De bestreden uiting
Het betreft de website www.hoewerktorgaandonatie.nl, die in opdracht van VWS is ontworpen door Leer Zelf Online en specifiek is bedoeld voor mensen met een licht verstandelijke beperking (en laaggeletterden). Op de website wordt door middel van getekende beelden en getoonde en door de figuur ‘Steffie’ voorgelezen tekst informatie gegeven over orgaan- en weefseldonatie en de nieuwe Donorwet.
De klacht
De klacht, die is opgesteld door klaagster sub 1, wordt als volgt samengevat.
Op 1 juli 2020 treedt een wijziging van de Wet op de orgaandonatie (Wod) in werking, waarin is bepaald dat iedere Nederlander van 18 jaar of ouder in het donorregister wordt opgenomen op basis van de fictie dat hij daarin heeft toegestemd. Wie dat niet wil, moet zich laten registreren als niet-donor. De doelstelling van de Wod is het verhogen van het donoraanbod. De Staat der Nederlanden voert campagnes om de inwoners van Nederland te informeren over de gevolgen van de wetswijziging. Naar aanleiding van eerdere klachten tegen uitingen die deel uitmaken van deze campagnes, hebben de Commissie en het College van Beroep geoordeeld dat het verwarrend is om bij orgaandonatie te spreken van “na overlijden”, omdat bij orgaandonatie geen sprake is van overlijden naar gangbaar taalgebruik, maar van overlijden volgens een specifieke invulling van het begrip ‘hersendood’ in de zin van artikel 14 lid 2 Wod. Verschillende uitingen zijn vanwege het gebruik van de term “na overlijden” in strijd met artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) bevonden en VWS is geadviseerd niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Uit de thans bestreden website www.hoewerktorgaandonatie.nl, die op internet (Google) als advertentie wordt gepromoot, blijkt dat de Staat zich niets van deze beslissingen aantrekt, aldus klaagster. Op deze website wordt namelijk niet verteld dat het uitnemen van organen plaatsvindt nadat een arts de donor hersendood heeft verklaard (DBD-donatie) of de dood heeft vastgesteld op basis van circulatoire criteria (DCD-donatie), en dat hersendood en circulatoire dood omstreden criteria zijn. Op de website wordt alleen gesproken over doneren “als je dood bent”, “mensen die net dood zijn gegaan”, “iemand die dood is”, “na jouw dood” en “als je echt dood bent”. Hierbij wordt niet uitgelegd dat er een verschil bestaat tussen normaal dood zijn en dood zijn verklaard ten behoeve van orgaandonatie, terwijl bij de doelgroep van de website, mensen met een beperkt verstandelijk vermogen, juist een uiterst grote zorgvuldigheid vereist is. Ook wordt op de website niet duidelijk vermeld dat orgaandonatie alleen kan plaatsvinden wanneer de orgaandonor in het ziekenhuis is opgenomen, en dat een weefseldonor wel thuis kan overlijden en ook werkelijk overleden is. Verder voert klaagster aan dat niet volledig kan worden uitgesloten dat de orgaandonor iets voelt van de uitneemoperatie. De voorbereidende en orgaanpreserverende handelingen en de uitneemoperatie houden een ingrijpen in het stervensproces van de orgaandonor in, die daardoor geen natuurlijke dood kan sterven. Op de website wordt hierover ten onrechte geen informatie gegeven.
De bestreden uiting is onvolledig en daardoor misleidend en zet het publiek op het verkeerde been, aldus de klacht.
Het verweer van VWS
Het verweer, voor zover van belang ten aanzien van de beslissing van de Commissie, wordt als volgt samengevat.
Op 1 juli 2020 treedt een wijziging van de Wet op de orgaandonatie (Wod) in werking, ook wel aangeduid als de nieuwe Donorwet. Deze nieuwe Donorwet komt er kort gezegd op neer dat als mensen zelf geen keuze registreren om al dan niet orgaandonor te worden, zij worden ingeschreven in het donorregister onder de vermelding ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Op grond van de nieuwe Donorwet moet de Minister (voor Medische Zorg) zorgdragen voor informatie over de wetswijziging. Daarom voert VWS momenteel een uitgebreide voorlichtingscampagne om alle ingezetenen van Nederland op de hoogte te brengen van de komst van de nieuwe Donorwet en de consequenties die deze wet voor hen kan hebben. Om zoveel mogelijk ingezetenen te bereiken, wordt de communicatie ook afgestemd op doelgroepen die doorgaans niet (zomaar) door de overheid worden bereikt en is de campagne neutraal opgezet. Dit laatste betekent dat de aangeboden informatie dient te worden gestaafd door feiten en onderbouwd door de laatste inzichten van de wetenschap en de medische praktijk.
De website hoewerktorgaandonatie.nl is in opdracht van VWS ontworpen door Leer Zelf Online en is bedoeld voor mensen met een licht verstandelijke beperking en laaggeletterden. Deze specifieke doelgroep wordt aan de hand van beeld en eenvoudige tekst, die wordt voorgelezen door de voor de doelgroep bekende figuur Steffie, geïnformeerd over orgaandonatie en de nieuwe Donorwet. De website is door testgroepen getest op begrijpelijkheid.
Naar aanleiding van de klacht stelt VWS in de eerste plaats de ontvankelijkheid van klagers aan de orde. Klaagster sub 1 heeft namelijk niet aangetoond dat zij door de 68 andere klagers gemachtigd is om de klacht in te dienen. VWS verzoekt de Commissie de namens deze 68 anderen door klaagster sub 1 ingediende klacht niet in behandeling te nemen indien geen sprake is van een machtiging.
Verder voert VWS aan dat de bestreden website niet kan worden aangemerkt als reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De uiting prijst geen denkbeeld aan, maar geeft puur feitelijke informatie over wat orgaan- en weefseldonatie is en waarom het wordt toegepast. Hierbij wordt de keuze om donor te zijn niet positief afgezet tegen de keuze om dat niet te willen zijn, zoals wel het geval was in de folder van VWS, die de Commissie in haar beslissing van 13 augustus 2019 om die reden als reclame-uiting heeft aangemerkt.
VWS voert vervolgens verweer aangaande de inhoud van de uiting.
VWS verzoekt de klacht af te wijzen.
De reactie van Leer Zelf Online
Leer Zelf Online deelt mee zich aan te sluiten bij het verweer van VWS. Hierbij wordt onder meer opgemerkt dat de bestreden website is gemaakt voor en door mensen met een verstandelijke beperking.
De mondelinge behandeling
De voorzitter heeft partijen meegedeeld dat de zaak bestaat uit twee (door VWS opgeworpen) ontvankelijkheidsvragen (wie zijn klager en is sprake van reclame?) en een inhoudelijke vraag (is de uiting misleidend in de zin van de NRC?).
De voorzitter heeft eerst de vraag aan de orde gesteld wie als klagers moeten worden aangemerkt. Naar aanleiding van het bezwaar van VWS om de 68 naast klaagster sub 1 in de klacht genoemde personen als klagers te beschouwen, omdat het mandaat niet duidelijk is, stelt klaagster sub 1 voor om de zeven ter zitting aanwezige personen als klagers aan te merken. VWS verklaart zich hiermee akkoord. De Commissie besluit klaagster sub 1 en de zes aan haar zijde ter zitting verschenen personen als klagers aan te merken (zoals in de aanhef van deze beslissing vermeld).
De voorzitter heeft vervolgens bepaald dat voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de klacht de vraag moet worden beantwoord of de bestreden uiting reclame betreft omdat, indien de Commissie van oordeel is dat geen sprake is van reclame, aan een inhoudelijke beoordeling van de uiting niet meer wordt toegekomen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunt ten aanzien van de vraag wel of geen reclame nader toe te lichten.
Klagers hebben, mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen, betoogd dat de uiting als reclame moet worden beschouwd. In de eerste plaats wijzen zij er daartoe op dat de bestreden uiting op Google als “advertentie” wordt gepromoot. Verder stellen klagers dat de uiting niet neutraal is, maar sturend. Er wordt twee keer gewezen op zieke mensen die wachten op organen, wat denkbeeldvormend is en er wordt nergens in de uiting vermeld dat er ook “nee” mag worden ingevuld in het donorregister. Met name mensen met een verstandelijke beperking zijn uiterst gevoelig voor een oproep om te helpen, aldus klagers. Daar moet zeer zorgvuldig mee worden omgegaan. Bovendien wordt donatie ook gebruikt voor mensen die niet ziek zijn, denk aan het transplanteren van een hand of van huid, aldus klagers.
In reactie op het standpunt van klagers heeft VWS aangevoerd dat de aanduiding “advertentie” die Google geeft niet doorslaggevend is voor de vraag of de uiting reclame is. In de uiting wordt geen denkbeeld aangeprezen, er wordt alleen feitelijke informatie over de Donorwet gegeven. De woordkeuze “zieke mensen” heeft te maken met de doelgroep van de uiting. De uiting stuurt niet aan op een bepaalde keuze of in één richting. De boodschap van de uiting is: maak de keuze die voor jou goed voelt. De boodschap dat het belangrijk is om een keuze te maken, volgt uit de wet. VWS concludeert dat geen sprake is van reclame.
Na schorsing van de behandeling heeft de voorzitter aan partijen meegedeeld dat naar het oordeel van de Commissie de bestreden uiting geen reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC is, zodat aan een inhoudelijke behandeling van de zaak niet meer wordt toegekomen. De overwegingen van de Commissie die tot dit oordeel hebben geleid, worden hierna weergegeven.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie is alleen bevoegd te oordelen over reclame-uitingen in de zin van de NRC. Of de bestreden website hoewerktorgaandonatie.nl als reclame-uiting kan worden beschouwd, beoordeelt de Commissie aan de hand van artikel 1 NRC. Dat de website in de zoekresultaten op Google naar voren komt met daarbij de aanduiding “advertentie”, is niet van belang.
Krachtens artikel 1 NRC wordt onder reclame verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze (…).
Naar het oordeel van de Commissie ontbreekt in de uiting het aanprijzende element dat noodzakelijk is om van reclame te kunnen spreken. De uiting bevat geen directe of indirecte aanprijzing van een bepaalde keuze ten aanzien van het donorschap, maar betreft op de doelgroep van licht verstandelijk beperkten afgestemde voorlichting over de komst en de gevolgen van de nieuwe Donorwet. De mededeling in de uiting met de strekking dat zieke mensen door donatie kunnen worden geholpen, behelst de mededeling van een feit. De gemiddelde persoon en zeker ook de personen uit de doelgroep zullen ervan uitgaan dat iemand die huid krijgt getransplanteerd, wordt geholpen omdat hij “ziek” is. De Donorwet heeft geen betrekking op transplantatie van ledematen en de vraag of iemand die een handtransplantatie krijgt wel of niet wordt geacht ziek te zijn voordat de transplantatie plaatsvond, behoeft daarom in het kader van deze zaak niet te worden beantwoord. Verder merkt de Commissie nog op dat niet de bestreden website, maar de Donorwet op zichzelf een sturend karakter heeft. In deze wet is immers bepaald dat als mensen geen keuze registreren om al dan niet orgaandonor te worden, zij worden ingeschreven in het donorregister onder de vermelding ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Een wet met een dergelijke inhoud vraagt om duidelijke informatie en voorlichting door de overheid. De onderhavige website kan als dergelijke voorlichting worden beschouwd.
Nu de Commissie van oordeel is dat de bestreden uiting geen reclame in de zin van artikel 1 NRC is, is zij niet bevoegd de bestreden uiting inhoudelijk te beoordelen. Gelet hierop wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.