De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting (brief) die bij klaagster is bezorgd.
Bovenaan staat:
“Sociale Controle
Samen staan we sterk”
Vervolgens:
“Geachte heer/ mevrouw,
U ontvangt dit schrijven in het kader van de voorlichtingscampagne “Senioren & Veiligheid”.
Het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het welzijn van onze senioren is voor ons erg belangrijk. Daarnaast is het voor ons belangrijk dat u zich veilig voelt in uw thuissituatie en ook daarbuiten.
Om u zo lang mogelijk veilig, zelfstandig te kunnen laten blijven wonen, zijn wij momenteel bezig met informatieve huisbezoeken. Tijdens deze bezoeken bieden wij u de gelegenheid zich aan te melden voor het persoonlijk alarm.
In de maand november zal één van onze adviseurs tussen 12.00 en 18.00 bij u langskomen. Indien u geen bezoek heeft gehad, wilt u dan zo vriendelijk zijn om dit aan ons door te geven, zodat wij met u samen een nieuwe afspraak kunnen inplannen. U kunt dan het beste even contact opnemen met onze regiomanager [naam] of [naam] op tel: [mobiel telefoonnummer] of hoofdkantoor [vast nummer].
Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking.
Met vriendelijke groet,
[handtekening]
[naam]
regiomanager
[2 telefoonnummers, vast en mobiel]”
Onderaan de brief staat:
“Sociale Controle Web: www.sociale-controle.nl Kvknummer: [nummer]
Adres: [adres] E-mail:ifo@sociale-controle.nl
Tel: [vast nummer]”
De klacht
Klaagster vindt het een “nare en misleidende brief” omdat het in werkelijkheid om reclame gaat, maar de inhoud van de brief iets anders suggereert. Pas wanneer men de website bezoekt die in de brief wordt genoemd en men informatie zoekt over de afzender “sociale-controle” blijkt dat het hier reclame betreft. Voor ouderen kan deze vorm van reclame heel misleidend zijn, aldus klaagster.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De constatering van klaagster dat pas na het bezoeken van de website duidelijk wordt dat het om reclame gaat, is juist, aldus adverteerder. De brief is namelijk ook niet bedoeld als reclame, maar als voorlichting. Adverteerder stelt dat indien de mededeling geen aanprijzend karakter heeft, er geen sprake is van reclame. Dit doet zich volgens adverteerder bijvoorbeeld voor bij het verspreiden van louter feitelijke informatie. Daarvoor wordt algemeen het woord “voorlichting” gebruikt, aldus adverteerder.
De mondelinge behandeling
Adverteerder deelt mee dat de bedoeling van de brief was om aan te kondigen dat de verkopers op korte termijn langs de deur komen, om zo een grotere respons te krijgen. Adverteerder geeft aan dat de uiting wellicht als ‘indirecte reclame’ kan worden opgevat, maar dat deze dan nog steeds toelaatbaar is omdat zij voldoet aan de eisen van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Desgevraagd deelt adverteerder mee dat de kosten om zich aan te melden voor het “persoonlijk alarm“ €59,95 zijn en dat de koper vervolgens €24,95 per maand betaalt. De “voorlichtingscampagne” bestaat uit het onder meer wijzen op de voordelen van het persoonlijk alarm.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie begrijpt de klacht zo dat klaagster de uiting onvoldoende herkenbaar acht als reclame en dat zij bezwaar maakt tegen het verhullende karakter van de uiting.
Adverteerder stelt daar tegenover dat de uiting geen reclame is, maar ‘voorlichting’ of ‘indirecte reclame’.
De Commissie volgt dit verweer van adverteerder niet. Nu de brief verspreid is met als doel het op indirecte wijze aanprijzen en uiteindelijk verkopen van producten en diensten van adverteerder (zoals adverteerder ook heeft bevestigd) is de Commissie van oordeel dat het hier reclame betreft in de zin van artikel 1 van de NRC.
De Commissie is daarbij van oordeel dat de uiting de suggestie wekt dat het om een voorlichtingscampagne van de overheid gaat. Dit blijkt uit de vorm, toon en tekst van de uiting (onder andere de zin “U ontvangt dit schrijven in het kader van de voorlichtingscampagne “Senioren & Veiligheid”), de bedrijfsnaam “Sociale Controle” en de slogan “Samen staan we sterk”.
Nu niet duidelijk wordt aangegeven dat het doel van het aangekondigde bezoek het verkopen van een persoonlijk alarmsysteem is, kan de gemiddelde consument gezien voornoemde elementen in de brief de uiting zo begrijpen dat het hier een voorlichtingsoverheidscampagne over veiligheid en zelfstandig wonen betreft. In werkelijkheid is de uiting erop gericht dat de consument adverteerder zal binnenlaten en vervolgens haar alarmsysteem zal kopen. Daarmee stelt de bewoner zich bloot aan een indringende wijze van reclame maken. De ontvanger van de brief zal deze consequentie niet overzien, nu in de brief niet wordt toegelicht dat Sociale Controle een bedrijf is dat alarmsystemen verkoopt, waardoor de “voorlichtingscampagne Senioren en Veiligheid” in feite een aanbod voor een verkoopgesprek impliceert.
Dat een commercieel bedrijf bij de actie is betrokken, wordt uit de tekst van de brief onvoldoende duidelijk en zal de ontvanger hoogstwaarschijnlijk ontgaan op het moment dat hij de uiting ontvangt. Door in haar uiting onduidelijk te zijn over de motieven van de reclame (het verkopen van het alarmsysteem) is de reclame misleidend in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de consument vervolgens tot een besluit over een transactie gebracht kan worden dat hij anders niet had genomen, is de reclame oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Adverteerder zal voortaan het doel van haar uitingen duidelijk dienen te maken, zodat de consument hierover adequaat wordt geïnformeerd.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.