De bestreden uiting
Het betreft de huis-aan-huis bezorgde ongeadresseerde uiting (in krantvorm) van de SP-fractie Rotterdam, getiteld “Rooie Rotterdammer”, met op de voorzijde van de uiting onder meer de in grote letters afgedrukte tekst “Er is genoeg voor iedereen!”.
De klacht
Klager maakt bezwaar tegen het deponeren van de uiting van de SP-fractie Rotterdam in zijn brievenbus die is voorzien van een Nee/Ja sticker. Klager heeft de SP afdeling Rotterdam hierover aangeschreven, en heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van de Commissie. De voorzitter van de SP afdeling Rotterdam heeft klager meegedeeld dat de SP het niet eens is met het oordeel van de Commissie dat een uiting van een politieke partij dezelfde status heeft als ‘een folder van Kruidvat’. Het is landelijk beleid van de SP om haar uitingen aan te merken als huis-aan-huis-informatie die wel in brievenbussen met een Nee/Ja-sticker mag worden bezorgd, aldus de SP-voorzitter. Klager is het met dit standpunt niet eens en meent dat de SP ten onrechte de Nee/Ja-sticker heeft genegeerd.
Het verweer
Voor het standpunt van de SP wordt verwezen naar de door SP aangevoerde argumenten in de dossiers 2014/00303 en 2010/00251, welke argumenten ook in de onderhavige zaak gelden. De SP “ziet haar huis-aan-huis-informatie nog steeds niet als reclame en dat blijft zo”.
Het oordeel van de Commissie
De bestreden uiting bevat een openbare aanprijzing van de – landelijke en lokale – politieke denkbeelden van de SP. Voorts wordt men in de uiting aangespoord lid te worden van de SP. Onder reclame wordt in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Gelet hierop, en in lijn met eerdere uitspraken van de Commissie ten aanzien van soortgelijke uitingen van de SP, is in het onderhavige geval sprake van reclame in de zin van artikel 1 NRC en dient de huis-aan-huis bezorgde uiting te worden aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub d van de Code Verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR). Adverteerder heeft geen nieuwe argumenten aangevoerd waarom dit oordeel van de Commissie niet juist is. Meer in het bijzonder heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat in dit geval voldaan is aan de definitie van huis-aan-huisblad in de zin van artikel 1.1 sub e Code VOR.
Als onweersproken is komen vast te staan dat de bestreden uiting is gedeponeerd in klagers brievenbus, die is voorzien van een Nee/Ja sticker in de zin van de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste uiting in klagers brievenbus is gedeponeerd, heeft adverteerder artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de in bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
De (voorzitter van de) Commissie heeft de SP al verschillende malen aanbevolen c.q. vrijblijvend geadviseerd – aanvankelijk zonder, later met een Alert – om niet meer op een dergelijke wijze ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) verspreiden. De SP – in dit geval bij monde van de voorzitter van de SP-fractie Rotterdam – heeft via e-mailberichten aan klager laten weten deze aanbevelingen niet op te volgen, omdat zij haar uitingen niet op één lijn gesteld wil zien met de reclamefolders van bijvoorbeeld een drogisterijketen. De Commissie wijst erop dat de SP telkenmale de bepaling, op grond waarvan ook een politieke partij Nee/Ja stickers dient te respecteren, overtreedt. Deze bepaling is gebaseerd op een code die tot stand is gekomen in samenwerking met de betrokken brancheorganisaties en een codificatie bevat van maatschappelijke opvattingen. Naar het oordeel van de Commissie kan de SP deze maatschappelijke opvattingen niet negeren en zich eigenmachtig aan deze code onttrekken. Gelet op het voorgaande heeft de Commissie wederom besloten om de onderhavige uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.
De beslissing
Adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 3.1 van de Code VOR. De Commissie
beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal
de uitspraak als Alert laten verspreiden.