De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klager geadresseerde brief waarin onder meer staat:
“10x meer kans & altijd prijs! Stelt u zich eens voor: 10x meer kans op 1,9 miljoen geldprijzen, samen goed voor minimaal € 36 miljoen! Dus ook 10x meer kans op grote klappers. Inclusief de grootste Jackpot van Nederland. Dit jaar kan de Jackpot tot € 27,5 miljoen groeien! Denkt u zich ook even in dat u altijd prijs heeft omdat u met alle eindcijfers speelt. Dus 10x meer kans én altijd prijs! Twee klinkende voordelen die u in één klap combineert als u meespeelt met een Straatje met Jackpot! (…) Doe het vóór 16 juli. Dan maakt u vanaf volgende maand ook 10x meer kans én heeft u altijd prijs! (…)
In de brief is de volgende tabel opgenomen:
“Straatje met jackpot per trekking: € 30,00
U wint minimaal (gegarandeerd): € 9,10
Maximale kosten Straatje met Jackpot: € 20,90
1 Staatslot met Jackpot per trekking € 15,00
Verschil met Straatje met Jackpot: € 5,90”.
Onder deze tabel staat de volgende tekst: “P.S. Ik heb het voor u nagerekend en het klopt! Voor € 5,90 meer heeft u 10x meer kans en wint u altijd minimaal € 9,10. (…)”
De klacht
Er wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat men door een kleine bijbetaling 10 keer meer kans op een prijs heeft, nu de gewonnen prijs vijf keer zo klein is. De prijs van een Straatje na aftrek van de prijzen op de eindcijfers wordt bovendien vergeleken met de prijs van een heel Staatslot, echter zonder rekening te houden met de prijzen die op het hele lot kunnen vallen. Op grond van het voorgaande heeft adverteerder het vertrouwen
in reclame geschonden en is sprake van misleidende reclame.
Het verweer
Bij een Straatje wordt met tien eenvijfde loten meegespeeld. Omdat alle eindcijfers in het Straatje voorkomen, is er een zekere uitkering, te weten eenvijfde deel van de eindcijferprijzen, hetgeen neerkomt op € 9,10. Hierdoor kost een Straatje netto € 20,90 en is de meerprijs ten opzichte van een heel Staatslot € 5,90. Indien men meespeelt met één Staatslot is geen sprake van een zekere prijs op het desbetreffende eindcijfer. In het rekenvoorbeeld wordt een heel lot met een Straatje vergeleken. Daarbij is geen sprake van misleiding. Het is een feit van algemene bekendheid dat de Staatsloterij naast hele loten ook eenvijfde loten kent, waarbij laatstgenoemde loten recht geven op een evenredig deel van de te winnen prijzen. Klager speelt zelf mee met de Staatsloterij en is hierover voldoende geïnformeerd.
De repliek
De Commissie vat de repliek als volgt samen.
Gelet op het feit dat de overgrote meerderheid van de prijzen bestaat uit eindcijferprijzen, is de kans op een andere prijs bij een Straatje relatief klein. Bij een heel lot is er daarentegen een relatief grote kans dat men een eindcijferprijs wint. Het uitkeringspercentage van een eenvijfde lot is daardoor veel geringer dan dat van een heel lot. De tien keer grotere kans om iets te winnen levert een vijf keer lagere prijs op. Adverteerder vergeet te melden dat een gewonnen prijs bij een Straatje vijf keer zo klein is. Per saldo is er slechts twee keer zoveel kans op het winnen van een bepaald bedrag. Adverteerder stelt weliswaar terecht dat algemeen bekend is dat de prijzen bij een Straatje vijf keer zo klein zijn, maar dat neemt niet weg dat op misleidende wijze een heel lot (met recht op de volle prijs) wordt vergeleken met tien eenvijfde loten (met recht op 20%
van de prijs).
De dupliek
De stelling van klager dat men met een heel lot een grotere kans heeft op het winnen van een eindcijferprijs is onjuist. Elk lot maakt evenveel kans op het winnen van een prijs. De berekeningen van klager zijn gebaseerd op verkeerde uitgangspunten en zijn onjuist. Het is algemeen bekend dat bij een eenvijfde lot tegen de lagere inleg een lager prijzenbedrag staat. Dit wordt op verschillende plaatsen duidelijk uitgelegd.
Het oordeel van de Commissie
1) Niet in geschil is dat er bij een Straatje een gegarandeerde winkans is, doordat men met tien loten aan de Staatsloterij deelneemt en alle eindcijfers in het Straatje voorkomen. In de brief is deze winkans verrekend met de kosten van het Straatje, waardoor de netto kosten voor een Straatje in totaal € 20,90 bedragen. De Commissie is van oordeel dat deze berekening duidelijk wordt toegelicht in de brief. Dat daarbij niet tevens rekening is gehouden met de winkansen bij een heel Staatslot, acht de Commissie niet onjuist of misleidend. Anders dan bij een Straatje is bij deelname met één Staatslot immers geen sprake van een gegarandeerde winkans. Daarbij gaat klager er bovendien ten onrechte vanuit dat de kans op het winnen van een eindcijferprijs bij een heel lot hoger is dan bij een eenvijfde lot. In zoverre treft de klacht geen doel.
2) Klager stelt wel terecht dat de mededeling van adverteerder dat men bij een Straatje tien keer meer kans op een prijs heeft dan indien men met één lot meespeelt, onjuist is. Er wordt in feite een situatie vergeleken waarbij men in plaats van met één lot met tien loten gaat meespelen. In een dergelijk geval is de kans op een prijs uiteindelijk negen keer groter in plaats van tien keer zoals in de brief staat. Adverteerder heeft daardoor geen juiste informatie verschaft over de kansen op het winnen van een prijs, hetgeen in strijd is met artikel II.3 van de Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen (RVK).
3) Voort stelt klager terecht dat in de brief niet wordt vermeld dat bij een Straatje slechts eenvijfde deel van de prijzen wordt uitgekeerd. In plaats daarvan wordt in de brief alle aandacht gevestigd op de vergelijking van de prijs van een heel lot met de prijs van een Straatje na aftrek van het minimaal gegarandeerde bedrag, alsmede de hogere kans op het winnen van een prijs met een Straatje. Daarbij is van belang dat in de brief uitdrukkelijk wordt verwezen naar 1,9 miljoen geldprijzen “samen goed voor minimaal € 36 miljoen”. Voorts wordt gezegd dat men 10x meer kans heeft op “grote klappers”, inclusief de jackpot die kan oplopen tot “€ 27,5 miljoen”. Nu in de brief een rechtstreeks verband wordt gelegd tussen de hoogte van het prijzenpakket en de mogelijkheid tot het winnen van “grote klappers” waaronder de Jackpot van € 27,5 miljoen, en daarbij op geen enkele wijze wordt gewezen op het feit dat men slechts eenvijfde deel van de gewonnen prijs krijgt uitgekeerd, worden naar het oordeel van de Commissie deelnemers aan de Staatsloterij misleid over de eigenschappen van het prijzenpakket. Ook hierdoor heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel II.3 RVK. Niet kan echter worden gezegd dat adverteerder het vertrouwen in reclame heeft geschaad.
De beslissing
Op grond van hetgeen onder 2) en 3 is vermeld, acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel II.3 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
De Commissie wijst de klacht voor het overige af.