Omschrijving:Het betreft de uitingen om mee te spelen aan een kansspel van Unibet en Zoomin.tv. op www.nu.nl. |
De klacht Nederlands Omroepproductie Bedrijf (NOB) Holding N.V. (hierna NOB) dan wel de Staat der Nederlanden, die 100% van de aandelen van NOB in handen heeft, verspreidt via internet reclame voor een illegaal product, te weten gokken zonder vergunning. Dit laatste is in strijd met de wet en derhalve met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Zoom.in stelt reclame-ruimte beschikbaar voor illegale doeleinden. Hoewel zij daarvan op de hoogte is, onderneemt zij daartegen geen actie. Gelet hierop maakt zij reclame voor gokken zonder Nederlandse vergunning, althans is zij daaraan medeplichtig. Unibet London Ltd. (hierna Unibet) maakt zich schuldig aan het maken van reclame voor gokken zonder vergunning en derhalve aan het maken van reclame in strijd met de wet. |
Het verweer NOB levert diensten op het gebied van audiovisuele facilitaire dienstverlening, zowel in de vorm van apparatuur als personeel. Zo levert zij infrastructuur-diensten aan Zoomin TV, opdat deze haar informatie via verschillende media kan verspreiden. Voor het leveren van infrastructuur-diensten wordt gebruik gemaakt van URLwww.nob.nl. Verweerster sub I heeft geen enkele bemoeienis met of betrokkenheid bij de samenstelling van de informatie. Zij maakt derhalve geen reclame voor Unibet. Klagers conclusie dat de activiteiten van Unibet illegaal zijn, is prematuur, aangezien van een veroordeling terzake geen sprake is. Zoom.in stelt allereerst dat de klacht niet tegen haar is gericht. Zij kan ook niet als adverteerster worden aangemerkt. Zij is een videodienst die nieuwsvideo’s levert aan websites. Deze video’s worden met enige regelmaat voorafgegaan door reclameboodschappen, die afkomstig zijn van adverteerders die daarvoor bij haar ruimte inkopen. Zoom.in is niet verantwoordelijk voor de inhoud van die reclameboodschappen. Unibet stelt primair dat de Commissie niet bevoegd is over de uiting te oordelen. Aangezien de klacht zich richt tegen een grensoverschrijdende reclame-uiting die afkomstig is van een in Engeland gevestigde organisatie, dient de Commissie de zaak te verwijzen naar the Advertising Standards Authority (ASA), de in Engeland gevestigde zelfreguleringsorganisatie. Teneinde haar standpunt nader toe te kunnen lichten, verzoekt zij -voor het geval de Commissie zich, in weerwil van het door haar aangevoerde, bevoegd acht kennis te nemen van de klacht tegen haar- de Commissie een nieuwe datum voor behandeling van de zaak te bepalen. |
De re- en dupliek Klager en verweersters sub I en II handhaafden hun standpunt. |
Mondelinge behandeling Klager en verweerster sub II hebben hun standpunt nader toegelicht.
|
Het oordeel van de Commissie (29 augustus 2006) NOB verleent audiovisuele facilitaire diensten, waaronder infrastructuur, voor het verspreiden van informatie, waaronder reclame. Zij maakt daarmee het maken van reclame via audiovisuele media technisch mogelijk, doch zij kan niet verantwoordelijk worden geacht voor de (inhoud van de) gewraakte reclame-uiting, voor de verspreiding waarvan gebruik wordt gemaakt van haar diensten. De Commissie acht Zoom.in evenmin verantwoordelijk voor de inhoud van de gewraakte reclame-uiting. Haar bemoeienis beperkt zich tot het ter beschikking stellen van reclame-ruimte en kan niet geacht worden zich uit te strekken tot de wijze waarop reclame wordt gemaakt. Met betrekking tot het primair door verweerster sub III tegen de klacht naar voren gebrachte verweer, overweegt de Commissie dat, nu de uiting in Nederland openbaar is gemaakt en daartegen door een Nederlandse consument is geklaagd, er geen sprake is van grensoverschrijdende reclame. De Commissie stelt Unibet, conform haar secundair gedane verzoek, in de gelegenheid haar standpunt nader schriftelijk toe te lichten binnen drie weken na dagtekening van deze uitspraak. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande beslist de Commissie als volgt: Het College van Beroep heeft de uitspraak van de Code Commissie v.w.b. NOB en Zoom.in op 30 november 2006 bevestigd. |
Regeling: artikel 2 NRC |
Het verweer Unibet handhaaft hetgeen door haar bij brief van 14 augustus 2006 reeds tegen de klacht naar voren is gebracht, te weten dat: De repliek Mondelinge behandeling Het oordeel van de Commissie (17 april 2007) Zoals de Commissie in haar uitspraak van 29 augustus 2006 overwoog, richt verweerster zich in de onderhavige uiting tot de Nederlandse consument, nu de uiting door middel van een Nederlands medium in een voor Nederland bestemde uitgave openbaar is gemaakt en in de Nederlandse taal is gesteld. Klager stelt zich op het standpunt dat verweerster in strijd handelt met artikel 1 van de WOK nu zij niet beschikt over een vergunning als bedoeld in de WOK. Unibet stelt zich op het standpunt dat artikel 1 van de Wok in strijd is met artikel 49 EG-Verdrag ingevolge welke bepaling het vrije dienstenverkeer tussen lidstaten niet mag worden belemmerd, uitzonderingen daargelaten. De beslissing De reactie van verweerster Unibet handhaaft haar standpunt en licht dit nader toe. Het oordeel van de Commissie De beslissing
|