Omschrijving:Het betreft de volgende van de Nationale Postcode Loterij afkomstige uitingen: |
De klacht Bovendien zetten de uitingen aan tot onevenredige deelname door de persoonlijke manier van aanbieden en door de suggestie dat men de loten dient te activeren om gegarandeerd een prijs te winnen, terwijl er geen sprake is van een grotere kans op een prijs. In de uitingen wordt de indruk gewekt dat de ontvanger van de brief een geweldige blunder heeft begaan. Men dient immers de loten te activeren om gegarandeerd een prijs te winnen. |
Het verweer Dat het gaat om extra loten wordt duidelijk aangegeven. Hoe meer loten men heeft, hoe meer kans men maakt op de Kanjer. De gereserveerde loten zijn wel degelijk exclusief voor klager. Men kan te allen tijde meedoen met meer loten, alleen niet met de voor een ander gereserveerde loten. In uiting b wordt de allerlaatste mogelijkheid geboden om nog loten aan te schaffen voor de trekking van de Kanjer. Er is geen sprake van misleiding. Van aanzetten tot onmatige deelname in de zin van artikel II.1 van de Reclamecode voor Kansspelen (RVK) is geen sprake. De uitingen zijn gericht op een verantwoorde deelname aan een maandelijkse loterij. |
De mondelinge behandeling Adverteerder licht het verweer als volgt toe. Per postcode wordt een bepaald aantal loten uitgegeven. Ieder lot heeft een unieke drie cijfer code. Indien het maximaal aantal uitgegeven loten van een postcode is bereikt, kan men alleen meespelen met een andere postcode. Alleen daadwerkelijk meespelende loten kunnen worden getrokken. De prijs valt dus altijd en de kans dat een bepaalde postcode wint, neemt wel degelijk toe indien meer mensen in een bepaalde postcode meespelen. Voor de kanjer heeft adverteerder een aantal loten vastgehouden voor (potentiële) deelnemers. De loten waarnaar in de bewuste uitingen wordt verwezen, zijn dus wel degelijk specifieke loten die voor specifieke mensen zijn gereserveerd. Van misleiding is dus geen sprake.
|
Het oordeel van de Commissie Het feit dat er drie extra loten in de uitingen worden aangeboden, leidt niet tot het oordeel dat de uitingen aansporen tot onmatige deelname als bedoeld in artikel II.1 van de Reclamecode voor Kansspelen. Wat de envelop betreft, overweegt de Commissie het volgende. Uit de door adverteerder over het venster van de venster-envelop geplakte sticker met de mededeling “nazending” en de tekst “opnieuw bezorgd op” gevolgd door “14/12” en de tekst ”paraaf besteller” met daaronder een paraaf, krijgt men ten onrechte de indruk dat het om een brief gaat met een voor de geadresseerde belangrijke inhoud die de besteller eerder, tevergeefs, getracht heeft aan de geadresseerde te overhandigen. |
De beslissingOp grond van het voorgaande acht de Commissie uiting c in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (nieuw). Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af. |
Regeling: artikel 7 NRC |