De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende twee uitingen:
I) de televisiecommercial van adverteerder waarin het product ‘Alpro Pur’Enjoy drinkyoghurt’ wordt aangeprezen. De voice-over luidt: “Nieuw: Alpro Pur’Enjoy, de eerste plantaardige variatie op drinkyoghurt. Met een natuurlijk frisse smaak en een verrassend fruitige twist. Heerlijk zijdezacht en 100% plantaardig. Dat is puur genieten. Ontdek : Alpro Pur’Enjoy Framboos-Granaatappel en Mango-Stervrucht.”. In beeld verschijnt aan het einde van de commercial, naast twee pakken van de genoemde smaakvarianten van het product, de tekst: “100% Plantaardig, Geen zoetstoffen.”
II) de verpakking van het product, zoals te zien op de website van adverteerder, waarop onder meer staat: “geen zoetstoffen”.
De klacht
In de commercial wordt – zo stelt klaagster – duidelijk, en vrij groot in beeld, naar voren gebracht dat er geen zoetstoffen in het product zitten. Ook op de verpakking staat: ‘geen zoetstoffen’. Klaagster is van mening dat de consument hierdoor foutief wordt geïnformeerd omdat het product volgens de ingrediënten toch suiker blijkt te bevatten.
Het verweer
Adverteerder stelt dat de benaming ‘zonder zoetstoffen’ hier duidt op het feit dat het product geen zoetstoffen bevat. Er worden hier zoetstoffen bedoeld, zoals deze aangeduid worden in de additieven-wetgeving en niet zoetmiddelen (wat wel gewone suiker zou kunnen omvatten). Zoetstoffen zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze zoeter te maken (bijvoorbeeld Aspartaam, Acesulfaam K etc.) zonder suiker toe te voegen. Omdat deze manier van het zoeten van producten op dit moment veel gebeurt, wil adverteerder de consument juist informeren dat er geen gebruik wordt gemaakt van deze zoetstoffen.
Daarnaast kan men zowel in de voedingswaardetabel als in de ingrediëntenlijst zien, dat gewone suiker (zoetmiddel) aan het product is toegevoegd. Verder staat op de zijkant van de verpakking dat het product “30% minder suikers bevat dan de marktreferenties in drinkyoghurt met fruitsmaak”. Vandaar dat onmogelijk kan worden beweerd dat de suiker wordt verborgen.
Repliek
Klaagster begrijpt dat adverteerder refereert aan de additievenwetgeving waarin wordt aangegeven dat suiker niet onder zoetstoffen valt. De betekenis die consumenten toekennen aan een woord zou wat klaagster betreft echter een grotere rol moeten spelen. Zij verwijst naar Wikipedia waarin over zoetstoffen wordt vermeld dat dit een stof is die zoet smaakt en dat deze term in twee betekenissen wordt gebruikt, te weten voor stoffen die niet tot suikers behoren en voor alle zoetmakers, zowel suikers als andere zoetstoffen. Klaagster meent dat de gemiddelde Nederlander onder zoetstoffen ook suiker verstaat. Bovendien dient de consument te kunnen vertrouwen op alle informatie die de fabrikant op een verpakking zet en met een eerste blik op een verpakking direct de belangrijkste informatie heeft over: wel of geen suiker, kunstmatige kleur- of smaakstoffen, percentage vet, biologisch etc. En indien je “geen zoetstoffen” ziet staan, wil je er dan ook op kunnen vertrouwen dat je niet meer de lijst van ingrediënten hoeft “door te spitten”, aldus klaagster. Het zou beter zijn indien adverteerder de huidige tekst zou vervangen door “zonder kunstmatige zoetstoffen” zodat de consument duidelijk wordt gemaakt dat het product wel zoetstoffen/zoete stoffen bevat maar dat deze niet van kunstmatige aard zijn.
Dupliek
Adverteerder stelt voorop dat de wetgeving – waaronder in het bijzonder Verordening (EU) 1333/2008 inzake levensmiddelenadditieven – zich er niet tegen verzet om de bewoordingen “zonder zoetstoffen” te gebruiken. Het standpunt van klaagster berust op een misvatting dat onder zoetstoffen tevens suiker zou worden verstaan. Zij baseert zich daarbij op Wikipedia terwijl algemeen bekend is dat dit een door gebruikers zelf aan te passen bron is die niet altijd de waarheid reflecteert. Het Van Dale-woordenboek meldt dat de betekenis van zoetstof is: een “stof (buiten suiker) die dient om te zoeten” en een “suikersurrogaat om iets zoet te maken”. Ook in de relevante wetgeving wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zoetstoffen en suikers. In de Verordening (EU) 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten wordt vereist dat levensmiddelen die een of meer zoetstoffen bevatten, de vermelding “met zoetstoffen” moeten dragen en dat levensmiddelen die zowel toegevoegde suiker als een of meer zoetstoffen bevatten, de vermelding “met suikers en zoetstoffen” moeten dragen. Bovendien worden zoetstoffen al jarenlang gebruikt in bijvoorbeeld light frisdrank en weet iedereen dat de zoete smaak afkomstig is van zoetstoffen en niet van suiker. Bij de Nederlandse consument is de term zoetstof dan ook alom als zodanig bekend. Voorts begrijpt de consument bij het gebruik van de bewoordingen “zonder zoetstoffen” dat er geen zoetstoffen in het product zitten. De consument kan de informatie daarover op de verpakking wel degelijk vertrouwen en het is niet noodzakelijk om de ingrediëntenlijst te raadplegen op dit punt.
Als er geen suiker in het product had gezeten was dit wel expliciet vermeld en had er “zonder zoetstoffen en suiker” op de verpakking gestaan, aldus adverteerder. Daarnaast kan men in de voedingswaardetabel en in de ingrediëntenlijst zien dat adverteerder aan het product suiker heeft toegevoegd, dit wordt niet verborgen. Overigens zou adverteerder met het voorstel van klaagster om “zonder kunstmatige zoetstoffen” als alternatief te gebruiken de consument misleiden omdat een dergelijke bewering zou impliceren dat er wel ‘natuurlijke zoetstoffen’ in het product zitten, wat niet het geval is.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie begrijpt dat klaagster de mededeling in de bestreden uitingen die inhoudt dat het product ‘Alpro Pur’Enjoy drinkyoghurt’ geen zoetstoffen bevat misleidend acht omdat de consument hierdoor ten onrechte zal verwachten dat aan het product geen zoetstoffen – waaronder suiker – zijn toegevoegd, terwijl het product wel toegevoegd suiker blijkt te bevatten. Nu de klacht zich richt op twee verschillende uitingen, te weten de televisiecommercial (I) en de verpakking van het product (II), dienen bedoelde mededelingen per uiting afzonderlijk te worden beoordeeld.
2. Ten aanzien uiting I (de televisiecommercial)
2.1. Ten aanzien van deze uiting past de Commissie het toetsingskader toe van de artikelen 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In deze uiting wordt het product aangeprezen als een product dat “geen zoetstoffen” bevat. Klaagster is van mening dat de consument hierdoor foutief wordt geïnformeerd omdat het product toegevoegde suiker bevat. Dit laatste is niet in geschil. Adverteerder stelt echter, anders dan klaagster, dat het toegevoegde suiker niet als “zoetstof” maar als “zoetmiddel” dient te worden beschouwd en dat de consument alom bekend is met dit onderscheid. Volgens adverteerder brengt dit mee dat de consument de mededeling “geen zoetstoffen” niet zo zal interpreteren dat het product geen enkel zoetmiddel bevat. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
2.2. De Commissie acht het, anders dan adverteerder stelt, niet vanzelfsprekend dat bij de consument geen onduidelijkheid bestaat over het onderscheid tussen “zoetstof” en “zoetmiddel”. Overigens neemt de bekendheid met dit onderscheid niet weg dat de mededeling “geen zoetstoffen” in een specifiek geval toch misleidend dient te worden geacht wegens de onjuiste indruk die deze (op zichzelf genomen wellicht juiste) mededeling wekt over de samenstelling van het product. In de onderhavige televisiecommercial wordt de nadruk gelegd op het vernieuwende van het product, het betreffende fruit dat daarin is verwerkt (met een van nature zoete smaak) en dat het product 100% natuurlijk is en geen zoetstoffen bevat. Naar het oordeel van de Commissie wekt de commercial hierdoor de indruk dat het een ‘puur’ product betreft en daaraan geen andere zoetmakers dan het gebruikte fruit zijn toegevoegd. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument door de onderhavige uiting, met name door de nadruk op het betreffende fruit in het product en de mededelingen “natuurlijk frisse smaak”, “fruitige twist”, “puur genieten” in combinatie met de nadrukkelijk aanprijzing “100% natuurlijk, geen zoetstoffen” niet verwachten dat aan het product suiker is toegevoegd.
2.3. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de bestreden uiting onduidelijk ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is uiting I misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3. Ten aanzien van uiting II (de verpakking)
3.1. Op de verpakking van het product, zoals afgebeeld op de website van adverteerder, staat dat dit “geen zoetstoffen” bevat. De klacht betreft de vraag of deze aanduiding juist is, nu niet in geschil is dat aan het product suiker is toegevoegd. De Commissie past hier het toetsingskader toe van Verordening (EU) Nr. 1169/2011, waarin eisen worden gesteld aan de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. De relevante bepaling in deze Verordening is in dit geval met name artikel 7, welk artikel inhoudt dat voedselinformatie niet misleidend mag zijn en duidelijk en gemakkelijk voor de consument te begrijpen moet zijn.
3.2 Op de voorzijde van de verpakking is de nadruk gelegd op de in het product aanwezige vruchten en wordt medegedeeld dat het product 100% natuurlijk is en geen zoetstoffen bevat. De mededeling “geen zoetstoffen” is met witte letters geplaatst in een zwart blaadje onder het groene blaadje met de tekst “100% natuurlijk”. Op basis van deze informatie zal de gemiddelde consument de indruk krijgen dat het een ‘puur’ product betreft waaraan geen zoetmiddelen zijn toegevoegd. Uit (Europese) jurisprudentie [HvJEG 26/10-1995, C-51/94, HvJEG 4/4-2000, C-465/98 en Hof Amsterdam 25 maart 2004] vloeit het uitgangspunt voort dat van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij bij zijn aankoopbeslissing de gehele verpakking betrekt, waaronder de ingrediëntenlijst op de verpakking. Van geval tot geval dient de Commissie vervolgens te beoordelen of er al dan niet sprake is van misleiding.
3.3 De betreffende uiting van het product bevat een ingrediëntendeclaratie waarin het ingrediënt suiker is vermeld, wordt suiker genoemd in de voedingswaardetabel en is de mededeling geplaatst dat het product 30% minder suiker bevat dat dan “de marktreferenties in drinkyoghurts met fruitsmaak”. Gelet hierop is de Commissie met inachtneming van voornoemd uitgangspunt in de (Europese) jurisprudentie van oordeel dat de in 3.2 genoemde indruk dat aan het product geen zoetmiddelen zijn toegevoegd, hierdoor voldoende wordt gecorrigeerd.
In zoverre wordt de klacht afgewezen.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht op grond van hetgeen in onderdeel 2 is overwogen uiting I in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.