a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2021/00054

Datum:

06-04-2021

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden uitingen

Het betreft verschillende tekstgedeeltes op de website www.grutto.com (tab “onze missie”). De bestreden uitingen worden onder ‘de klacht’ nader gespecificeerd.

De door klaagster overgelegde uitingen zijn in kopie bij deze uitspraak gevoegd, waarbij door de Commissie de nummering van de uitingen (I t/m IX) is aangebracht.

 

De klacht

Klaagster stelt in het algemeen dat op de website van vleesverkoper Grutto claims staan die in strijd zijn met de waarheid en claims over gezondheid die zonder te rechtvaardigen redenen appelleren aan angst. Hierdoor is de wijze van adverteren door Grutto in strijd met de artikelen 2 en 6 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Klaagster acht de wijze van adverteren ook misleidend als bedoeld in artikel 8.3 onder c NRC, nu op onduidelijke wijze wordt uitgelegd hoe de werkwijze van veehouders met wie Grutto samenwerkt een oplossing is voor het klimaat en regeneratief is ten opzichte van andere vormen van veehouderij en voedselproductie.

Klaagster maakt bezwaar tegen de volgende uitingen (in de uitspraak is de in het verweer aangebrachte nummering overgenomen)
I    “Elimineren van vlees in je dieet doet meer kwaad dan goed! Om goed te functioneren hebben we proteïne (eiwitten) nodig en om hier voldoende van binnen te krijgen kunnen we het beste dierlijke producten eten, met name vlees en vis.”
II.  “Veel mineralen en vitaminen, zoals ijzer, vitamine B12 maar ook vetten, kunnen wij het beste uit vlees en vis halen, 125 gram steak = 95% ADH B12.”
III.  “Om voedingsstoffen zoals proteïnes te compenseren met een vegetarisch dieet, krijg je meer dan 2x zoveel calorieën binnen.”
IV.  “Wereldwijd heeft 1 op de 4 mensen bloedarmoede, een puur plantaardig dieet zou ijzer en B12 tekort vergroten met als gevolg haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd  mmuunsysteem.”

Onder verwijzing naar informatie (op de website) van het Voedingscentrum betoogt klaagster dat er dierlijke en plantaardige eiwitten zijn en dat eiwit vooral zit in vis, peulvruchten, vlees, ei, zuivel en noten. Volgens het Voedingscentrum is het niet nodig om vlees te eten, brengt het eten van te veel (met name rood) vlees risico’s voor de gezondheid mee en “kan het prima om helemaal geen vlees te eten” en in plaats daarvan “gezond vegetarisch” te eten. Binnen de Schijf van Vijf is ruimte voor maximaal 300 gram rood vlees per week. Gelet hierop acht klaagster het onverantwoord dat Grutto stelt “125 gram steak = 95% ADH B12”. Het belangrijkste advies in de recente Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad is om meer plantaardig en minder dierlijk te eten. Een meta-analyse van de Erasmus Universiteit bevestigt de wetenschappelijke consensus dat plantaardige eiwitten de levensverwachting verhogen, terwijl dierlijke eiwitten die juist verlagen. De Academy of Nutrition and Dietetics (VS) stelt dat een op de juiste manier samengesteld plantaardig dieet gezond en geschikt is voor iedereen. Wel is aanvulling van een plantaardig dieet met vitamine B12 nodig, maar suppleren is goed mogelijk en iets heel normaals, aldus klaagster. De claim dat een plantaardig dieet per definitie tekorten vergroot met als gevolg haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd immuunsysteem is onwaar. Het is ook onjuist dat ijzer en B12 alleen uit vlees kunnen worden gehaald. De onderzoeken die Grutto in dit verband op haar website aanhaalt, onderbouwen de claims die zij maakt niet. Klaagster citeert enkele tekstgedeeltes uit deze onderzoeken waarin volgens haar juist de voordelen van plantaardige voeding en eiwitten worden benoemd.

V.    “Grazers zorgen voor een gezonde bodem (door grazen en bemesten) waardoor meer koolstof ondergronds opgeslagen wordt, wat een deel van de oplossing voor de klimaatproblematiek vormt.”

Onder verwijzing naar het rapport ‘Climate Change and Land’ van IPCC (2019) betoogt klaagster dat grazende koeien een grote impact hebben op het klimaat en dat de enige manier om deze impact te verminderen bestaat uit het drastisch verlagen van de productie en de consumptie van rundvlees. In het rapport ‘Grazed and Confused’ van Oxford University wordt geconcludeerd dat in het meest gunstige scenario grasland maximaal 20-60% van de uitstoot van de in dat grasland grazende koe compenseert en dat de totale koolstofvastlegging door al het grasland dat wereldwijd in gebruik is als veevoer slechts 0,6-1,6% van de totale mondiale broeikasgasuitstoot kan compenseren. Voor de situatie in Nederland geldt dat er weliswaar veel koolstof in grasland is opgeslagen, maar dat deze grote hoeveelheid grasland nog geen 0,5% van de totale Nederlandse broeikasgasuitstoot compenseert, terwijl de veestapel 12% van deze uitstoot in Nederland veroorzaakt.

VI.   “Met regeneratieve landbouw krijgen allerlei vormen van leven weer een plek en dankzij deze biodiversiteit wordt de bodem hersteld.”

Grutto houdt de consument voor dat haar veehouders regeneratief zijn, oftewel de natuur helpen. Volgens klaagster is bij veehouderij in feite het omgekeerde het geval vanwege de grote voerbehoefte. Bovendien blijkt uit studies, aldus klaagster, dat intensieve landbouw beter is voor herstel van de biodiversiteit dan extensieve landbouw en dat biologische veehouderij net zo slecht is voor het klimaat als de bio-industrie. Bij extensieve landbouw is meer ruimte nodig voor de koeien, waardoor meer natuur moet wijken. Veel Grutto veehouders boeren extensief of biologisch. Bij een plantaardig voedingspatroon is mondiaal 76% minder landbouwgrond nodig, welk gebied dan weer natuur zou kunnen worden.

VII. “1. Dieren moeten een goed leven hebben gehad.
2. Dieren moeten zonder stress geslacht worden
Daar zorgen wij voor door alleen te werken met boeren die wij kennen, waarvan we weten dat ze hun dieren verzorgen met liefde.”

Op de website wordt niet ingegaan op de wijze van slachten en of Grutto kan garanderen dat de slacht stressvrij gebeurt, aldus klaagster.

VIII. “Hoe voorkomen we samen voedselverspilling? Het vleespakket dat jij bestelt bij Grutto is zodanig samengesteld dat het gehele dier verwerkt wordt, zonder dat er iets verloren gaat. Daarnaast verkopen wij eerst het dier en laten we het daarna pas slachten, waardoor het vlees altijd een bestemming heeft. We verpakken de vleesstukken in handige geportioneerde vacuümverpakkingen die je thuis kan invriezen, waardoor je het vlees lang kan bewaren zonder kwaliteitsverlies.”
IX.   “Wist je dat onze boeren verspilling tegengaan door hun dieren steeds meer bij te voeren met reststromen uit de landbouw en voedingsindustrie?”

Grutto gaat eraan voorbij dat rundvlees een vorm van voedselverspilling is, nu 96% van de eiwitten die je erin stopt verloren gaat door verbranding via de spijsvertering van de runderen (bij varkens-vlees: 90%, zuivel: 75%, kippenvlees: 50%, eieren: 40%). Een plantaardig voedselsysteem levert ten opzichte van rundvlees  twintig keer zoveel voedsel op. Volgens IPCC stelt een plantaardig eetpatroon de mens in staat om in 2050 de wereldbevolking adequaat te voeden met minder landbouwgrond dan nu nodig is. In Nederland wordt 9% van voedsel ongebruikt weggegooid, met name granen en zuivel en in veel mindere mate vlees. De verspilling via dierlijke producten is vele malen groter, bij rundvlees 96%. Volgens klaagster worden nu al voedselreststromen uit de industrie voornamelijk ingezet als veevoer. Ook is het regel dat alles van het dier wordt verwerkt. Hierin onderscheidt Grutto zich dus niet van andere vleesaanbieders, terwijl Grutto het doet voorkomen dat zij hierin uniek is. Het is uiteindelijk efficiënter en duurzamer om voedselreststromen uit de industrie in te zetten voor humane voeding zonder tussenkomst van het dier, of voor materialen of compost. Op die manier worden de enorme verliezen door verbranding via de spijsvertering van het dier voorkomen, aldus klaagster.

 

Het verweer

In de eerste plaats betwist Grutto dat de bestreden uitingen onder de definitie van reclame in de zin van artikel 1 NRC vallen. De uitingen zijn – in ieder geval voor het merendeel – feitelijke mededelingen die worden ondersteund door wetenschappelijke bronnen, zonder aanprijzend element. De klacht dient reeds daarom te worden afgewezen, aldus Grutto.
Voor zover de uitingen wel als reclame worden aangemerkt, stelt Grutto dat de uitingen (aantoonbaar) juist zijn, en daarom niet misleidend zijn en/of niet zonder te rechtvaardigen redenen appelleren aan angst. Aan dit standpunt doet niet af dat Grutto inmiddels (proactief) heeft besloten de uitingen I t/m IV anders te formuleren. Dit heeft zij alleen gedaan om ervoor te zorgen dat de uitingen juist worden begrepen.  

Puntsgewijs voert Grutto tegen de klacht het volgende aan, verkort en zakelijk weergegeven.

Ad uiting I (Elimineren van vlees in je dieet doet meer kwaad dan goed)

Ter onderbouwing van de juistheid van deze uiting wijst Grutto in de eerste plaats op de publicatie “Protein, which is best?” (Journal of Sports Science and Medicine, 2005), waarin wordt geconcludeerd dat dierlijke producten een volledige eiwitbron vormen en dierlijke eiwitten het meest voedzaam zijn voor de mens. Ook wordt in dit artikel gewezen op het belang van inname van vlees voor zwangeren en ouderen en wordt geconcludeerd dat dierlijke eiwitten in ieder geval  tot aan de volwassenheid een belangrijke bron van eiwitten zijn. In de klacht is dezelfde publicatie aangehaald, maar volgens Grutto door klaagster onjuist geïnterpreteerd, nu zij ten onrechte suggereert dat de publicatie voordelen van plantaardige tegenover dierlijke voeding/eiwitten benoemt. Daarnaast is de “gain in lean body mass” (toename van vetvrije massa) juist – anders dan klaagster lijkt te veronderstellen – een gunstig effect van de inname van dierlijke eiwitten. Dat eenzelfde effect zou kunnen worden bewerkstelligd door inname van (enkel) plantaardige eiwitten wordt in het onderzoek genuanceerd, nu daarbij sprake moet zijn van een juiste combinatie van bronnen en het behouden van voldoende vetvrije massa een probleem kan zijn. Verder wijst Grutto op het “Planetarische dieet” van de EAT-Lancet Commission (The Lancet, 6 januari 2019) en mededelingen op de website van het Voedingscentrum, waarin weliswaar wordt aangestuurd op minder vlees en meer plantaardig, maar waarin niet wordt geadviseerd vlees volledig te elimineren uit het eetpatroon.
De bestreden uiting is inmiddels gewijzigd in: “Om ons lichaam goed te laten functioneren, hebben we eiwitten nodig! Door af en toe vlees en vis in onze voeding op te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat we de nodige hoeveelheid eiwitten binnenkrijgen.”

Ad uiting II (vitamine B12 het beste uit vlees)

De uiting “Veel mineralen en vitaminen, zoals ijzer, vitamine B12 maar ook vetten, kunnen wij het beste uit vlees en vis halen” is feitelijk juist en vindt steun in wetenschappelijk onderzoek. Grutto wijst in dit verband op de publicatie “What is the role of meat in a healthy diet”. Verder haalt Grutto de website van het Voedingscentrum aan waar staat: “Vitamine B12 zit alleen in dierlijke producten (…).” Ook de in de uiting weergegeven berekening van de ADH vitamine B12 met ter illustratie het gehalte daarvan in vlees is conform de informatie van het Voedingscentrum. Uit de context van de gehele uiting blijkt voldoende duidelijk dat Grutto met de mededeling “125 gram steak = 95% ADH B12” niet het dagelijks eten van 125 gram steak aanmoedigt.
Inmiddels heeft Grutto besloten om de uiting zo aan te passen dat wordt aangesloten bij de door het Voedingscentrum aangehouden portiegrootte. De gewijzigde uiting luidt: “Vlees en vis zijn een rijke bron van mineralen en vitaminen, zoals ijzer, vitamine B12 en ook vetten. Ter illustratie: 75 gr roodvlees bevat meer dan de helft van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine B12.”

Ad uiting III (2x zo veel calorieën)

Grutto betoogt aan de hand van een vergelijking tussen de hoeveelheid calorieën en eiwitten per 100 gram van enerzijds biefstuk en anderzijds sojabonen, linzen en zilvervliesrijst dat het juist is te stellen dat men, om met een vegetarisch dieet dezelfde voedingswaarde van vlees te bereiken, ruim tweemaal zo veel calorieën binnenkrijgt.
Inmiddels is deze uiting gewijzigd in: “Wil je de voedingswaarde van vlees evenaren met plantaardige producten, dan krijg je al snel meer dan 2x zoveel calorieën binnen – tenzij je voedingssupplementen neemt.”

Ad uiting IV (haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd immuunsysteem)

Grutto voert aan dat volgens de WHO 24,8% van de wereldbevolking bloedarmoede heeft. De mededeling “Wereldwijd heeft 1 op de 4 mensen bloedarmoede” is dus feitelijk en aantoonbaar juist. Verder is onomstreden, en ook door klaagster erkend, dat een puur plantaardig dieet zonder supplementen leidt tot een ijzer- en vitamine B12-tekort. Dat een tekort aan vitamine B12 en ijzer onder meer tot haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd immuunsysteem kan leiden, is ook een feit van algemene bekendheid. Het verband tussen een vitamine B12 en/of ijzergebrek en een vegetarisch/veganistisch dieet wordt onder andere bevestigd door twee (overgelegde) publicaties  in het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde, waarin onder meer staat: “Een vitamine B12-defi-ciëntie kan ontstaan door een tekort aan vitamine B12 in het dieet (vegetariërs of veganisten) …” en “Ook in Nederland komt nog vaak ijzergebrek door voedingsdeficiënties voor, bij sociaal zwakke groepen en vegetariërs.”
Grutto heeft inmiddels besloten de uiting als volgt te formuleren: “Wereldwijd heeft 1 op de 4 mensen bloedarmoede, wat vaak komt door gebrek aan vitamine B12 en ijzer. Bloedarmoede kan leiden tot haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd immuunsysteem. Je kan bloedarmoede voorkomen met een gevarieerde, gezonde voeding. Vlees is een goede bron van B12 en ijzer.”

Ad uiting V (ondergrondse opslag van koolstof)

Met deze uiting suggereert Grutto niet dat álle uitstoot door de veestapel ondergronds wordt opgeslagen, zoals in de klacht kennelijk wordt verondersteld. Grutto suggereert slechts dat bij de door haar voorgestane wijze van roterende begrazing en bemesting méér koolstof (organic C) ondergronds kan worden opgeslagen. Grutto wijst ter onderbouwing van de uiting naar verschillende overgelegde publicaties, waaronder de eerder (ad I) aangehaalde publicatie in The Lancet. Hierin wordt onderschreven dat vee van boeren die regeneratieve landbouw beoefenen essentieel is voor duurzame landbouw, onder meer vanwege een bijdrage aan koolstofopslag in de bodem. Onder verwijzing naar de beslissing van de voorzitter van de Commissie in dossier 2020/00542 betoogt Grutto dat zij op niet-absolute wijze mag benadrukken dat haar wijze van veehouderij minder belastend voor de natuur is, ook als de productie van vlees tevens negatieve effecten op de natuur kan hebben.

Ad uiting VI (regeneratieve landbouw)

Volgens Grutto gaat klaagster bij haar bezwaar tegen de uiting “Met regeneratieve landbouw krijgen allerlei vormen van leven weer een plek en dankzij deze biodiversiteit wordt de bodem hersteld” uit van een onjuiste invulling van de definitie van regeneratieve landbouw. Deze vorm van landbouw is vooral gericht op verbetering van de bodemkwaliteit, onder andere door het verbeteren van biodiversiteit in de bodem. Dit blijkt onder meer uit de publicatie in The Lancet en uit de door het ministerie van LNV gehanteerde definitie, waarin ook wordt verwezen naar de omschrijving van de National Farmers Union: “Regeneratieve landbouw is een productiemethode waarbij natuurlijke hulpbronnen worden versterkt in plaats van uitgeput. De methode richt zich vooral op verbetering van de bodemkwaliteit. (…) Regenerative agriculture is a system of farming and ranching principles that increases biodiversity, enriches the soil, (…).” Verder betwist Grutto de juistheid van de in de klacht genoemde conclusie dat de milieubelasting van extensieve/biolo-gische/organische veehouderij net zo groot zou zijn als die van industrieel vlees. Organische landbouw leidt volgens onderzoek juist tot minder emissie.

Ad uiting VII (slacht zonder stress)

Grutto werkt samen met kleinschalige slachterijen, die met respect voor het dier werken en de slacht diervriendelijk en – zoveel als mogelijk – stressvrij laten plaatsvinden. Hiertoe worden de dieren naar een lokaal slachthuis gebracht, waardoor ze zo kort mogelijk worden vervoerd, en bij de slachter kunnen de runderen ca. 24 uur wennen aan hun nieuwe omgeving. Het voorgaande wordt op de website van Grutto duidelijk vermeld onder ‘vragen’.

Ad uiting VIII (voedselverspilling)

In de klacht wordt gesuggereerd dat (het eten/produceren van) vlees op zichzelf een vorm van voedselverspilling is. Een dergelijke interpretatie is echter niet redelijk en verhoudt zich ook niet met de perceptie van de gemiddelde consument, aldus Grutto. Volgens de door de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN) gehanteerde definitie is geen sprake van voedselverspilling zolang food (service) suppliers en consumenten vlees niet weggooien of laten bederven. Grutto licht op haar website duidelijk toe dat zij aantoonbaar een bijdrage levert aan het tegengaan van voedselverspilling, namelijk door de dieren eerst te verkopen en daarna pas te laten slachten, door de dieren van kop tot staart te verwerken en door het vlees geportioneerd vacuüm te verpakken.

Ad uiting IX (bijvoeren van dieren met reststromen)

Grutto claimt met deze uiting niet dat wat zij doet iets nieuws is wat haar onderscheidt van andere vleesaanbieders. Grutto doet slechts een feitelijke mededeling. De reststromen uit de landbouw en de voedingsindustrie kunnen niet voor ‘humane voeding zonder tussenkomst van het dier’ worden gebruikt, zoals in de klacht wordt voorgesteld, omdat deze reststromen niet (meer) geschikt zijn voor menselijke consumptie. Via tussenkomst van het dier komen restproducten alsnog beschikbaar als (hoogwaardig) voedsel voor de mens, wat in het kader van voedselverspilling wenselijker moet zijn dan het gebruiken van de reststromen voor materialen of compost, hetgeen in de klacht als duurzamer alternatieven wordt voorgesteld.

Conclusie

Grutto concludeert dat de uitingen niet in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code.

 

De mondelinge behandeling

Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de voorzitter van de Commissie Grutto er op gewezen dat de uitingen, die betrekking hebben op een voedingsmiddel en deels milieuclaims bevatten, mede kunnen worden beoordeeld in het licht van de Reclamecode voor Voedings-middelen (RVV) en de Milieu Reclame Code (MRC), naast het algemene gedeelte van de NRC. Grutto, die aldus in de gelegenheid is gesteld desgewenst (ook) op de RVV en MRC in te gaan, heeft vervolgens haar standpunt nader toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord.
Op hetgeen ter zitting is aangevoerd, wordt voor zover nodig ingegaan in het hierna volgende oordeel.

 

Het oordeel van de Commissie

1. In de eerste plaats moet worden beoordeeld of de uitingen op de website van Grutto, waartegen de klacht is gericht, aangemerkt kunnen worden als reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code, nu dit door Grutto wordt betwist.
Krachtens artikel 1 NRC wordt onder reclame verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. De Commissie volgt Grutto niet in haar standpunt dat de bestreden uitingen louter achtergrond-informatie en feitelijke mededelingen betreffen zonder enig aanprijzend element. De website in zijn geheel – met de aanhef “Nobel vlees van natuurlijke bodem” – en de uitingen die daarvan deel uitmaken hebben onmiskenbaar als doel om consumenten een positief beeld te geven van de vleesproducten van Grutto en van de wijze waarop het door haar aangeboden vlees wordt geproduceerd, om daardoor de verkoop van de vleesproducten van Grutto te bevorderen. Aldus is sprake van een openbare aanprijzing door Grutto van het door haar aangeboden vlees en moeten de bestreden uitingen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC, waarover de Commissie bevoegd is te oordelen.

2. In het hiernavolgende worden de negen bestreden uitingen puntsgewijs besproken.

3. Uiting I luidt: “Elimineren van vlees in je dieet doet meer kwaad dan goed! Om goed te functioneren hebben we proteïne (eiwitten) nodig en om hier voldoende van binnen te krijgen kunnen we het beste dierlijke producten eten, met name vlees en vis.”
Naar het oordeel van de Commissie kan deze uiting niet anders worden begrepen dan dat een dieet zonder vlees slecht is, omdat men in dat geval onvoldoende eiwitten binnenkrijgt om goed te kunnen functioneren. Deze stelling is te absoluut. De Commissie acht voldoende aannemelijk gemaakt dat ook met een plantaardig dieet, mits dit evenwichtig is opgebouwd, een voldoende opname van eiwitten kan worden bereikt. Zo zegt het Voedingscentrum onder meer “Het is niet nodig om vlees te eten, je kunt het vervangen door andere producten” en “Het kan prima om helemaal geen vlees te eten. Bekijk hoe je gezond vegetarisch eet.” De suggestie dat je bij het elimineren van vlees uit het eetpatroon niet goed kunt functioneren, is daarom onjuist.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 1 RVV, waarin is bepaald dat in een reclame-uiting voor een voedingsmiddel mededelingen over een eventuele bijdrage van dat voedingsmiddel aan een verantwoord voedingspatroon juist en volledig dienen te zijn. Tevens acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument misleidend ten aanzien van de voordelen van vlees (van Grutto) als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC, en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Ten slotte is de Commissie van oordeel dat de uiting zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst in de zin van artikel 6 NRC. Nu de tekst van de bestreden uiting inmiddels is gewijzigd, zal de Commissie de aanbeveling ten aanzien van uiting I doen ‘voor zover nog nodig’.

4. Uiting II luidt: “Veel mineralen en vitaminen, zoals ijzer, vitamine B12 maar ook vetten, kunnen wij het beste uit vlees en vis halen.” Niet is weersproken dat vlees ijzer en vitamine B12 bevat en dat vitamine B12 niet voorkomt in plantaardige voeding. Dit rechtvaardigt echter niet de in de uiting besloten suggestie dat het eten van vlees (en vis) belangrijk is om ijzer en vitamine B12 binnen te krijgen. De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat het goed mogelijk is om bij een plantaardig dieet vitamine B12 te suppleren, bijvoorbeeld via vlees- en zuivelvervangers waaraan B12 is toegevoegd. IJzer komt ook in plantaardige voeding voor. De mededeling dat ijzer en vitamine B12 het beste uit vlees en vis kan worden gehaald, is op grond van het voorgaande te ruim geformuleerd. Hierdoor acht de Commissie deze uiting in strijd met artikel 1 RVV en misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voor zover de klacht is gericht tegen de mededeling “125 gram steak = 95% ADH B12” kan deze niet slagen. Mede gelet op de context is voldoende duidelijk dat deze mededeling is bedoeld als illustratie van de grote hoeveelheid vitamine B12 in vlees, welke hoeveelheid niet is weersproken. De Commissie acht deze mededeling niet onverantwoord in die zin dat de gemiddelde consument deze mededeling zal opvatten als een aanmoediging om dagelijks de genoemde hoeveelheid (rood) vlees te eten.
Aangezien de tekst van uiting II inmiddels door Grutto is aangepast, wordt de aanbeveling tegen deze uiting gedaan ‘voor zover nog nodig’.

5. Klaagster heeft geen inhoudelijke onderbouwing aangevoerd voor haar bezwaar tegen uiting III, die luidt: “Om voedingsstoffen zoals proteïnes te compenseren met een vegetarisch dieet, krijg je meer dan 2x zoveel calorieën binnen.” Nu niet is gesteld of anderszins is gebleken dat deze uiting onjuist is, kan de klacht op dit punt niet slagen.

6. Uiting IV luidt: “Wereldwijd heeft 1 op de 4 mensen bloedarmoede, een puur plantaardig dieet zou ijzer en B12 tekort vergroten met als gevolg haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd   immuunsysteem.” In deze uiting wordt onmiskenbaar gesuggereerd dat bij een plantaardig dieet – anders dan bij een dieet met vlees – een grote kans bestaat op bloedarmoede door ijzer- en B12-tekorten, waardoor haaruitval, vermoeidheid en een verslechterd immuunsysteem worden veroorzaakt. Zoals reeds is overwogen bij uiting I en II acht de Commissie aannemelijk dat een plantaardig dieet niet tot vitamine- en ijzertekorten behoeft te leiden, mits sprake is van een uitgebalanceerd dieet en vitamine B12 wordt gesuppleerd. Vanwege de onjuiste mededelingen over de bijdrage die een plantaardig dieet kan leveren aan een verantwoord voedingspatroon, welke mededelingen worden gedaan tegen de achtergrond van de aanprijzing van vlees, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 1 RVV. Omdat de gemiddelde consument door de onjuiste informatie ertoe kan worden gebracht een besluit te nemen over een transactie – vlees kopen in plaats van plantaardige voeding – dat hij anders niet had genomen, is de uiting tevens misleidend als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC, en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Verder is de uiting dusdanig dreigend met betrekking tot eventuele gezondheidsproblemen als gevolg van een plantaardig dieet, dat de Commissie de uiting ook in strijd acht met artikel 6 NRC. Nu Grutto de tekst van de bestreden uiting inmiddels heeft gewijzigd, zal de Commissie de aanbeveling ten aanzien van uiting IV doen ‘voor zover nog nodig’.

7. Uiting V luidt: “Grazers zorgen voor een gezonde bodem (door grazen en bemesten) waardoor meer koolstof ondergronds opgeslagen wordt, wat een deel van de oplossing voor de klimaatproblematiek vormt.” Nu Grutto in deze uiting refereert aan milieuaspecten die zijn verbonden aan de productie van haar vlees, is sprake van een milieuclaim in de zin van artikel 1 MRC. Krachtens artikel 2 MRC mogen milieuclaims de consument niet misleiden over milieuaspecten van het aangeprezen product of over de bijdrage van de adverteerder aan het handhaven of bevorderen van een schoon leefmilieu in het algemeen. In artikel 3 MRC is bepaald dat milieuclaims aantoonbaar juist moeten zijn. Naar het oordeel van de Commissie voldoet de bestreden uiting niet aan deze bepalingen. Het mag algemeen bekend worden verondersteld dat runderen een ongunstige impact hebben op het milieu. In verband met het laatste is van belang dat klaagster gemotiveerd heeft gesteld dat het grasland in Nederland minder dan 0,5% van de totale Nederlandse broeikasgasuitstoot compenseert, terwijl de veestapel 12% van deze uitstoot in Nederland veroorzaakt. Gelet hierop acht de Commissie het onjuist en misleidend om te suggereren dat grazers een deel van de oplossing voor de klimaat-problematiek vormen. Uiting V is daarom in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

8. Uiting VI luidt: “Met regeneratieve landbouw krijgen allerlei vormen van leven weer een plek en dankzij deze biodiversiteit wordt de bodem hersteld.” Naar het oordeel van de Commissie heeft Grutto voldoende aannemelijk gemaakt dat volgens de algemeen gehanteerde definitie onder regeneratieve landbouw een productiemethode moet worden verstaan die zich vooral richt op verbetering van de bodemkwaliteit, die onder meer door meer biodiversiteit wordt bereikt. De Commissie acht daarom uiting VI niet onjuist, zodat dit gedeelte van de klacht wordt afgewezen.

9. Met betrekking tot uiting VII maakt klaagster bezwaar tegen de zinsnede “Dieren moeten zonder stress geslacht worden”, omdat volgens haar niet duidelijk is of een stressvrije slacht kan worden gegarandeerd. Naar het oordeel van de Commissie heeft Grutto voldoende aannemelijk gemaakt dat het slachtproces bij haar zo is ingericht, dat het ontstaan van stress bij de te slachten dieren zoveel mogelijk wordt beperkt. Dit rechtvaardigt echter niet de stellige mededeling dat Grutto – via haar boeren – ervoor zorgt dat de slacht “zonder stress” plaatsvindt. Gelet hierop is de uiting te absoluut en gaat deze gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van de producten van Grutto als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Het misleidende karakter van deze uiting wordt niet weggenomen door de informatie over het slachtproces die Grutto naar haar zeggen elders op de website (onder ‘Vragen’) heeft opgenomen.

10. De Commissie begrijpt dat klaagster uiting VIII met de aanhef “Hoe voorkomen we samen voedselverspilling?” wegens onvolledigheid misleidend acht, omdat Grutto volgens haar had moeten vermelden dat rundvlees op zich een vorm van voedselverspilling is. Klaagster heeft daartoe aangevoerd dat 96% van de eiwitten die runderen tot zich nemen via hun spijsvertering verloren gaat. Wat daarvan zij, naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument ‘voedselverspilling’ zoals in de uiting gebruikt opvatten als het verloren laten gaan van vlees door menselijk toedoen, zoals het weggooien of laten bederven van het vlees. Dat ‘voedselverspilling’ daadwerkelijk in deze zin is bedoeld, blijkt voldoende uit het vervolg van de uiting waarin Grutto toelicht welke maatregelen zij heeft getroffen om ervoor te zorgen dat geen vlees verloren hoeft te gaan. Op grond van het voorgaande wordt de tegen uiting VIII gerichte klacht afgewezen.

11. De klacht tegen uiting IX, die luidt: “Wist je dat onze boeren verspilling tegengaan door hun dieren steeds meer bij te voeren met reststromen uit de landbouw en voedingsindustrie?” kan niet slagen. De uiting heeft de vorm van een ‘weetje’ en zal door de consument niet worden opgevat als claim waarmee Grutto stelt zich te onderscheiden van andere vleesaanbieders. Naar het oordeel van de Commissie heeft Grutto voldoende aannemelijk gemaakt dat door het bijvoeren van de dieren met reststromen uit de landbouw en de voedingsindustrie daadwerkelijk verspilling kan worden tegen-gegaan.

12. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht:
–  reclame-uitingen I en IV in strijd met de artikelen 1 RVV en 6 en 7 NRC en reclame-uiting II in strijd met de artikelen 1 RVV en 7 NRC; zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken;
–  reclame-uiting V in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC; zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken;
–  reclame-uiting VII in strijd met artikel 7 NRC; zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken