De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klager geadresseerde kartonnen flyer, zonder envelop.
Op de ene zijde staat onder meer:
“GEACHTE HEER (naam klager),
PROFITEER VAN 18 T/M 26 NOVEMBER
VAN MEER PEUGEOT BIJ PEUGEOT”.
Daaronder zijn een Peugeot 308 en een Peugeot 2008 SUV afgebeeld met daaronder de tekst “U RIJDT AL IN EEN PEUGEOT 308 VOOR € 16.950” respectievelijk “U RIJDT AL IN EEN PEUGEOT 2008 SUV VOOR € 13.894”.
Links onderaan staat:
“NEFKENS
Natuurlijk” met daarnaast:
“NEFKENS NOORD” met daarbij 6 vestigingsadressen en “www.nefkens-noord.nl”.
Rechts onderaan staat het logo van Peugeot.
Op de andere zijde staat onder meer:
“Geachte heer (naam klager),
(…) bieden wij u ook een zeer interessante inruilwaarde voor uw huidige auto!
Daarom is nú overstappen naar een Peugeot een heel goed idee.
Hiernaast hebben we twee persoonlijke offertes voor u op een rij gezet”.
(…).
Het team van Nefkens Noord”.
Naast bovenstaande tekst staat:
“PEUGEOT 308 110PK 5-DRS Style
Nu vanaf: € 26.550
Inruilwaarde van uw -/- € 9.600
Opel Zafira
U betaalt slechts: € 16.950
PEUGEOT 2008 82PK Blue Lion
Nu vanaf: € 21.394
Inruilwaarde van uw -/- € 7.500
Opel Zafira
U betaalt slechts: € 13.894”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Op klagers vraag hoe Peugeot aan klagers adresgegevens en gegevens over zijn “huidige auto + inruilwaarde” kwam, antwoordde een medewerker van één van de dealers dat deze informatie werd opgevraagd bij RDC (RAI Data Centrum). Dit bedrijf vraagt de betreffende gegevens op bij de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer).
Klager wijst erop dat het al vele jaren niet meer is toegestaan om “deze gekoppelde gegevens zomaar te gebruiken voor reclamedoeleinden”. Auto-eigenaren moeten hierover worden geïnformeerd en in de gelegenheid worden gesteld om bezwaar te maken tegen dergelijk gebruik van hun gegevens. Klager noemt in dit verband een link naar https:/ /autoriteitpersoonsgegevens.nl.
Blijkens de daar gegeven informatie kunnen de gegevens over het voertuig en zijn eigenaar gebruikt worden door de belastingdienst, de politie, verzekeringsmaatschappijen, advocaten en stichtingen rechtsbijstand. Deze gegevens kunnen tegenwoordig dus niet meer worden gebruikt door commerciële bedrijven, aldus klager.
Uit onderzoek (2012) van het College bescherming persoonsgegevens bleek dat de RDW de zaken niet op orde had en derhalve slecht controleerde of de instanties/bedrijven die om de informatie verzochten dit wel mochten doen. Ook uit een uitspraak van “Stichting Reclame Code” blijkt dat het RDC sinds 1 maart 2007 is verboden om deze gegevens op dergelijke wijze te gebruiken. Klager verwijst naar https://www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp?ID=83 897&ac Code). Klagers auto dateert van 2008.
Klager zal ook de Autoriteit Persoonsgegevens van het bovenstaande op de hoogte brengen.
Het verweer van verweerder sub 1
Het verweer van verweerder sub 1 wordt als volgt samengevat.
(Achtergrond) van de bestreden reclame-actie (verder: “Actie”).
Peugeot Nederland N.V. (verder: “PN”) is een dochteronderneming van Automobiles Peugeot in Frankrijk en is verantwoordelijk voor de import, distributie en marketing van Peugeot personenauto’s, bedrijfsauto’s, onderdelen en accessoires in Nederland. Hiertoe heeft PN in Nederland een dealernetwerk opgezet. Eén van haar grootste dealers in Nederland is PGA Nederland N.V. (verder: “PGA’), het moederbedrijf van onder andere Nefkens. Nefkens richt zich op de regio Noord.
PN ondersteunt haar dealers onder meer door het aanbieden en verzorgen van reclamecampagnes. In dat kader werkt PN samen met een reclamebureau. lndien het een (direct) mailingactie betreft, zoals in dit geval, verzorgt het reclamebureau in samenspraak met PN de daarvoor benodigde gegevensbestanden, veelal via het databedrijf EDM BV in Nieuwegein.
Campagnevoorstellen die PN in samenwerking met het reclamebureau ontwikkelt, stuurt zij gewoonlijk aan haar dealers. Deze kunnen vervolgens op de campagne intekenen. Zo heeft Nefkens de in het verweer afgedrukte conceptactie ontvangen.
Nefkens heeft PN laten weten met de Actie mee te willen doen. De Actie zelf is vervolgens volledig verzorgd door PN. Nefkens heeft geen bemoeienis gehad met de inhoud, de verzameling en verwerking van de gegevens, de verzending of anderszins.
Nefkens heeft uitsluitend ingetekend op de Actie.
Bespreking van de Klacht
Klager heeft niet geduid met welke bepaling uit enige code de Actie in strijd zou zijn.
Reeds om die reden dient de klacht te worden gepasseerd.
Verder is de Actie niet aan te merken als een van Nefkens afkomstige reclame. Deze is immers van PN afkomstig. De data zijn door PN verzameld en verwerkt. PN heeft de Actie bovendien samengesteld en verspreid. Nefkens heeft hier geen enkele bemoeienis mee gehad. In het onderschrift bij de Actie wordt ook duidelijk gerefereerd aan “Peugeot Nederland”. Verder wordt in het onderschrift gesproken over “taxatie op een van onze vestigingen” , waarmee PN benadrukt dat de Actie van haar afkomstig is en nog onderhevig is aan acceptatie door de betrokken vestiging(en). De klacht mist ook om die reden doel.
Voor zover de Commissie het voorgaande zou passeren, merkt Nefkens op dat haar op grond van de Nederlandse Reclame Code (verder: “NRC”) geen enkel verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van het gebruik van de door klager genoemde (persoons)gegevens.
De gegevens betreffen, met uitzondering van de NAW gegevens, geen persoonsgegevens in de zin van de Wbp, nu deze – anders dan bijvoorbeeld een kenteken, dat niet wordt vermeld in de Actie – niet te herleiden zijn tot een natuurlijk persoon. Bovendien zijn de gegevens uit openbare bron herleidbaar. De verwerking van deze gegevens staat een ieder rechtens vrij.
Voor zover er wel sprake zou zijn van persoonsgegevens, merkt Nefkens op dat zij in dit kader samenwerkt met PN. PN is een professionele partij, die de Wbp volledig in acht neemt. PN werkt samen met het reclamebureau en EDM, beide eveneens professionele partijen die de legitimiteit van de dataverwerking als prioriteit hebben. Nefkens had en heeft geen enkele gegronde reden om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de van PN – via EDM – afkomstige data en de verwerking daarvan.
Zowel Nefkens als PN, het reclamebureau en EDM hebben – in lijn met hun privacybeleid en de Wbp – direct passende actie ondernomen nadat zij bekend werden met de onderhavige klacht. Meer in het bijzonder is er voor zorg gedragen dat de gegevens van klager uit de betreffende database zijn verwijderd. Dit is vervolgens aan klager bevestigd.
De gegevensverwerking is volledig in overeenstemming met de Wbp. De verwerking van deze gegevens door PN c.q. Nefkens is namelijk noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van PN / Nefkens als bedoeld in artikel 8 sub f Wbp. Het gaat hierbij niet alleen – zoals onder meer is bevestigd in de uitspraak van de RCC in dossier 2015/00628/A – om de kernactiviteiten zoals de verkoop en onderhoud van auto’s, maar ook om activiteiten die hiermee nauw verweven zijn, zoals het sturen van een direct-mailing c.q. brievenbusreclame over producten en/of diensten van PN / Nefkens aan (potentiële) klanten.
Het vermarkten van producten en/of diensten van PN / Nefkens via de Actie is een gerechtvaardigd belang in voormelde zin dat opweegt tegen de geringe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van klager.
Ook blijkens de parlementaire geschiedenis bij de Wbp is het gebruik van de gegevens in het kader van de Actie toelaatbaar. In de kern betoogt de wetgever in de Memorie van Toelichting (MvT) bij de Wbp ten aanzien van direct-mailing in verband met de uitzondering zoals opgenomen in artikel 8 sub f Wbp dat directmailing uitdrukkelijk is toegestaan, zij het dat: “de (oorspronkelijke) verantwoordelijke zorg moet dragen dat slechts reclame wordt toegezonden aan de personen die niet hebben laten weten geen prijs te stellen op de toezending van reclame of ander wervend materiaal.”.
Kortom: direct-mail mag, maar de ontvanger heeft het recht van verzet, dat – zoals verankerd in artikel 41 Wbp – in voorkomend geval dient te worden gehonoreerd door de verzender door middel van het verwijderen van de betreffende gegevens. Daarmee komt de wetgever blijkens de in de MvT gegeven argumentatie tegemoet aan het belang van personen die direct-mail ervaren als een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer.
In lijn met het bovenstaande zijn de gegevens van klager, nadat Nefkens kennis had gekregen van de klacht, uit de database verwijderd en is dit aan hem bericht. Overigens, voor zover EDM, het reclamebureau en/of PN ten aanzien van de gegevensverwerking een verwijt kan worden gemaakt – hetgeen Nefkens echter betwist – kan dat Nefkens niet worden aangerekend onder de NRC of anderszins.
Conclusie
Van onrechtmatige gegevensverwerking is evident geen sprake. Van overtreding van enige in de NRC of enige andere relevante (bijzondere) code neergelegde regel is evenmin sprake.
Het verweer van verweerder sub 2
Het verweer van verweerder sub 2 wordt als volgt samengevat.
Aan klager is gepersonaliseerde reclame toegezonden, waarvoor alleen op rechtmatige wijze persoonsgegevens zijn gebruikt.
ln opdracht van Peugeot ontwikkelt het reclamebureau verschillende reclamecampagnes, waarin onder andere hard copy reclamefolders worden verzonden.
Het reclamebureau en Peugeot hebben voor het verzenden van de bestreden reclamefolder (hierna: de “Reclamefolder”) gegevens verkregen van EDM B.V. (“EDM”). EDM heeft samen met VWE (bureau voor voertuigdocumentatie en -informatie) (“VWE”) een databank ontwikkeld met gegevens voor de automobielbranche (de “Automotivebase”). De Automotivebase bevat kentekenregistraties van de Dienst Wegverkeer (“RDW”) tot 1 maart 2007. EDM werkt de Automotivebase bij door deze te combineren met een op basis van beschikbare statistische databronnen en algoritmes ontwikkeld voorspellingsmodel over autobezit en merkvoorkeuren. De dienstverlening van EDM bestaat eruit gegevens uit de databank te selecteren voor eenmalig gebruik in reclamecampagnes.
Peugeot noemt in de Reclamefolder twee verschillende inruilwaardes voor een Opel Zafira: de auto waarvan de Automotivebase van EDM heeft voorspeld dat klager deze bezit.
Peugeot begrijpt dat klager vindt dat Peugeot informatie over zijn voertuigbezit onrechtmatig uit het kentekenregister van de RDW heeft gehaald. Dit is niet juist en EDM heeft de registratie van klager verwijderd toen klager zich hierover beklaagde. Peugeot heeft de persoonsgegevens ook reeds verwijderd nu ze de gegevens van EDM niet vaker dan eenmaal mocht gebruiken.
Het verweer tegen de klacht
Peugeot verkreeg de persoonsgegevens voor de Reclamefolder van een betrouwbare partner,
a. die Peugeot tegen vergoeding persoonsgegevens voor verzending van de Reclamefolder verstrekte;
b. die “de partner” (kennelijk is bedoeld: “de gegevens”) in overeenstemming met de Wbp bijhoudt en aanbiedt in een database voor marketingactiviteiten.
Verder heeft Peugeot aan haar informatieplicht voldaan (c) en heeft zij de klacht voortvarend en correct behandeld (d).
Peugeot handelt daarmee in overeenstemming met de Wbp en licht dit als volgt nader toe.
Ad a.
Peugeot vermeldt op de Reclamefolder de naam, het adres, en de woonplaats van klager. Deze gegevens zijn persoonsgegevens. De overige gegevens op de Reclamefolder, zoals automodel en twee inruilwaardes, hebben geen betrekking op een natuurlijk persoon en zijn als zodanig geen persoonsgegevens. Voor zover er persoonsgegevens op de Reclamefolder worden genoemd, geldt het volgende.
De Wbp vereist dat een verantwoordelijke persoonsgegevens alleen gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld en betrokkene informeert over de verwerking van diens persoonsgegevens. In dit geval is Peugeot een verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk voor het verzenden van de postmailing aan klager. EDM is verantwoordelijke voor de verwerkingen voorafgaand aan het verzenden van de postmailing. Peugeot mocht erop vertrouwen dat zij van EDM persoonsgegevens ontving die zij rechtmatig voor een postmailing mocht gebruikten, om de volgende redenen.
De Automotivedatabase bevat persoonsgegevens uit de RDW database van vóór 1 maart 2007. Deze persoonsgegevens mogen voor commercieel gebruik aan Peugeot worden verstrekt, wat ook door de Minister van Verkeer en Waterstaat in Kamervragen in de Tweede Kamer op 31 januari 2006 is bevestigd:
“Deze organisaties mogen de gegevens uit het kentekenregister gebruiken en binnen de eigen branche doorleveren voor commerciële doeleinden, waaronder direct marketingactiviteiten”
“De verstrekking van de gegevens uit het kentekenregister aan de voertuigbranche is in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens.”
Ook de Commissie heeft dergelijk gebruik van deze persoonsgegevens in overeenstemming met de Wbp bevonden (dossiers 2010/00181-I en 2010/00425).
Peugeot heeft ook aan haar overige verplichtingen als verantwoordelijke voldaan, en wel als volgt:
zij heeft ervoor gezorgd dat zij persoonsgegevens verkreeg van EDM die zij voor het doeleinde ‘versturen van de Reclamefolder’ mocht gebruiken;
uit de algemene voorwaarden van EDM blijkt dat van EDM ontvangen persoonsgegevens voor direct marketing doeleinden mogen worden gebruikt;
zij heeft – zoals in de Memorie van Toelichting bij de Wbp erkend – een gerechtvaardigd commercieel belang bij het verwerven van nieuwe klanten door middel van direct marketing in de zin van een wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens;
zij heeft aan haar onderzoeksplicht naar de oorsprong van de gegevens voldaan;
zij heeft mogen vaststellen dat de betrokkenen reeds op de hoogte waren van deze verwerkingen waardoor zij aan haar informatieplicht heeft voldaan;
zij heeft de klacht van klager voortvarend en correct behandeld en zij heeft gecontracteerd met een in de markt als betrouwbaar bekendstaande partij.
Gebruik van persoonsgegevens die voor 1 maart 2007 verkregen zijn uit het kentekenregister, is in de automobielbranche gebruikelijk en toegestaan onder de Wbp. Er was en is geen aanleiding voor Peugeot om te vermoeden dat zij persoonsgegevens van EDM kreeg die uit een andere bron zijn verkregen en die niet voor het versturen van de Reclamefolder mogen worden gebruikt.
Ad b.
Peugeot onderzoekt zorgvuldig of zij persoonsgegevens rechtmatig kan gebruiken in reclamecampagnes. ln dit geval heeft het reclamebureau in opdracht van Peugeot adressen verkregen van EDM: een in de markt bekende en betrouwbare partner die privacy hoog in het vaandel heeft staan. EDM is lid van de DDMA, bezit het DDMA Privacy Waarborg Goud, heeft haar verwerkingen van persoonsgegevens gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens, en kan de passende beveiliging van persoonsgegevens aantonen met ISO certificaten.
Peugeot begrijpt de oorsprong van de van EDM ontvangen gegevens als volgt.
Vóór 1 maart 2007 werden aan een viertal belangenbehartigers van de automobielbranche, waaronder de VWE, gegevens uit het kentekenregister verstrekt. Deze gegevens mogen worden gebruikt “voor alle doeleinden waarvoor gebruik was toegestaan op het moment van verstrekking”. Onder alle doeleinden valt ook “verstrekking voor commerciële doeleinden”. EDM heeft in samenwerking met VWE de gegevens uit de RDW databank tot 1 maart 2007 opgenomen in de Automotivebase.
EDM bewerkt haar Automotivebase met algoritmes en statistische gegevens om deze zo juist en nauwkeurig als mogelijk te houden. (In dit verband wordt verwezen naar artikel 11 lid 2 Wbp). Deze statistische gegevens zijn verkregen uit publieke bronnen en hierin zijn geen persoonsgegevens opgenomen. Peugeot heeft geen inzicht in welke bronnen dat zijn; het betreft hier namelijk bedrijfsvertrouwelijke geheimen van EDM. Peugeot gaat ervan uit dat het de volgende soort bronnen met statistische en/of anderszins geaggregeerde en geanonimiseerde gegevens betreft:
– geaggregeerde in- en verkoopinformatie op merk- en modelniveau van de RDW;
– kadasterinformatie over huur-/koopwoningen in bepaalde regio’s;
– inkomensgegevens per regio uit het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De Wbp is niet van toepassing op anonieme gegevens, zoals bijvoorbeeld datasets met louter geaggregeerde gegevens over bijvoorbeeld in- en verkoopinformatie van automerken en -modellen. De Wbp is dus niet van toepassing op het gebruik van de hierboven genoemde statistische gegevens, omdat deze niet redelijkerwijs, zonder onevenredige inspanning, te herleiden zijn naar een natuurlijke persoon. Dit wordt niet anders als deze gegevens gebruikt worden om de Automotivebase zo juist en accuraat mogelijk te houden.
Mogelijk wijkt de werkwijze van EDM af van de werkwijze zoals hiervoor beschreven, maar door het niveau van specialistische kennis en de bedrijfsvertrouwelijke aard heeft Peugeot hier geen beter inzicht in. Peugeot heeft EDM betaald om gebruik te maken van de Automotivebase, nu statistische analyse en marketingonderzoek geen kernactiviteiten zijn van Peugeot. Zij heeft een betrouwbare partner gekozen, die haar tegen vergoeding persoonsgegevens leverde voor de verzending van de Reclamefolder. Peugeot handelt daarmee op een wijze die op zijn minst zo zorgvuldig is als gebruikelijk in de markt en passend voor een verantwoordelijke onder de Wbp.
Voor zover de Commissie twijfelt aan de rechtmatigheid van de beschreven door EDM verrichte verwerkingen, lijkt het passend EDM hier een nadere toelichting op te laten geven.
Ad c.
De zorgvuldige omgang met persoonsgegevens blijkt ook uit de wijze waarop Peugeot met de onderhavige klacht omgaat. Deze klacht is niet heel specifiek geformuleerd, maar zou kunnen zien op het niet voldoen aan de informatieplicht opgenomen in de artikel 33 en 34 Wbp. Deze artikelen vereisen dat een verantwoordelijke de betrokkene informeert over de verwerking van diens persoonsgegevens, voor zover deze daar nog niet van op de hoogte is. Klager is echter al op door de RDW op de hoogte gebracht over het commercieel gebruik van zijn persoonsgegevens in de RDW-database, zoals bevestigd door de Minister in voornoemde Kamervragen:
“De autobezitter wordt door de RDW geïnformeerd over dit gebruik en de blokkademogelijkheid via de jaarlijkse APK-herinneringsbrief, de website van de organisatie, en aan te vragen foldermateriaal.”
Klager heeft geen gebruik gemaakt van genoemde blokkademogelijkheid, maar dat betekent niet dat hij niet op de hoogte was van de verwerking van zijn persoonsgegevens.
Ad d.
Direct nadat Peugeot bekend werd met de onderhavige klacht, heeft zij met haar partners in deze campagne passende maatregelen genomen.
De Wbp vereist dat in geval van verzet door de betrokkene maatregelen worden getroffen om de verwerking terstond te beeindigen. Peugeot was contractueel gebonden de persoonsgegevens slechts eenmalig en enkel voor de reclamecampagne te gebruiken; zij heeft de persoonsgegevens om die reden na verzending van de Reclamefolder verwijderd. De gegevens van klager in de Automotivebase zijn door EDM eveneens verwijderd, na de klacht. Dit is door EDM conform de vereisten van de Wbp rechtstreeks aan klager bevestigd, per e-mail d.d. 29 november 2016.
Ook aldus heeft Peugeot in overeenstemming met de Wbp gehandeld.
Conclusie
Peugeot heeft tegen vergoeding, van een betrouwbare partner persoonsgegevens verkregen die zij rechtmatig mocht gebruikten voor haar gerechtvaardigde commerciële belang en rechtmatige doeleinde om een eenmalige postmailing te verzenden. Daarbij heeft zij voldaan aan haar verplichtingen onder de Wbp wat betreft informatieplicht en verzetsrecht. Klager betoogt daarom ten onrechte dat Peugeot zijn persoonsgegevens onrechtmatig heeft gebruikt.
Brief van 2 februari 2017 van de secretaris van de Reclame Code Commissie aan Peugeot
In deze brief is onder meer het volgende meegedeeld:
“In het namens u gevoerde verweer, bij brief van 22 december 2016 van mr. (naam advocaat) wordt in de onderdelen 3.9 tot en met 3.12 ingegaan op de bewerking door EDM van de Automotivebase. Alvorens dit dossier verder te behandelen, acht de Commissie het van belang om nadere informatie te ontvangen, over het volgende.
In punt 3.11 van het verweer staat onder meer:
“Peugeot erkent dat de werkwijze van EDM mogelijk, afwijkt van de werkwijze zoals deze beschreven is in de voorgaande randnummers 3.8 – 3.10, maar door het niveau van specialistische kennis en de bedrijfsvertrouwelijke aard heeft Peugeot hier geen beter inzicht in”.
In punt 3.12 van het verweer staat:
“Voor zover uw Commissie twijfelt aan de rechtmatigheid van de beschreven door EDM verrichte verwerkingen, lijkt het passend EDM hier een nadere toelichting op te laten geven. Peugeot kan door de bedrijfsvertrouwelijke aard van deze verwerkingen hier geen beter inzicht in geven, en heeft het voor haar mogelijke gedaan om te zorgen dat zij in lijn met de Wbp handelt”.
De Commissie verneemt graag, door middel van een verklaring van EDM, of EDM in dit geval de werkwijze als bedoeld in de randnummers 3.8 – 3.10 heeft gevolgd, of dat een andere werkwijze is gehanteerd. In het laatste geval wenst de Commissie te worden geïnformeerd over de inhoud van de betreffende werkwijze.
Meer in het bijzonder verneemt de Commissie graag, eveneens door middel van een verklaring van EDM, waaraan de in de bestreden uiting genoemde gegevens, namelijk klagers naam en adres in combinatie met “uw Opel Zafira” en de daarbij vermelde “Inruilwaarde” zijn ontleend”.
E-mail van 28 februari 2017 van mr. J. van Balen
Namens EDM B.V. (hierna EDM) heeft mr. Van Balen onder meer het volgende meegedeeld.
Zoals EDM aan de secretaris van de Commissie heeft meegedeeld, is zij graag bereid om mondeling een nadere toelichting te geven op haar werkwijze. EDM begrijpt dat de Commissie van dat aanbod geen gebruik wenst te maken. EDM betreurt dat, omdat “de omschrijving van Peugeot in grote lijnen nuances mist en ervaring inmiddels leert dat schrift zich niet goed leent voor uitleg van nuances en processen”, aldus mr. Van Balen.
Hierna zal EDM haar werkwijze summier, maar zo helder mogelijk verwoorden.
“Automotive database – voorspellingen op postcode niveau
EDM biedt oplossingen en inzichten op het gebied van data. Om die dienstverlening te kunnen bieden, combineert EDM analyse expertise en kennis uit diverse databronnen. Bronnen zijn bijvoorbeeld verhuisberichten, maar betreffen met name openbare databronnen zoals CBS-statlstieken en demografische gegevens. Op basis van die analyse en kennis kan EDM een aantal voorspellingen doen op postcode niveau.
Met betrekking tot de Automotive database, heeft EDM haar voorspellingen toegepast ten aanzien van vermoedelijk autobezit op 4 cijfer postcode niveau. Eén van de aan de Automotive database ten grondslag liggende bronnen is de RDW database met gegevens tot 1 maart 2007.
Gebruik van die gegevens uit de RDW database voor 1 maart 2007 is toegestaan voor commercieel gebruik en direct marketing zoals Peugeot in haar verweerschrift heeft opgenomen in 3.8 en daarbij behorende voetnoten.
Om te komen tot een voorspelling, hanteert EDM de volgende werkwijze:
EDM maakt – via VWE – gebruik van actuele statistische informatie van RDW; uit deze informatie volgt merk/model/bouwjaar + man/vrouw + geboortejaar+ 4cijfer postcode. Uit deze statistische informatie is de Zafira geselecteerd (stap 1).
EDM heeft vervolgens een eigen model dat de meest waarschijnlijke naam en adres voorspelt dat hoort (kennelijk is bedoeld: die horen) bij de combinatie van de RDW statistische informatie. Hierbij spelen informatie uit de RDW database voor 1 maart 2007, het Post NL verhuisbericht, BAG en CBS sociodemografische informatie op postcode niveau een rol. Op basis van deze voorspelling worden de NAW gegevens geselecteerd (stap 2).
Die NAW gegevens worden daarna ter beschikking gesteld voor een reclamecampagne via post ten behoeve van de adverteerder (het merk/model voertuig uit stap 1 en de NAW gegevens uit stap 2).
EDM heeft geen kennis van klagers naam en adres in combinatie met het automerk en type; het is een voorspelling op een postcode. In de praktijk blijkt deze voorspelling in 50-70% van de gevallen juist te zijn. Als de voorspelling niet correct is, dan blijkt vaak dat men wel geïnteresseerd is in het merk/type van het voorspelde voertuig.
De inruilwaarde is gebaseerd op merk/model/bouwjaar van het voorspelde merk en autotype en is voorspeld door Autotelex B.V., een bedrijf dat zich bezig houdt met waardebepalingen van voertuigen. De vermelding van de inruilwaarde is een keuze van het reclamebureau dan wel de adverteerder, evenals de uiting “Uw Opel Zafira”.
Direct marketing mag – recht van verzet via Postfilter
Direct marketing mag; de adverteerder heeft een gerechtvaardigd belang. Daartegenover staat dat de betrokkene een absoluut recht van verzet heeft. Voor het kanaal post kan dat recht van verzet worden uitgeoefend door inschrijving in het Postfilter beheerd door Stichting Infofilter.
Klager, betrokkene, was niet opgenomen in Postfilter. Kennelijk was klager ook niet opgenomen in de eigen supressielijsten van adverteerder. Van klager was tot het moment van de klacht aldus niet bekend dat hij geen reclame via post wenste te ontvangen.
Werkwijze EDM – respect voor privacy van de consument
Bij het ter beschikking stellen van gegevens en voorspellingen houdt EDM zich strikt aan de Wet bescherming persoonsgegevens en toepasselijke zelfregulering, waaronder Code Postfilter. De verwerkingen door EDM zijn gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens waarmee doeleinden van de verwerkingen altijd openbaar en inzichtelijk zijn.
EDM doet er alles aan consumentenirritatie te voorkomen. Toepasselijke filters worden altijd gevolgd en bij iedere voorgenomen reclame-uiting wordt een privacy impact assessment gedaan Bij iedere handeling wordt de belangenafweging gemaakt tussen enerzijds het gerechtvaardigde belang van de adverteerder en anderzijds het belang op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Alleen NAW contactgegevens worden verstrekt.
Bijzondere persoonsgegevens (zoals gegevens over gezondheid) of gevoelige gegevens (zoals bankgegevens of andere gegevens die toegang geven tot financiële accounts) worden door EDM niet verwerkt of gebruikt in haar voorspellingsmodellen.
EDM heeft passende beveiligingsmaatregelen genomen, is op weg naar ISO 27001 certificering en traint haar medewerkers op security en privacy bewustzijn. Alle EDM medewerkers zijn gebonden aan geheimhoudingsverplichtingen en hebben een VOG verklaring.
Rechten Consument
Rechten van betrokken consumenten zijn in de processen van EDM verankerd en goed geborgd. Hoewel EDM zelf niet adverteert, en het met name aan adverteerder is de rechten van betrokkenen verder te respecteren, kan de consument ook altijd terecht bij EDM voor de uitoefening van zijn recht op inzage, correctie en verzet. De processen en procedures zijn door EDM zo ingericht dat een consument altijd snel antwoord heeft op zijn vragen. Een verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens wordt altijd direct uitgevoerd.
Kortom, EDM handelt met de grootst mogelijke gepaste zorgvuldigheid ten aanzien van persoonsgegevens en altijd met respect voor de privacy van de consument”.
E-mail van klager van 7 maart 2017
Klager heeft -samengevat- als volgt gereageerd op de e-mail van mr. Van Balen van 28 februari 2017 (hierna: de e-mail).
In de e-mail wordt nogmaals een poging wordt gedaan om uit te leggen hoe EDM door middel van voorspelling op basis van allerlei gegevens tot de slotsom kan komen dat klager een Opel Zafira bezit. Kennelijk levert de “glazen bol” van EDM ook gegevens over het bouwjaar (2008) en de eventuele uitvoering. De vraag is hoe men anders aan een zo nauwkeurige inruilwaarde komt.
Normaliter koopt klager na 4 tot 6 jaar een nieuwe auto. In dit geval is dat echter een keer niet gebeurd. Het is “mooi” dat de voorspelling van EDM hier ook rekening mee houdt, aldus klager. Klager vindt dat het “hele verhaal wel erg ongeloofwaardig overkomt”.
In de uiting is stellig vermeld: “Uw Opel Zafira”. Volgens de e-mail kan de voorspelling echter in 50% van de gevallen onjuist zijn. In de e-mail staat dat de voorspelling in 50 tot 70% van de gevallen juist is. Op de website van EDM wordt gesproken over “85%”. Klager noemt een link naar www.automotivebase.nl. Ook dit komt te geloofwaardigheid niet ten goede.
Het lijkt klager erg onwaarschijnlijk dat de inhoud van de e-mail kan dienen als bewijs van de wijze van tot stand komen van de onderhavige, gerichte reclame.
Klager heeft ook moeite met het type postkaart waar alle gegevens ”open bloot op gedrukt staan”. De vraag is dan ook hoe de mededeling “gepaste zorgvuldigheid (…) en (…) respect voor de privacy van de consument” moet worden geplaatst.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt het volgende voorop.
Verweerder sub 1, Nefkens, heeft gesteld dat “de bestreden reclame-actie” niet is aan te merken als een van haar afkomstige reclame; volgens Nefkens gaat het om een reclame van Peugeot. De Commissie deelt dit standpunt niet. Naar haar oordeel is de uiting mede afkomstig van Nefkens. Zij overweegt daartoe dat de aan klager gerichte tekst met de aanhef “Geachte heer (naam klager) eindigt met “Het team van Nefkens Noord”, kennelijk ter aanduiding van de afzender. Verder staat aan beide zijden van de uiting onderaan:
“NEFKENS
Natuurlijk” met daarnaast:
“NEFKENS NOORD” met daarbij 6 vestigingsadressen en “www.nefkens-noord.nl”. Rechts onderaan staat het logo van Peugeot.
Na ontvangst van de bestreden uiting heeft klager zich afgevraagd en is hij nagegaan hoe Peugeot aan zijn adresgegevens en gegevens over zijn “huidige auto + inruilwaarde” is gekomen. Van een medewerker van één van de dealers vernam klager vervolgens dat deze informatie werd opgevraagd bij RDC (RAI Data Centrum), welk bedrijf de betreffende gegevens opvraagt bij de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer), aldus klager.
Onder vermelding van een link naar https:/ /autoriteitpersoonsgegevens.nl heeft klager gesteld dat het al vele jaren niet meer is toegestaan om “deze gekoppelde gegevens zomaar te gebruiken voor reclamedoeleinden”. Onder verwijzing naar een uitspraak van de Commissie, te vinden via https://www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp?ID=83 897&ac Code, heeft klager ook gesteld dat het RDC sinds 1 maart 2007 is verboden om deze gegevens op dergelijke wijze te gebruiken en dat klagers auto dateert van 2008.
Klager heeft het oog op de beslissing van de Commissie van 11 december 2012 in dossier 2012/00074. In deze beslissing is onder meer door de RDW verstrekte informatie, gedateerd 24 oktober 2012, weergegeven, en wel als volgt.
“Tot 1 maart 2007 en op basis van de oude regeling ontvingen A2SP, RDC en VWE tenaamstellingsgegevens van kentekenhouders van de RDW. Sinds 1 maart 2007 is met de nieuwe regeling een einde gekomen aan de verstrekking van tenaamstellingsgegevens aan de informatieproviders. Ten tijde van het in werking treden van deze nieuwe regeling heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bepaald dat de bovenvermelde informatieproviders de vóór 2007 verkregen persoonsgegevens mogen blijven gebruiken conform de tot 1 maart geldende voorwaarden”.
In de onderhavige zaak is voor het maken van de bestreden uiting de volgende werkwijze gehanteerd, zo begrijpt de Commissie uit het verweer van Peugeot en de verklaring van EDM. Er is gebruik gemaakt van een door EDM samen met VWE ontwikkelde databank, de zogenaamde “Automotivebase”. Deze bevat kentekenregistraties van de RDW tot 1 maart 2007, welke gegevens -naar de Commissie begrijpt uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht- de organisaties RDC en VWE binnen de eigen branche mogen doorleveren voor commerciële activiteiten, waaronder direct marketing. EDM werkt de “Automotivebase” bij met behulp van een voorspellingsmodel. In de verklaring van EDM is dit voorspellingsmodel nader toegelicht, en wel -samengevat- als volgt.
EDM maakt – via VWE – gebruik van actuele statistische informatie van de RDW. Uit deze informatie volgt merk/model/bouwjaar + man/vrouw + geboortejaar+ 4cijfer postcode. Uit deze statistische informatie is in dit geval de Zafira geselecteerd (stap 1).
EDM heeft vervolgens een eigen model dat de meest waarschijnlijke naam en adres voorspelt die horen bij de combinatie van de RDW statistische informatie. Hierbij spelen informatie uit de RDW database voor 1 maart 2007, het Post NL verhuisbericht, BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en CBS sociodemografische informatie op postcode niveau een rol. Op basis van deze voorspelling worden de NAW gegevens geselecteerd (stap 2). Die NAW gegevens worden vervolgens ter beschikking gesteld voor een reclamecampagne via post ten behoeve van de adverteerder (het merk/model voertuig uit stap 1 en de NAW gegevens uit stap 2), aldus EDM.
EDM heeft gesteld dat het geen kennis heeft van klagers naam en adres in combinatie met het automerk en type; er is sprake van een voorspelling “op een postcode”. In de praktijk blijkt deze voorspelling in 50-70% van de gevallen juist te zijn, aldus EDM.
De inruilwaarde is gebaseerd op merk/model/bouwjaar van het voorspelde merk en autotype en is voorspeld door Autotelex B.V., een bedrijf dat zich bezig houdt met waardebepalingen van voertuigen.
De Commissie kan zich voorstellen dat klager zich bij het ontvangen van de uiting heeft verbaasd over het feit dat in de bestreden uiting staat: “uw Opel Zafira” en dat hij zich afvraagt of met deze reclame-uiting in strijd met de wet is gehandeld. Volgens de verklaring van EDM gaat het hier om een voorspelling en blijkt een zodanige voorspelling in 50 tot 70% van de gevallen juist te zijn, hetgeen betekent dat een gedane voorspelling in veel gevallen onjuist zal zijn. Wat hiervan zij, de Commissie ziet in de onderhavige klacht geen aanleiding om de bestreden uiting in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) te achten. Meer in het bijzonder kan niet worden geoordeeld dat onmiskenbaar één of meer bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens is/zijn overtreden. In dit verband acht de Commissie van belang dat de voor de bestreden uiting gebruikte “Automotivebase” kentekenregistraties van de RDW tot 1 maart 2007 bevat en dat EDM heeft verklaard dat “de verwerkingen door EDM zijn gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens waardoor doeleinden van die verwerkingen altijd openbaar en inzichtelijk zijn”.
Voor zover klager bezwaar maakt tegen het type postkaart waar alle gegevens ”open bloot op gedrukt staan”, oordeelt de Commissie als volgt. Deze gegevens zijn -voor zover men hier al acht op slaat- uitsluitend zichtbaar voor degenen aan wie de uiting direct onder ogen komt (zoals de postbode en de afzender van de uiting). Dit bezwaar leidt evenmin tot het oordeel dat de uiting in strijd is met de NRC.
Nu niet kan worden geoordeeld dat in dit geval reclame is gemaakt die in strijd is met de NRC, daaronder de begrepen de wet, wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.