al weken zegt dat de actie alleen deze week nog geldig is.
Het oordeel van de voorzitter
1. Klaagster maakt bezwaar tegen verschillende uitingen op de website van adverteerder alsmede tegen een ontvangen nieuwsbrief van adverteerder. Volgens klaagster is bij de verschillende uitingen sprake van misleidende reclame. Op voorhand merkt de voorzitter op dat de beoordeling enkel ziet op de uitingen waarvan klaagster een kopie heeft overgelegd. De voorzitter oordeelt hierover -per uiting- als volgt.
2. Uiting A – de ring “Onyx Noir – 925 Serling Zilver”
Klaagster voert aan dat de kwalificatie ‘925 Sterling Zilver’ zoals bij de ring in de uiting staat, onjuist is. In de correspondentie met klaagster heeft adverteerder het volgende meegedeeld : “De Onyx ringen zijn 30% van sterling 925 zilver, en 70% van roestvrij staal”. Nu adverteerder verder niet op de klacht heeft gereageerd, gaat de voorzitter ervan uit dat de kwalificatie ‘925 Sterling Zilver’ in de bestreden uiting misleidend is. Deze mededeling lijkt immers de ring als zodanig te betreffen terwijl blijkbaar slechts een deel van de ring van het genoemde edelmetaal is vervaardigd. De voorzitter is van oordeel dat adverteerder hierdoor onjuiste informatie heeft verstrekt ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3. Uiting B – de ring “Malachia – Laat het verleden los” met daarbij een prijs van “€100,00 €49,95”
In de bestreden uiting onder B is sprake van een wijze van prijsvermelding waarbij het bedrag van €100,00 is doorgestreept met daarnaast het bedrag van €49,95. Bij een dergelijke wijze van prijsvermelding zal de gemiddelde consument deze opvatten als een actie waarbij in plaats van de oorspronkelijke prijs een nieuwe prijs geldt (van/voor-prijs). De gewekte indruk dat de ring eerder is aangeboden voor het doorgestreepte bedrag wordt versterkt door de woorden “dagaanbieding” en “tijdelijke korting”. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat sprake is van een (tijdelijke) aanbieding waarbij de ring aanzienlijk goedkoper wordt aangeboden dan de oorspronkelijke prijs. Adverteerder dient in dit geval aannemelijk te maken dat zij de ‘van’-prijzen heeft gebruikt als prijs waartegen de consument de ring kon of kan kopen. Nu adverteerder dat niet heeft gedaan, acht de voorzitter op grond van het bovenstaande de uiting voor de gemiddelde consument onjuist ten aanzien van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
4. Uiting C – met onder meer de mededeling: “Producten van topkwaliteit”.
Klaagster voert aan dat de door adverteerder aangeboden ringen van slechte kwaliteit zijn, terwijl een ‘topkwaliteit’ wordt geclaimd. De voorzitter beschikt over onvoldoende gegevens om te kunnen oordelen dat adverteerder deze mededeling in het algemeen onvoldoende waarmaakt. Daarbij is van belang dat het begrip ‘topkwaliteit’ op de wijze zoals dat in de uiting wordt gebruikt, onmiskenbaar subjectief van aard is. Dat klaagster op grond van haar ervaringen een andere mening heeft over de kwaliteit, is op grond van het voorgaande onvoldoende om te oordelen dat de ringen in hun algemeenheid niet voldoen aan de verwachting die de uiting op grond van de beschrijving in combinatie met genoemde prijzen wekt, zodat dit klachtonderdeel wordt afgewezen.
5. Uiting D – Een uiting op voornoemde website op de subpagina “Verzending & Retouren”
Klaagster voert aan dat belangrijke informatie wordt achtergehouden, zoals het ontbreken van informatie over de retourkosten. Het is mogelijk om via de website van adverteerder een retourzending aan te melden, waarbij de consument pas bij het downloaden van het retouretiket de daaraan verbonden kosten ad €5,25 ziet. De voorzitter heeft ambtshalve geconstateerd dat in de bestreden uiting wel een aantal retourvoorwaarden worden genoemd, maar er geen informatie wordt verschaft over de retourkosten en evenmin uit deze voorwaarden blijkt dat de kosten voor het versturen van een retour voor rekening van de klant komen. Op grond van artikel 8.4 aanhef en onder l NRC had adverteerder de daar bedoelde informatie reeds in de uiting zelf moeten verstrekken. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter acht dit onderdeel van de klacht dan ook gegrond.
6. Uiting E – nieuwsbrief met de onderwerpregel: “Laatste kans kerst aanbieding”
Het bezwaar van klaagster komt erop neer dat er sprake lijkt te zijn van een tijdelijke aanbieding in de nieuwsbrief en op de website, terwijl het in werkelijkheid geen actie met een beperkte geldigheidsduur betreft. Uit de door klaagster meegestuurde nieuwsbrief waarin de kerst aanbieding wordt aangeprezen blijkt echter niet dat deze actie na het verstrijken van de termijn nog steeds gold, terwijl duidelijk is dat het om een aanbieding in verband met de kerst gaat. Ook heeft de voorzitter op basis van de overige door klaagster overgelegde stukken niet kunnen constateren dat andere acties (zoals de 1+1 actie) langer van toepassing zouden zijn dan de door adverteerder aangegeven periode. Nu verdere toelichting op dit klachtonderdeel ontbreekt, ziet de voorzitter geen aanleiding om te oordelen dat sprake is van een uiting die gepaard gaat met onjuiste informatie. Dit klachtonderdeel wordt afgewezen.
7. De voorzitter beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uitingen A, B en D in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor zover de klacht is gericht tegen de reclame-uitingen C en E wijst de voorzitter de klacht af.