De uiting die het onderwerp is van de klacht
De klacht betreft een door klager ontvangen geadresseerde brief van het Regionaal Energieloket van de gemeente Nijmegen met het onderwerp “Zonnepanelen en woningisolatie actie gemeente Nijmegen”. In de brief staat onder meer:
“Steeds meer Nijmegenaren kiezen ervoor om energiezuiniger te wonen. Dat zorgt voor een comfortabel huis en is goed voor uw energierekening en het klimaat. (…)
Samen inkopen: makkelijk, betrouwbaar en beter betaalbaar,
De gemeente Nijmegen wil het u als huiseigenaar makkelijk maken om energiezuiniger te wonen. Daarom organiseert de gemeente samen met het Regionaal Energieloket een gezamenlijke inkoopactie om uw huis te laten isoleren, zonnepanelen te laten installeren en uw cv-installatie zuinig te laten afstellen. Als we in Nijmegen samen minder energie gebruiken, zijn we voorbereid op de toekomst. Dan stoppen we in Nederland namelijk met het gebruik van aardgas en wil Nijmegen een energie neutrale stad zijn (zie /ijmegen.nl/aardgasvrij).
Het Regionaal Energieloket heeft in verschillende gemeenten dit soort acties georganiseerd en werkt daarbij met betrouwbare installateurs uit de regio. Het Regionaal Energieloket heeft op verzoek van de gemeente Nijmegen ervaren installateurs gekozen. Dit heeft een aantal voordelen:
? Kwaliteit: Technische specialisten hebben het aanbod in de regio bekeken en een keuze gemaakt voor de beste prijs-kwaliteitverhouding en garanties.
? Scherpe prijs: Via de actie worden meerdere woningen binnen een klein gebied energiezuin gemaakt. Zo kan de installateur zijn werk slimmer plannen en uitvoeren. U krijgt daardoor een scherpe prijs
? Maatwerk: ledere woning is anders. Daarom krijgt u altijd een persoonlijke offerte. Deze is op maat gemaakt voor uw woning en uw wensen.”
Samenvatting van de klacht
Verweerder wijst in de brief op de voordelen van energiezuiniger wonen en op inkoopacties voor isolatie, zonnepanelen en het afstellen van de cv-installatie, waarbij zij het gemak, de betrouwbaarheid en het financiële voordeel van de actie benadrukt. Hierbij worden ongeloofwaardige milieuclaims gemaakt over het stoppen met het aardgas en het zijn van een energieneutrale stad. De indruk wordt gewekt dat dit doel wordt bereikt als klager meedoet met de actie. In plaats van objectief te informeren, prijst verweerder een actie aan. Klager stelt dat gemeenten geen geadresseerde aanprijzingen mogen versturen. Een dergelijke verwerking van persoonsgegevens dient gebaseerd te zijn op toestemming of een gerechtvaardigd belang. Overheidsinstanties zijn van de grondslag van het gerechtvaardigd belang uitgesloten omdat ze zich hebben te beperken tot hun wettelijke taken, waardoor ze enkel met voorafgaande specifieke vrije aantoonbare toestemming reclame mogen verzenden. Van toestemming is geen sprake. De wettelijke taak beperkt zich tot informeren en stimuleren. Stimuleren gebeurt met de financiële prikkel van de subsidie. Informeren kan zonder persoonsgegevens te verwerken. Stimuleren door aan te prijzen is geen overheidstaak en is geen rechtmatig doeleinde voor gegevensverwerking. Ongeacht of er sprake is van een rechtmatige verwerkingsgrond onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), dient verweerder het register van Postfilter te raadplegen en dat is niet gebeurd. De klacht die klager hierover bij de wethouder heeft ingediend, is niet onderzocht in de zin van artikel 6 Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter). Klager stelt dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de volgende bepalingen (in de door hem genoemde volgorde):
- artikel 5.2 Code Postfilter door het register van Postfilter niet te raadplegen,
- artikel 6.2 Code Postfilter door de klacht niet te onderzoeken of behandelen,
- artikel 7 Code Postfilter door het recht van verzet niet aan te bieden,
- artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) door onrechtmatig verwerkte persoonsgegevens te gebruiken,
- artikel 2 van de Code brievenbus reclame, huissampling en direct response advertising (CBR) door geen daadwerkelijk bereikbaar adres te vermelden, maar enkel een postbusnummer,
- artikel 12 CBR en artikel 14 CBR door het schriftelijk door klager aangetekende verzet niet te eerbiedigen,
- artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC) door te claimen dat ‘wij in Nijmegen door samen minder energie te gebruiken” kunnen zorgen dat “Nederland stopt met het gebruik van aardgas”, en de juistheid daarvan dat niet aan te tonen of ergens op te baseren.
Klager verwijst naar de eerdere compliance verklaringen van verweerder in de dossiers met nummer 2016/00160 en nummer 2020/00084 waarmee volgens hem blijkens het voorgaande opnieuw in strijd is gehandeld. Klager verzoekt om die reden maatregelen tegen verweerder te nemen.
Samenvatting van het verweer
Artikel 1 Code Postfilter bepaalt dat onder reclame wordt verstaan: het aanprijzen van goederen, diensten of denkbeelden (tezamen: producten). Aangezien er geen sprake is van een aanprijzing van producten, is er geen sprake van reclame, en zijn de Code Postfilter, de algemene Nederlandse Reclame Code en de Code brievenbus reclame niet van toepassing. De brief die verweerder heeft verstuurd, is bedoeld om te voldoen aan de Regeling Reductie Energiegebruik. Deze regeling is mede een gevolg van de Urgenda-uitspraak samen met de maatregelen van het kabinet om richting het jaar 2030 te voldoen aan het Klimaatakkoord. Er is geen sprake van een aanprijzing van producten omdat de gemeente de particuliere huiseigenaren slechts heeft geïnformeerd over haar wijze van uitvoering van de Regeling Reductie Energiegebruik, namelijk het instellen van de genoemde acties. Met het informeren over de wijze van deze uitvoering, is een wettelijke taak gediend. Bovendien is er op basis van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een grond om de gebruikte persoonsgegevens te verwerken voor grootschalige, maatschappelijke doeleinden. Verweerder stelt dat de klimaatproblematiek een doeleinde is dat binnen dit kader valt. Er is verder geen sprake van ongeloofwaardige claims omtrent het milieu. In de bewuste brief wordt gesproken over het streven van Nederland om in de toekomst van het aardgas af te gaan en het streven van de gemeente Nijmegen om in 2045 een energie neutrale stad te zijn. Dit zijn doelen die door de Rijksoverheid en door verweerder gesteld zijn. Er wordt niet gesuggereerd dat specifiek het meedoen door klager aan de in de uiting genoemde acties al tot gevolg heeft dat Nederland stopt met aardgas. Dat zou een onrealistisch gevolg zijn.
Het oordeel van de voorzitter
1) Naar aanleiding van het verweer dient in de eerste plaats te worden beoordeeld of de uiting, die betrekking heeft op een zonnepanelen en woningisolatie actie van de gemeente Nijmegen, een reclame-uiting is. In de uiting worden de mogelijkheden “om energiezuiniger te wonen” onder de aandacht van de lezer gebracht. Dit gebeurt op een wervende wijze. De voorzitter wijst in dat verband op de mededelingen “Samen inkopen: makkelijk, betrouwbaar en beter betaalbaar” en “Dat zorgt voor een comfortabel huis en is goed voor uw energierekening en het klimaat”, waarna verderop in de brief de voordelen van de bewuste actie worden omschreven als “de beste prijs-kwaliteitverhouding en garanties” en “U krijgt daardoor een scherpe prijs”. Nu aldus sprake is van aanprijzing van (deelname aan) bedoelde inkoopactie, valt de uiting onder het begrip reclame in artikel 1 NRC.
2) De eerste grondslag van de klacht is dat de brief in strijd met de Code Postfilter is verzonden. Deze klacht kan niet slagen. De gemeentelijke overheid (verweerder) kan niet worden beschouwd als een van de sectoren waarvoor men zich via Postfilter kan afmelden. In overeenstemming hiermee is “Adverteerder/Opdrachtgever” in de Code Postfilter gedefinieerd als rechtspersoon of natuurlijk persoon “handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf”. Deze omschrijving kan niet op verweerder van toepassing worden geacht. Dit oordeel wijkt af van de beslissingen in de door klager genoemde dossiers. Aanleiding hiervoor is de wijziging van de regelgeving, waarbij in deze zaak dient te worden getoetst aan de huidige versie van de Code Postfilter waarin, vergeleken met de vorige versie, nieuwe bepalingen staan voor direct mail met het oog op klantrelaties. Een gemeente heeft geen klanten. De klachtonderdelen 1, 2 en 3 treffen om die reden geen doel.
3) Hetzelfde geldt voor de klachtonderdelen 5 en 6. De voorzitter is van oordeel dat de CBR, gelet op zijn inhoud en strekking, niet is geschreven voor de situatie dat de overheid als afzender fungeert van uitingen die specifiek zijn bedoeld voor de uitvoering van beleid waarbij het, zoals uit het verweer volgt, gaat om doelstellingen die de overheid op het gebied van het milieu dient na te streven ter voldoening aan een wettelijke regeling (Regeling Reductie Energiegebruik).
4) Klager stelt als vierde dat verweerder ten onrechte zijn persoonsgegevens heeft verwerkt en dat daardoor in strijd met de AVG is gehandeld. Voor toetsing aan de bepalingen van de AVG is in het kader van een klacht over de verzending van reclame in beginsel geen plaats (zie hiervoor de uitspraak in dossier 2020/00524). De Commissie is immers niet de aangewezen instantie als het gaat om de verwerking van persoonsgegevens. Dit impliceert dat niet kan worden beoordeeld of de verwerking van de persoonsgegevens van klager rechtmatig heeft plaatsgevonden. Ook klachtonderdeel 4, dat in feite ziet op het niet naleven van artikel 2 NRC omdat persoonsgegevens van klager in strijd met de wet zouden zijn verwerkt, wordt afgewezen.
5) Tot slot resteert klachtonderdeel 7 dat is gebaseerd op de stelling dat de uiting in strijd is met artikel 3 MRC doordat de milieudoelstellingen daarin volgens klager onjuist of onduidelijk zijn geformuleerd en niet zijn onderbouwd. Deze stelling is onjuist. In de uiting als geheel worden de doelstellingen van de inkoopactie duidelijk verwoord evenals het kader waarin deze actie plaatsvindt, te weten om het energieverbruik te verminderen en voorbereid te zijn op een toekomst waarin wordt gestopt met het gebruik van aardgas en waarin Nijmegen een energie neutrale stad wil zijn. Daarnaast wordt gewezen op de voordelen die de actie voor een individuele inwoner van Nijmegen heeft teneinde hem te bewegen aan de actie mee te doen. Voor de gemiddelde consument is duidelijk wat met de uiting wordt beoogd en welke milieuvoordelen deze heeft. Van een misleidende milieuclaim is geen sprake. Nu ook dit klachtonderdeel faalt, beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.