De bestreden reclame-uiting
Het betreft de verpakking van CoolBest PowerFruit pomegranate & raspberry.
De klacht
Op de verpakking komt elf maal het woord pomegranate (granaatappel) voor en vijf maal een afbeelding van een granaatappel. De drank blijkt echter slechts voor 20% uit granaatappel te bestaan en voor 6% uit ook in de naam genoemde framboos (raspberry). Hoewel het hoofdbestanddeel appelsap(concentraat) blijkt te zijn, wordt het woord appel alleen, in de wettelijk voorgeschreven minimale lettergrootte, vermeld in de ingrediëntenlijst en komt een afbeelding van een appel op de verpakking in het geheel niet voor. Klager, die de smaak van de drank met een hoog suikergehalte als “suikerwater” omschrijft, voelt zich door de verpakking misleid.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft onder verwijzing naar de uitspraak van de Commissie in een soortgelijke zaak (dossier 2012/00125), waarbij de klacht is afgewezen, aan klager meegedeeld dat zijn klacht niet in behandeling is genomen.
Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter
Klager handhaaft zijn standpunt dat de verpakking van CoolBest PowerFruit pomegranate & raspberry in strijd is met de artikelen 2, 7 en 8 (8.2 en 8.3) van de Nederlandse Reclame Code. Klager meent dat zijn klacht niet kan worden vergeleken met de klacht die in dossier 2012/00125 aan de orde was. In die zaak spreekt de klager over de verwarrende naam en tekening, in enkelvoud, op de verpakking van verschillende vruchtensappen. In het onderhavige geval komen het woord “pomegranate” en de afbeelding van een granaatappel veelvuldig voor op de verpakking van het betreffende sap. De onderhavige zaak wijkt ook af van de klacht in dossier 2012/00125, nu klager heeft geklaagd over de smaak van het CoolBest sap die zijns inziens niet overeenstemt met de werkelijke smaak van granaatappelsap. Klager wijst er voorts op dat de genoemde uitspraak een beslissing van de Commissie is en niet van het College van Beroep, zodat geen sprake is van “echte jurisprudentie”.
Het verweer
Adverteerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover relevant voor de beslissing wordt in het oordeel van de Commissie nader ingegaan op het verweer.
De mondelinge behandeling
Klager heeft aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen zijn standpunt nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
1) In artikel 22 lid 1 van EU-Verordening nr. 1169/2011 en artikel 10 lid 1 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen (WEL) is bepaald – voor zover hier van belang – dat de hoeveelheid van een ingrediënt dat bij de bereiding van een drinkwaar is gebruikt moet worden vermeld indien dit ingrediënt (a) voorkomt in de aanduiding en (b) opvallend in woord of beeld of als grafische voorstelling is aangegeven op de etikettering.
Op de verpakking van de onderhavige vruchtendrank komen granaatappel en framboos (“pomegranate” en “raspberry”) voor in de aanduiding van de drank en is de granaatappel afgebeeld. Van deze ingrediënten dient derhalve, gelet op eerdergenoemde regelgeving, de in de drank aanwezige hoeveelheid te worden vermeld. Nu op de verpakking, in de ingrediëntendeclaratie, staat dat de drank 20% granaatappel en 6% framboos bevat, wordt aan de toepasselijke regelgeving voldaan. Niet is gesteld of gebleken dat deze opgave onjuist is. Van strijd met de wet en/of de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is daarom geen sprake.
2) De Commissie begrijpt het vervolg van de klacht aldus, dat klager de verpakking niettemin misleidend (en daardoor oneerlijk) vindt omdat deze onduidelijk of dubbelzinnig is ten aanzien van de samenstelling van het aangeboden product (artikel 8.2 aanhef en onder b NRC) en daarop essentiële informatie ontbreekt (artikel 8.3 aanhef en onder c NRC). De Commissie acht de verpakking niet in strijd met (één van de) genoemde artikelen.
De gemiddelde consument zal op grond van de verpakking niet de indruk krijgen dat de vruchtendrank uitsluitend of voor het grootste deel uit granaatappel bestaat, maar zal de verpakking aldus opvatten dat granaatappel en framboos in de drank zijn verwerkt. Voor zover de consument na het zien van de naam en de afbeeldingen op de verpakking de indruk mocht hebben dat de drank voor het grootste deel uit granaatappel en framboos bestaat, wordt die onjuiste indruk voldoende weggenomen door de op de verpakking opgenomen ingrediëntenlijst, waaruit de samenstelling van het product blijkt en in het bijzonder de daarin voorkomende hoeveelheid granaatappel- en frambozen(sap). Van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij deze ingrediëntenlijst bij zijn aankoopbeslissing betrekt.
3) Niet is gebleken dat de vruchtendrank, waarvan appelsap het hoofdbestanddeel vormt, zijn smaak niet (mede) ontleent aan de naamgevende ingrediënten granaatappel en framboos. Dat de smaak anders is dan de door klager verwachte smaak van puur granaatappelsap, betekent niet dat sprake is van een misleidende verpakking. De Commissie kan over de smaakkwaliteit, die door klager als inferieur wordt bestempeld, geen oordeel geven.
4) Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie [28 mei 2013]
De Commissie wijst de klacht af.
Het College van Beroep
De grieven
Appellant merkt in de eerste plaats op dat de Commissie verschillende van de door hem genoemde argumenten onbesproken heeft gelaten. Het College vat, met inachtneming hiervan, de grieven als volgt samen.
A) De aanname van de Commissie dat van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij de veelal verborgen en nauwelijks leesbare ingrediëntenlijst bij zijn aankoopbeslissing betrekt, is maatschappelijk onrealistisch en ongewenst. Appellant acht het daarom onjuist dat de verpakking slechts plaatjes bevat van de dure bestanddelen zonder dat daarbij tevens de aandacht wordt gevestigd op het belangrijkste bestanddeel van het product, te weten het goedkope appelconcentraat. In het onderhavige geval is zelfs sprake van een bombardement van vijf kleurenplaatjes van granaatappels zonder een spoor van appelsapconcentraat. Daarmee wijkt de onderhavige zaak af van de beslissing in dossier 2007/07.0510 waarin slechts een enkele doorgesneden mango en passievrucht op de verpakking waren te zien. Op de verpakking staat voorts 11 keer het woord “granaatappel” en slechts één keer, te weten op het verplichte etiket, het woord “appel”. Appellant stelt dat van FrieslandCampina een goed leesbare en open reclame mag worden verwacht.
B) FrieslandCampina maakt in strijd met artikel 23 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen de ingrediëntenlijst op de verpakking opzettelijk slecht leesbaar door donkerblauwe vegen over de tekst aan te brengen.
C) Doordat de Commissie FrieslandCampina slechts vraagt zich aan de letter van de wet te houden, heeft deze de vrijheid misleidende plaatjes aan te brengen en het product ongestraft te zoeten zonder vermelding daarvan in de reclame. De Commissie heeft echter meer taken dan enkel wetshandhaving.
D) Het is vanwege 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland en in een tijd van obesitas ongewenst dat voedsel geleverd kan worden zonder dat in de (verpakkings)reclame wordt ingegaan op het (goedkope) hoofdbestanddeel alsmede op het feit dat het product met suiker is gezoet.
Het antwoord in appel
Geïntimeerde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op het verweer wordt hierna, voor zoveel nodig, ingegaan.
Het oordeel van het College
1. Met betrekking tot de stellingen van appellant die erop neerkomen dat FrieslandCampina in strijd handelt met artikel 23 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen doordat zij de ingrediëntenlijst op de verpakking opzettelijk slecht leesbaar maakt, respectievelijk dat onvoldoende uit de uiting blijkt dat het onderhavige product is gezoet met suiker, oordeelt het College als volgt. Het College heeft kennis genomen van het dossier in eerste aanleg en constateert dat de leesbaarheid van het etiket en de wijze waarop op de verpakking naar het ingrediënt suiker wordt verwezen in de inleidende klacht aan de orde komen, zonder overigens dat daarbij blijkt dat deze kwesties afzonderlijke klachten betreffen. De voorzitter van de Commissie heeft de klacht afgewezen onder verwijzing naar een eerdere zaak (dossier 2012/00125) waarin de vraag aan de orde was of een verpakking waarop naar twee vruchten werd verwezen die niet het hoofdbestanddeel vormen terwijl uit de ingrediëntendeclaratie wel bleek wat het hoofdbestanddeel was, voldeed aan de geldende wet- en regelgeving. In het bezwaar tegen deze zogenaamde voorzittersafwijzing heeft appellant zijn stellingen toegespitst op de smaak van het product en de afbeeldingen en mededelingen op de verpakking die verband houden met granaatappel en het ontbreken van een verwijzing naar het hoofdingrediënt appel. FrieslandCampina heeft haar verweer bij de Commissie hiertoe ook beperkt.
2. De Commissie heeft, in navolging van de voorzitter en FrieslandCampina, de klacht opgevat als zijnde specifiek te zijn gericht tegen de mededelingen op de verpakking over de in het product verwerkte vruchtensappen. Tijdens de vergadering van de Commissie heeft appellant echter een “pleitaantekening” overgelegd waaruit blijkt dat hij tevens wenste te klagen over de gestelde onleesbaarheid van de ingrediëntenlijst alsmede over het ontbreken van een duidelijke vermelding dat de vruchtendrank is gezoet met suiker. FrieslandCampina was niet vertegenwoordigd tijdens bedoelde vergadering van de Commissie en heeft niet meer hierop kunnen reageren. De Commissie is vervolgens aan bedoelde stellingen voorbijgegaan. FrieslandCampina heeft pas in beroep kennis kunnen nemen van het feit dat appellant blijkbaar ook specifiek bedoelde te klagen over de leesbaarheid van de ingrediëntenlijst en het ontbreken van de duidelijke vermelding dat de drank is gezoet met suiker.
3. Het College is van oordeel dat de Commissie laatstbedoelde kwesties terecht buiten beschouwing heeft gelaten. Uit het voorgaande volgt immers dat die kwesties tot het moment van de mondelinge behandeling niet als afzonderlijke klachten hoefden te worden beschouwd. FrieslandCampina kon er niet op bedacht zijn dat appellant tijdens de vergadering van Commissie alsnog de kwesties van de leesbaarheid van de ingrediëntenlijst en het ontbreken van een duidelijke vermelding met betrekking tot de toegevoegde suiker als afzonderlijke klachten naar voren zou brengen. Deze klachten kunnen ook niet worden behandeld in het kader van de grieven. Het karakter van de beroepsprocedure staat hieraan in de weg. Anders zou immers afbreuk worden gedaan aan de werkwijze waarbij in twee instanties over klachten wordt geoordeeld. Het College gaat daarom aan bedoelde “nieuwe” kwesties voorbij en zal uitsluitend beoordelen of de Commissie juist heeft geoordeeld over de vraag of het etiket voldoet aan de regelgeving met betrekking tot de vermelding van het ingrediënt granaatappel. De klacht komt in zoverre erop neer dat de bestreden uiting (de verpakking van Coolbest met de smaak “pomegranate & raspberry”) misleidend is doordat daarop uitdrukkelijk en herhaaldelijk wordt verwezen naar de in het product (door FrieslandCampina aangeduid als een multivruchtendrank) verwerkte granaatappel, welke niet het belangrijkste ingrediënt van deze drank is. Het belangrijkste ingrediënt is immers (geconcentreerd) appelsap.
4. Met betrekking tot de vermelding van de in het product verwerkte vruchten (in de vorm van geconcentreerd vruchtensap) verwijst het College naar het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012, waarin Richtlijn 2001/112/EG is geïmplementeerd. Niet gebleken is dat de vermelding in strijd met dit besluit is. Voorts verwijst het College naar het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen. In artikel 10 lid 1 van laatstgenoemd besluit is bepaald dat – voor zover hier van belang – de hoeveelheid van een ingrediënt dat bij de bereiding van een drinkwaar is gebruikt moet worden vermeld indien dit ingrediënt (a) voorkomt in de aanduiding en (b) opvallend in woord of beeld of als grafische voorstelling is aangegeven op de etikettering. Op de verpakking van de onderhavige drank komen de woorden “pomegranate” respectievelijk “granaatappel”, en “raspberry” voor ter aanduiding van de drank. Op de verpakking zijn voorts diverse granaatappels afgebeeld. Van de ingrediënten granaatappel en framboos dient derhalve, gelet op eerdergenoemde regelgeving, de in de drank verwerkte hoeveelheid te worden vermeld. Nu in de ingrediëntendeclaratie op de verpakking staat dat de drank 20% granaatappel en 6% framboos bevat, is op dit punt aan de geldende regelgeving voldaan. FrieslandCampina stelt overigens dat tevens reeds wordt voldaan aan de eisen van Verordening 1169/2011 die met ingang van 13 december 2014 van toepassing zal zijn.
5. Appellant stelt dat de aanname van de Commissie dat de gemiddelde consument de ingrediëntenlijst bij zijn aankoopbeslissing betrekt, maatschappelijk onrealistisch en ongewenst is. Het College verwerpt deze stelling. In het kader van de regelgeving met betrekking tot de etikettering stelt de wetgever bepaalde informatie verplicht, zoals de hiervoor genoemde informatie met betrekking tot de hoeveelheid ingrediënten die in de drank is verwerkt. Deze informatie is bedoeld voor de consument en kan, zoals FrieslandCampina ook heeft gedaan, bij de ingrediëntendeclaratie worden opgenomen. Niet kan worden aangenomen dat aan de vermelding van ingrediënten op deze declaratie geen relevante betekenis voor de consument zou toekomen. De wettelijk verplichte vermelding zou anders immers geen zin hebben. Het is een vaste lijn in de uitspraken van de Commissie en het College dat de gemiddelde consument in het kader van zijn besluit over een transactie geacht moet worden kennis te nemen van deze, voor hem bestemde, ingrediëntendeclaratie op het etiket. Het College ziet in hetgeen appellant aanvoert geen aanleiding om hiervan af te wijken.
6. Uitgangspunt is derhalve dat de gemiddelde consument de ingrediëntendeclaratie betrekt bij zijn aankoopbeslissing. Deze declaratie wijst uit dat, zoals ook door de verpakking wordt gesuggereerd, in de drank granaatappel en framboos zijn verwerkt, en wel in de aangegeven hoeveelheid. Tevens wijst deze declaratie uit dat het hoofdbestanddeel van de drank uit “appel” bestaat en dat daarnaast ook andere ingrediënten aan het product zijn toegevoegd. Op de verpakking staan, naar het College constateert, geen mededelingen die impliceren dat in het product uitsluitend granaatappel en framboos zijn verwerkt, zodat geen sprake is van strijdigheid van de mededelingen op de verpakking met het etiket. Uit de verpakking blijkt overigens dat het om een samengesteld product gaat waarin ook andere ingrediënten dan granaatappel en framboos zijn verwerkt. Het College verwijst naar de herhaalde mededeling op de verpakking dat het product is verrijkt met antioxidanten. De gemiddelde consument zal op grond van het voorgaande de mededelingen en afbeeldingen op de verpakking aldus opvatten, dat de drank aan de ingrediënten granaatappel en framboos zijn karakteristieke smaak ontleent, maar dat deze drank ook andere ingrediënten bevat die blijken uit de ingrediëntendeclaratie, waaronder het hoofdbestanddeel (geconcentreerd) appelsap.
7. Het College concludeert dat de wijze waarop FrieslandCampina op de verpakking naar het toegevoegde fruit in de vorm van granaatappels en frambozen verwijst, in overeenstemming is met de wet- en regelgeving, alsmede in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code. Het feit dat appellant de smaak van het product niet waardeert, kennelijk mede omdat hij het product vergelijkt met vers geperst granaatappelsap zoals dat naar zijn ervaring in het Midden-Oosten wordt geconsumeerd, doet aan het voorgaande niet af.
8. De grieven treffen geen doel. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van het College van Beroep [26 september 2013]
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.