De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van de Dierenbescherming, waarin de volgende tekst wordt uitgesproken:
“De Dierenbescherming zet zich al 160 jaar in voor een betere toekomst van dieren. Kleine Leo wordt geen zwerfkat dankzij onze gastgezinnen. Snuffie wordt geen proefkonijn voor cosmetica, dankzij een verbod. En Pluisje leeft straks niet in een kale kooi, dankzij het legbatterijverbod. Wij blijven ons inzetten, voor hun toekomst.”
De klacht
De Dierenbescherming stelt in haar reclame dat zij zich al 160 jaar inzet voor dieren en dat dankzij haar inzet, Snuffie het konijn dankzij een verbod niet meer wordt gebruikt voor dierproeven voor cosmetica en dat Pluisje het kuiken dankzij het legbatterijenverbod nooit meer in een kale kooi leeft. Beide uitspraken zijn volgens klagers echter niet waar. Helaas worden konijnen nog altijd voor dierproeven gebruikt en zitten er nog ruim vier miljoen legkippen in Nederland in kooien, ook wel koloniehuisvesting genaamd. Volgens wetenschappers is deze koloniehuisvesting op veel vlakken vergelijkbaar met de inmiddels verboden legbatterij, ook op het gebied van dierenleed.
Volgens klagers klopt het dat er sinds 2013 een officieel, Europees verbod is op dierproeven voor cosmetica en toiletartikelen, in navolging van een Nederlands verbod uit 1997. Desondanks worden er toch nog ingrediënten van cosmetische producten op dieren getest in het kader van REACH, hetgeen werd bevestigd in de Symrise AG zaak bij het Europese Hof. Hiermee is volgens klagers het verbod uitgehold en ‘feitelijk in de prullenbak gegooid’. De reclame-uiting is dan ook misleidend en in strijd met de waarheid.
Samenvatting van het verweer
De commercial is uitgezonden in het kader van het 160-jarig bestaan van adverteerder en vermeldt een aantal historische mijlpalen. Zo verwijst ‘Snuffie het konijn’ naar de komst van een verbod op het testen van cosmetica op proefdieren (sinds 1997) en ‘Pluisje het kuiken’ naar het verbod op legbatterijen (geëffectueerd in 2012). Beide zaken die veel mensen in Nederland zullen (her)kennen als eerdere misstanden op het gebied van dierenwelzijn en waar destijds veel om te doen was. Snuffie en Pluisje verbeelden op passende wijze dat er heel veel individuele dieren zijn die ontegenzeggelijk hebben geprofiteerd van de destijds ingestelde wettelijke verboden.
Ten aanzien van ‘Pluisje het kuiken’ die niet langer in een kale kooi zit dankzij het verbod op de legbatterij stelt adverteerder het volgende. In 1999 heeft de Europese Commissie de kale legbatterij, geheel gemaakt van gaas verboden, hetgeen is geëffectueerd in 2012. Opvolgende houderij-systemen, de zogeheten ‘batterijkooien’ en ‘verrijkte kooien’ zijn specifiek in Nederland verboden sinds 2021. Momenteel zijn in Nederland (als minimum-welzijnssituatie) nog wel de zogeheten kolonie-kooien toegestaan. Deze bieden tenminste 800-900 cm2 per dier en een minimale totale oppervlakte van 2.500 cm2. Verder zijn een zitstok, een legnest en een scharrelmat aanwezig. Adverteerder is het op zich met klagers eens dat dit kippen niet het idealiter gewenste niveau van dierenwelzijn biedt. In meer algemene zin zouden op Europees niveau kooisystemen voor dieren in de vee-industrie helemaal verboden moeten worden. De huidige situatie is echter niet meer vergelijkbaar met de eerdere situatie met kale legbatterijen. Daarvan is inmiddels in meerdere stappen wegbewogen. Het is deze ontwikkeling die in de commercial wordt aangehaald via ‘Pluisje’. De tekst is, inclusief de vermelding van een ‘kale kooi’ en het specifiek aanhalen van het ‘verbod op legbatterijen’, bewust en zorgvuldig gekozen en zodoende feitelijk juist.
Wat betreft ‘Snuffie het konijn’, die geen proefkonijn wordt voor cosmetica dankzij een verbod, stelt adverteerder het volgende. Klagers benadrukken in hun klacht het ‘worst case scenario’ in relatie tot een mogelijke uitwerking van een uitzondering in de wet ten aanzien van dit verbod. De realiteit is volgens adverteerder echter genuanceerder. De Europese veiligheidsregelgeving, de zogeheten REACH-regelgeving waar klager naar verwijst, stelt dat dierproeven moeten worden uitgevoerd om de veiligheid van (nieuwe) stoffen voor de mens te testen. In het geval van cosmetica c.q. het daarbij geldende dierproefverbod kan dat met elkaar op gespannen voet staan. Dat kan met name het geval zijn bij een stof die getest wordt op mogelijk gevaar voor milieu of werknemers. Dit laatste aspect speelde in de door klager aangehaalde zaak Symrise AG. Deze uitspraak vindt adverteerder ook zorgelijk omdat het verbod daarmee weliswaar nog steeds bestaat, maar wel (deels) in gevaar is, in de zin dat er nu een mogelijke ingang is voor bredere uitzonderingen (hetgeen wel eerst zal moeten blijken in de praktijk).
Het gaat volgens adverteerder in de kern echter om het testen op andere gronden dan ‘de productie van cosmetica/producten voor persoonlijke verzorging’. Het gaat namelijk in de eerste plaats om het testen op grond van REACH vanuit werknemersbelang of het belang van het (water)milieu. Dit heeft een heel andere schaalgrootte dan toen er nog geen verbod gold en nieuwe cosmeticaproducten algeheel getest werden op dieren voor de veiligheid van de consument. Dat is momenteel niet aan de orde, en zal ook zeker niet in volle omvang terugkeren. De in de commercial gesproken tekst is dan ook geheel naar waarheid en zorgvuldig gekozen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van klagers is nader toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnota’s. Voor zover nodig wordt op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen, ingegaan in het oordeel van de Commissie.
Het oordeel van de Commissie
1. In de bestreden uiting, die is gemaakt en uitgezonden ter viering van het 160-jarige bestaan van de Dierenbescherming, wordt gesteld dat “dankzij een verbod”, “Snuffie (een jong konijn) geen proefkonijn wordt voor cosmetica” en dat “dankzij het legbatterijverbod “Pluisje” (een kuiken) straks niet in een kale kooi leeft”. De commercial sluit af met de uitspraak “wij blijven ons inzetten, voor hun toekomst.” De Commissie vat de klacht zo op dat de bestreden uiting volgens klagers feitelijke onjuistheden bevat, aangezien er in Nederland nog steeds kippen in kale kooien worden gehouden en er ook nog altijd ingrediënten voor cosmetische producten op dieren worden getest. Door deze feitelijke onjuistheden in de commercial is het vertrouwen in reclame kunnen geschaad als bedoeld in artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code.
2. Ten aanzien van het klachtonderdeel over de uitspraak “Snuffie wordt geen proefkonijn voor cosmetica, dankzij een verbod”, wordt als volgt geoordeeld. Niet in geding is dat er sinds 2013 een Europees verbod geldt (in navolging van een Nederlands verbod uit 1997) voor de verkoop van op dieren geteste cosmetica, zowel ten aanzien van individuele bestanddelen als het eindproduct. Voldoende duidelijk is dat er in de commercial, door de expliciete verwijzing naar cosmetica, specifiek naar dit verbod verwezen wordt. Zodoende kan dan ook niet gesteld worden dat deze uitspraak feitelijk onjuist is, enkel omdat er volgens andere Europese regelgeving in zeer specifieke, wettelijk vastgelegde gevallen in andere productcategorieën wel chemische stoffen op dieren worden getest en deze stoffen mogelijk ook gebruikt kunnen worden in cosmetische producten. Het ter zitting door klagers overlegde bewijs maakt dit niet anders. Dit klachtonderdeel slaagt zodoende niet.
3. Hetzelfde geldt voor de uitspraak “Pluisje leeft straks niet in een kale kooi, dankzij het legbatterijverbod”. Ook hier is niet in geding dat er een wettelijk verbod is op de zogeheten legbatterij en is voldoende duidelijk dat de uitspraak “Pluisje leeft straks niet in een kale kooi” ziet op dit specifieke verbod. Zodoende kan niet worden gezegd dat de commercial op dit vlak feitelijk onjuist is. Ook nu op grond van artikel 2.71 Besluit houders van dieren de huidige ‘kolonie-kooihuisvesting’ voorzien dient te zijn van een nest, een met strooisel bedekte ruimte waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken en een zitstok. In dit kader kan dan ook niet gesteld worden dat dit type kooihuisvesting een ‘kale kooi’ is, in de zin dat deze kooi geen enkel attribuut ter bevordering van het welzijn van de kippen bevat. Dat deze kooihuisvesting en de inrichting daarvan (in de praktijk) volgens klagers geen verbetering voor het dierenwelzijn betekent ten opzichte van de legbatterij, en de voorgeschreven voorwaarden niet altijd worden nageleefd, doet hier niet aan af. Er wordt beslist als volgt.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.