a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2018/00070

Datum:

21-03-2018

Uitspraak:

RCC (gedeeltelijke) toewijzing zonder aanbeveling

Product/dienst:

Uitzenden/ICT

Motivatie:

Misleiding Prijs(vermelding)

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft de volgende uitingen:

1.

Een uiting op http://www.appmakenonline.nl/app-maker.

Daarin staat onder meer:

“En natuurlijk kun je ook eigen functionaliteit toevoegen zoals: een newswall, push

notificaties, bookings, QR codes, formulieren en nog veel meer. Daarnaast zetten

we de apps ook nog voor je in de stores!

Probeer het nu uit via http://appmaker.appmakenonline.nl

  BOUW JE EIGEN APP

      eenmalig € 149,-”.

 

2.

Een uiting op Instagram, gedateerd “5 nov. 2013”. Daarin staat:

“Je bouwt je app geheel gratis en als je hem in de Android Store en/of de iOs store wilt zetten, betaal je eenmalig maar € 149,95,-, daarnaast krijg je er …

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Geadverteerd wordt met een prijs van “149,- euro incl. eenmalig”. Toen klaagster een account aanmaakte, bleek de prijs ineens “249,- excl.” met daarbij maandelijkse kosten van 5 euro. Inmiddels heeft adverteerder haar uiting op Instagram veranderd, aldus klaagster.

 

Het verweer

Het verweer, waarbij bijlages zijn gevoegd, wordt als volgt samengevat.

Klaagster dient een klacht in terwijl zij weet en/of had moeten weten dat de prijs “€ 249,- was (en niet € 149,- ex. btw)”. Klaagster refereert aan een lnstagram post van 40 weken geleden. Adverteerder verwijst naar “bijlages”. In de Instagram post staat over de prijs:

“Let op in de maand mei 2017 kun je nog een app publiceren voor slechts € 149,95 eenmalig, daarna zullen we de prijzen verhogen en zal er een maandabonnement afgesloten worden”.

Het kan niet zo zijn dat klaagster zich misleid voelt, want ze heeft de lnstagram post gelezen en van commentaar voorzien, zo blijkt uit een bijlage bij het verweer. Op dit commentaar heeft adverteerder kordaat gereageerd.

Nu klaagster zich pas in 2018 als gebruiker heeft aangemeld, kan zij ook geen beroep doen op oude communicatie.

Op de site is de prijs direct te zien. Op de homepagina van appmakenonline.nl was de juiste prijs al sinds juni 2017 te zien. Ook op adverteerders forum is deze prijs duidelijk vermeld.

Klaagsters stelling dat zij op www.appmakenonline.nl/app-maker een pagina heeft ontdekt waarop een onjuiste prijs was vermeld, is juist. Deze subpagina bevatte een onjuistheid die adverteerder, nadat klaagster op deze onjuistheid had gewezen, heeft herzien.

Overigens gaat klaagster er aan voorbij dat het maken van een app gratis is. Klaagster heeft kennelijk van deze gratis dienst gebruik gemaakt. Zij heeft een app gebouwd (gratis, ze heeft niets betaald tot nu toe, aldus adverteerder) en wilde deze door adverteerder laten publiceren. Voor de publicatie van de app vraagt adverteerder inderdaad “€ 249,- en € 5,- (beide ex. btw) maandabonnement”.

Bij e-mail van 20 januari 2018 (overgelegd bij het verweer) heeft klaagster adverteerder verzocht haar account op te heffen. Op dezelfde datum heeft zij via het forum meegedeeld “de diensten” niet te willen gebruiken.

Adverteerders reactie aan klaagster is geweest dat er op één plek een fout is geslopen in de informatie, terwijl elders op de site, de appbuilder en overal € 249,- en € 5,- abonnement (ex. btw) wordt gecommuniceerd. Het moet dan ook duidelijk zijn geweest dat er sprake was van een fout, aldus adverteerder.

Adverteerder betreurt de onjuistheid op een subpagina van de website, maar bestrijdt dat zij in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) adverteert.

 

De repliek

Klaagster heeft haar standpunt gehandhaafd en nader toegelicht, onder verwijzing naar bij de repliek overgelegde bijlagen, waarop onder meer de onder “De bestreden uitingen” omschreven uiting op Instagram voorkomt.

 

De dupliek

Klaagster blijft spreken over twee plaatsen waar onjuiste informatie over de prijs zou zijn verstrekt, namelijk de website en Instagram. Op Instagram heeft geen fout gestaan, maar een aankondiging van een prijsverhoging, zo blijkt uit de door partijen overgelegde stukken.

Op diverse plekken van de website wordt de prijs vermeld. Klaagster heeft op één plek een fout gevonden. Deze heeft adverteerder hersteld. Van “valse reclame” is geen sprake, aldus adverteerder, omdat op alle andere plekken de juiste prijs was vermeld.

Klaagster had aan de hand van de site, het forum en Instagram moeten kunnen vaststellen dat de prijsvermelding op die ene plek een fout moest betreffen.

 

Het oordeel van de Commissie

Met betrekking tot de verschillende uitingen overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1.

Adverteerder heeft erkend dat waar in deze uiting is vermeld: “BOUW JE EIGEN APP eenmalig € 149,-” een fout is gemaakt, in die zin dat een onjuiste prijs is vermeld. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Het verweer dat elders op de website van adverteerder en in andere uitingen, waaronder een “forum”, wel de juiste prijs is vermeld, maakt bovenstaand oordeel niet anders.

Aangezien adverteerder bij verweer heeft meegedeeld dat zij haar uiting, nadat klaagster haar op de onjuistheid had gewezen, heeft aangepast, en klaagster dit niet heeft weersproken, zal de Commissie op dit punt geen aanbeveling doen.

Ad 2.

De Commissie stelt vast dat klaagster en adverteerder elk een andere uiting op Instagram aan de Commissie hebben overgelegd. Klaagster heeft de hierboven onder “De bestreden reclame-uitingen” onder 2 omschreven uiting gedateerd “5 nov. 2013” overgelegd. Daarin is sprake van een prijs van “eenmalig maar € 149,95,-.”

In de door adverteerder overgelegde uiting op Instagram, die volgens het verweer van 5 februari 2018 dateert van “40 weken geleden”, en dus van 2017, wordt gewezen op een prijsverhoging na mei 2017, ten opzichte van de prijs van “€ 149,95 eenmalig”, die volgens deze uiting tot en met mei 2017 geldt.

Verder heeft adverteerder bij verweer meegedeeld dat klaagster zich pas in 2018 als gebruiker heeft aangemeld. Klaagster heeft dit niet weersproken.

Naar het oordeel van de Commissie kan klaagster zich in dit geval, in 2018 niet beroepen op een aanbieding die in 2013 op Instagram circuleerde. Zij overweegt daartoe dat een prijsverhoging ten opzichte van een aantal jaren geleden op zichzelf niet ongebruikelijk is, en dat in 2017 op Instagram tot uiting is gebracht dat de prijs na mei 2017 zou worden verhoogd.

Gelet hierop acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

Gelet op het oordeel onder Ad 1 acht de Commissie uiting 1 in strijd met artikel 7 NRC. Zij vindt het niet nodig om op dit punt een aanbeveling te doen.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken